Naar de Nederlansdse site

Egodocuments 1814-1914: part 3: N - Z (repertorium)

1.1. Netten, F.W.

1.3. Marineman.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 213.
2.2. 28 x 21; 30 p.
2.3. Herinneringen van een scheepsjongen.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1980?
4.1. 1912-1940.
4.2. Een aantal min of meer losse verhalen over zijn tijd in de marine als scheepsjongen en matroos. Leuke verhalen, hier en daar humoristisch.

1.1. Neuteboom, Hendrik.

1.2. 1884 (Leiden, 16 oktober) - 1976 (Den Haag, 12 maart).
1.3. Drukker, kantoorboekhandelaar. Lid gemeenteraad Den Haag voor de SDAP en de PvdA. Actief in het Nederlands verbond van Middenstandsverenigingen.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Neuteboom, 15.
2.2. Typoscript; 28 x 20; 537 p.
2.3. Uit mijn leven; Memoires.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1969-1970.
4.1. 1884-1968.
4.2. Zeer uitvoerige memoires. Een levensbeschrijving van mijzelf heeft voor niemand waarde. Iedereen leeft en beleeft zijn eigen rol. Begint met een uitgebreide beschrijving van zijn jeugd in Leiden met tal van details. Later over zijn diensttijd. Maar verruit het grootste deel van de memoires beslaat zijn arbeidzaam leven, en zijn vele, vele vakbondsactiviteiten. Aanvankelijk heel leesbaar geschreven, later zijn veel brieven opgenomen en wordt het een eindeloze reeks van administratieve beslommeringen van de diverse bonden en organisaties waar hij bij betrokken was.
6. Het archief bevat ook tien portefeuilles met bewijsstukken.

1.1. Nieuwenhuis, Jacob.

1.2. 1777 (Alkmaar, 26 oktober) - 1857 (Vleuten, 7 april).
1.3. Zoon van Jacob Severin Nyegaard, Deens koopvaardijkapitein, winkelier in jachtbenodigdheden en vuurwerken, en Maria Geertruida Scholl. Echtgenoot van 1) (1800) Carolina Wilhelmina Ferdinandine Domela (1777-1810) en 2) (1811) Anna Margaretha Elisabeth Clasina Smits van Pesch (1789-1867). Studeerde in Tubingen letteren, godgeleerdheid en wis- en natuurkunde. In 1799 werd hij proponent, een jaar later predikant bij de Lutherse gemeente in Zutphen en vanaf 1803 predikant te Utrecht. In 1816 kreeg hij een leerstoel aan het Atheneum Illustre in Deventer, in 1822 hoogleraar in de bespiegelende wijsbegeerte aan de universiteit van Leiden. Vanaf 1833 was hij hier rector magnificus. Hij was tevens een zeer produktieve publicist. Hij hertrouwde op 2 mei 1811 met Anna Margaretha Elisabeth Clasina Smits van Pesch (1789-1867).
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Stukken Nieuwenhuis, N. Domela en D.N. Nyegaard 18e en 20e eeuw (2.21.183.17) 151-154.
2.2.Dertien delen; 35 x 24; 3970 p.
2.3. Gedenkschriften van J. Nyegaard of J. Nieuwenhuis en eenige zijner tijdgenooten.
3.2. Autobiografie.
3.3. 1848-ca. 1857.
4.1. 1777-1843.
4.2. Uitzonderlijk uitvoerige autobiografie waarin alle fases van zijn leven worden belicht: opvoeding, onderwijs, carrière, vriendschappen, het opgroeien van zijn eigen kinderen, de gezelschappen waarbij hij was aangesloten (o.a. het Zondags professoren gezelschap, het Sterrekundig genootschap, de Maatschappij tot Nut, het Platonisch gezelschap en het Physisch gezelschap), het leven aan de universiteit (ook de wandelgangen), de collegestof, zijn reizen en zijn gezinsleven. Bevat tevens portretten van een aantal van zijn vrienden en tijdgenoten: H.W. Tydeman, N. Gorter, August Wagner, Matthei, Petronella Moens, Willem Wenckebach, J.H. van der Palm, W. Serrurier, P.J. Uylenbroeck, Clarisse, Heringa, M. Siegenbeeck, J. Schutz. Deze autobiografie bevat ook veel afschriften van zijn brieven door de jaren heen die naar mate de tijd vordert de tekst gaan overheersen.

1.1. Nieuwenhuis, Jogchum

1.2. 1867 (Grou, 15 december) - 1944 (Grou, 4 december).
1.3. Musicus, dichter.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 14.XII.65 en 522.
2.2. 53 p.
2.3. [Oantinkens ona Grou].
2.4. Fries.
3.1. Memoires.
3.3. 1875-1900.
4.1. 1875-1900.
4.2. Over het schoolleven in Grou.

1.1. Nieuwenhuis, Theo W.

1.2. 1866- na 1940.
1.3. Kunstenaar. Kunstsmid.
2.1. Leiden, UB: Hs. LTK 2066.
2.2. Losbladig; 26 x 21; 25 p.
2.3. In 1882 [...] werd opgericht en gevestigd te Amsterdam, de 'Rijksschool voor Kunstnijverheid.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.3. 1940.
4.1. 1872-1935.
4.2. Herinneringen aan zijn jeugd, 'Reeds op 5 jarigen leeftijd - dit weet ik nog zeer goed - vond ik het meeste pleisier in 'teekenen en kleuren', zijn toelating tot de Rijksschool voor Kunstnijverheid en schetsen uit zijn latere leven, onder meer in Berlijn en Dresden. Ook enkele beschouwingen over kunst.

1.1. Nieuwenhuys-van Eerden, Berendina Geertruy (Dientje).

1.2. Ca. 1861-?
1.3. Echtgenote (1882) van Willem Nieuwenhuijs, directeur van de Twentsche Stoombleekerij. Na diens overlijden in 1899 begon zij een pensionaat in Apeldoorn.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 147.
2.2. 18 p.
2.3. Eene eenvoudige familiegeschiedenis aan mijne kinderen.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor haar kinderen.
3.3. 1930.
4.1. Ca. 1870-1920.
4.2. Herinneringen aan haar leven, geschreven te Amsterdam. Over het onderwijs aan de Franse school en de Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd, het afbreken van een opleiding tot apothekers-assistente vanwege het overlijden van haar moeder, de verzorging van haar familie, haar huwelijk, de geboorte van haar kinderen. Vertelt anekdotes uit hun opvoeding, geeft een korte indruk van het pensionaat en vertelt over de carrières van kinderen. 'Jemoet niet denken dat dit een toonbeeld op litterair gebeid zal worden, neen, 't zijn eenvoudige dingen die ik me gaarne herinner en mocht ik ze jelui eens niet meer kunnen vertellen, dan is dit boek er, waarin je zeker gaarne af en toe in zult lezen.'

1.1. Nijs, Norbert.

2.1. Roermond, Gemeentearchief Roermond: collectie Nicolas (V. nr. 24), 102.
2.2. Typoscript; 30 x 20; 84 p.
2.3. Journal.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1916 (20 februari) - 1917.
4.1. 1916 (20 februari) - 1917.
4.2. Persoonlijke beschrijving van gebeurtenissen aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog.
6. Moeilijk leesbaar omdat op het doorzichtige papier op beide zijden is getypt.

1.1. Nijs, Suzanna.

1.2. 1902 (Kortrijk, 4 november) - 1985 (23 april).
1.3. Echtgenote van Josephus (Joep) Antonius Hubertus Franciscus Nicolas (1897-1972), glazenier en kunstschilder (heeft o.a. de beglazing van de Oude Kerk in Delft ontworpen en uitgevoerd). Beeldhouwster. Studeerde aan de kunstacademies van Glasgow en Brussel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte haar moeder naar Nederland.
2.1. Roermond, Gemeentearchief Roermond: collectie Nicolas (V nr. 24), 59-61.
2.2. Drie delen; 30 x 20; 398 p.
2.3. Memoires de Suzanne.
2.4. FR.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1959?
4.1. 1902-1959.
4.2: Verschillende versies van een autobiografie (periode overlapt maar inhoud verschilt op een aantal punten), ten dele op basis van herinneringen maar vermoedelijk ook ten dele op basis van een niet bewaard dagboek vanaf 1914 ('a partir de ce jour j'ai tenu mon journal'). De gebeurtenissen worden chronologisch beschreven en geordend per jaar. Veel aandacht voor vroege herinneringen: wandelingen, kleding, dagelijkse gebeurtenissen, lectuur, zusjes, gewoontes, omgangsvormen, huispersoneel, reisjes, vervoermiddelen, observaties onderweg (gewonde soldaten in Oostende). Veel informatie over haar sociale netwerk, o.a. vriendschap met gravin Pelegrini, Aldous Huxley (haar zwager), Henry? Miller: 'Miller nous écrivait des lettres mélancoliques des Dardanelles'. Dat haar zusjes ook een dagboek bijhielden, blijkt onder andere uit het volgende fragment: 'Un jour me fut très pénible. Jeanne avait laissé son journal ouvert et j'y lis que ma présence lui est pénible. Ook over haar latere leven: kennismaking met haar echtgenoot, de geboorte van haar kinderen etc.

1.1. Nilant, Cornelis Wilhelmus

1.2. 1800 (Zwolle, 16 augustus) - 1837 (op zee, 26 december).
1.3. Militair. Volgde opleiding bij de genie en artillerie te Delft. 2e luitenant infanterie. In 1827 naar Indië. Vocht in de oorlog op midden-Java van 1827-1829. Overleed tijdens de terugreis naar Nederland.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 1303.
2.2. Getypt afschrift; 31 x 21; 22 p.
2.3. Journaal van C.W. Nilant.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1827-1836.
4.1. 1827-1836.
4.2. Journaal dat voorgezet wordt als brievendagboek. Begint met een verslag van de zeereis naar Indië met tal van details over het leven aan boord van een troepenschip. Daarna een verslag van de oorlog op Java in brieven aan zijn ouders. Goed geschreven met veel beschrijvingen van de diverse campagnes, de ziektes onder de troepen en van hemzelf. 'Sedert dertien maanden ben ik nog geen ogenblik ziek geweest, doch het reumatiek verlaat mij niet, en ik vrees als wij eens geheel tot rust komen dit mij nog lelijke grappen zal spelen.'

1.1. Nispen tot Sevenaer, H.C.J.M.

1.2. 1836 (Zevenaer, 16 augustus) - 1897 (Amsterdam, 5 december).
1.3. Zoon van jonkheer J.A.C.A. van Nispen tot Sevenaer (1803-1875) en Isabella E.J. Hoevel tot Swanenburg (1804-1879). Priester, rector St. Hubertusschool, Jonkheer.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: PA St. Jozefsgezellen Vereniging Amsterdam (511), 496.
2.2. 20 x 16; 70p.
2.3. Dagboek van den 23 Mei 1894, het feest van Kruisvinding [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1894 (23 mei) - 1897 (19 november).
4.1. 1894 (23 mei) - 1897 (19 november).
4.2. Religieus dagboek dat uit bespiegelingen en theologische overpeinzingen bestaat. 'God de Vader schenkt het begrip van de magteloosheid, de gedachteloosheid en de willoosheid als Zoon in Jesus Christus de Gekruisigde, de ware voorbereiding voor den Dood.' Enigszins hermetische betoogtrant.

1.1. Ogterop, B.

1.3. Woont in Middelburg maar bevindt zich (vermoedelijk vanwege haar gezondheid) ten tijde van het schrijven van dit dagboek noodgedwongen een aantal maanden in Davos.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 8045.
2.2. 21 x 16; ca. 62 p.
2.3. In Davos gedurende den Europeeschen oorlog.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1914 (31 juli) - 1914 (25 december).
4.1. 1914 (31 juli) - 1914 (25 december).
4.2. Regelmatig bijgehouden dagboek. Vrij persoonlijk en uitvoerig verslag van het dagelijks leven (bezoeken, wandelingen, gesprekken, het weer) en gebeurtenissen in Davos. De Eerste Wereldoorlog  is  een belangrijk thema: 'Na de thee bezocht ik mevr. Diddens wier kamergenoote ook was vertrokken. Zij had het maar een beetje moeilijk en wij hebben elkaar getroost en later over allerlei gepraat, zoodat het ons beiden goed deed.' Het dagboek eindigt tamelijk abrupt: 'Ik teeken niet meer aan over den oorlog: er komen geen beslissende feiten [...]. Wanneer zal toch het einde van al dit gemoord komen? En o hoe moet de eenheid in de internationale toch weer tot stand komen. De toekomst is vol zware vragen.' Het dagboek bevat aan het eind een schema met weertypes per dag.

1.1. Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, Anthony Adriaan van.

1.2. 1805 (Den Haag, 25 juni) - 1883 (Utrecht, 7 februari).
1.3. Zoon van jonkheer mr. Johan Gerard van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh (1779-1852) en Lucia Catharina Stratenus (1780-1848). Griffier Hoog Militair Gerechtshof.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Van Oldenbarneveld (00264), 62.
2.2. Twee delen; 18 x 11 en 21 x 14; 30 p. en losse fragmenten.
2.3. Den 2e Augustus 1831 des morgens ten 2 uur begaf zich onze Kompagnie benevens de 4e Kompagnie [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboekfragment.
3.3. 1830-1831.
4.1. 1830-1831.
4.2. Kort fragment van zijn belevenissen tijdens de tiendaagse veldtocht: 'van de zijde der Belgen waren er vele gevallen, terwijl slechts een Leidsch student, met name Huët aan het been gewond was geworden.' Beschrijving van de tocht van zijn bataljon. In de map bevinden zich nog enkele losse fragmenten en reisbeschrijvingen met wat losse illustraties.

1.1. Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, Johan Gerard van.

1.2. 1779 (Den Haag, 26 april) - 1852, (Utrecht, 25 maart).
1.3. Zoon van Hendrik Justus van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh (1745-1795), advocaatprocureur bij de Raad van Brabant, en Agneta Theodora van Teylingen (1755-1834). Echtgenoot (1803) van Lucia Catharina Stratenus (1780-1848). Oranjegezind.
2.1. Utrecht, Rijksarchief: FA Des Tombe, 676.
2.2. 26,5 x 21; 129 p.
2.3. In den jare 1834, in het 56. jaar mijns levens als zijnde geboren den 26 april 1779, neem ik de pen op, ten einde te beproeven, om een overzigt van de voornaamste gebeurtenissen van mijn leven op papier te stellen [...].
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1834 (mei).
3.2. Geschreven voor zijn kinderen, en vooral voor zijn zoons, om hen de ware toedracht te verhalen van gebeurtenissen die in de literatuur anders voorgesteld zijn.
4.1. 1795 (september) - 1799 (september); 1813 (begin november) - 1813 (25 november).
4.2. Verslag van de invloed van de omwenteling op zijn carrière; zijn arrestatie op 23 september 1799 in Hoorn, waar hij na de Engels-Russische invasie heen gereisd was om zijn diensten aan te bieden aan de prins, waarna hij op beschuldiging van landverraad naar Alkmaar gevoerd werd naar het Franse hoofdkwartier, maar ten slotte toch vrijgelaten; zijn arrestatie in 1813, toen hij als kolonel van de Oranjegarde in Den Haag op 24 november 1813 bij Woerden gevangen genomen werd en met het Franse leger op terugtocht werd meegevoerd, beschreven tot aan de aankomst in Gorinchem.
6. Afschriften in de UB Leiden (BPL 1524); de Koninklijke Bibliotheek (132 E 1,1: hierin p. 1-109, afschrift door de zoon van de auteur, A.A.van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, en voorzien van bijlagen). Zie ook CBG, KNGGW, FA Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh 19: eigenhandig overzicht van aanstellingen in verschillende ambten.

1.1. Omphal, Antonie Frederik Jan Florus Jacob van.

1.2. 1788 (Tiel, 2 mei) - 1863 (Den Haag, 8 juli).
1.3. Zoon van Alexander Diederik, heer van Omphal en IJzendoorn (?‑1813), militair, en Anna Wilhelmina Cornelia van de Pagniet (1763/4‑ 1806). Begon in 1806 een studie rechten in Leiden, maar kreeg na de dood van zijn moeder alsnog van zijn vader toestemming voor een militaire loopbaan. Hij nam in 1807 dienst in het Koninklijk Hollandse leger bij de cavalerie. Ging in 1810 over in Franse dienst. Was gelegerd in vele  garnizoensplaatsen en nam deel aan de veldtochten in Spanje en Portugal, Rusland, Duitsland en Frankrijk. Keerde in 1814 in  Nederland terug.
2.1. Den Haag, Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf: DC 104/7 (hs. nr. 59).
2.2. Vier delen; 20,5 x 17,5; 1150 p.
2.3. Biographische aantekeningen, herinnerringen en beschouwingen van A.F.J.F.J. Baron van Omphal. Eerste deel. 1788‑1814.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor zichzelf, eventueel ook te lezen door nabestaanden of vrienden.
3.3. 1841.
4.1. 1788‑1862.
4.2. Verslag van het leven van de auteur. Met inleiding.

1.1. Omphal Mulert, Herman Frederik Christiaan van.

1.2. 1861 (Den Haag, 25 juli) - 1940.
1.3. Zoon van Wigbolt Adriaan Mulert van Omphal Mulert, majoor infanterie, en Maria Hermine van der Sande. Echtgenoot van 1) (1889) Anna Catharina Louise van Houtum (1863-1922) en 2) (1924) Emilie Josefine Antoinette Magdalena Margarethe Anna Lützow (1880-1975). Baron. Militair. Luitenant-generaal.
2.1. Zwolle, RA Overijssel: FA Van Omphal Mulert (256) 61-66.
2.2. Zes delen; 20 x 13,5; 900 p.
2.3. Herinneringen van een ouden Generaal.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'ik meende dat het voor hen, die zoveel later hun leven begonnen dan ik, het belang kon zijn het onopgesmukte verhaal te lezen van een leven, waarin de wereld zich op bijna elk gebied zo ontzaggelijk heeft gewijzigd.'
3.3. 1933-1938.
4.1. 1861-1938.
4.2. Uitvoerige autobiografie met talrijke details en karakteristieke illustraties (ingekleurd). Veel beschrijvingen van militaire zaken, maar zeker niet uitsluitend. Ook over zijn familie. 'Wat ons maatschappelijk leven in den Bosch betreft, was het ons geen desillusie, omdat wij ons ook geen illusie gemaakt hadden.' Geeft een goed beeld van het leven van een officier.

1.1. Oordt, Jacobus Johannes van.

1.2. 1859 (Oosterbeek, 29 september) ‑ 1936 (Utrecht, 23 maart).
1.3. Zoon van Jacob Anne Matthias van Oordt van Bunschoten en Sara Lydia Johanna van Oosten. Na het overlijden van zijn vader was Jacobus heer van Bunschoten, Spakenburg en Dijkhuizen. Hij is zichzelf echter steeds 'van Oordt tot Bunschoten' blijven noemen. Kandidaat‑notaris.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA Van Oordt, 1064.
2.2. 8 x 6; 29 p.
2.3. Woensdag 18 maart 1896 ging ik 's morgens ½ 8 uit Apeldoorn via Utrecht‑Gouda naar Den Haag‑ retour 4 d. F 8.60 [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Herinneringen 1896. Alleen wat mij van nut kan zijn of troost kan geven'.
3.3. 1896‑1906 (20 juli).
4.1. 1896‑1906 (20 juli).
4.2. Nogal uitgebreide, maar niet emotionele beschrijvingen van dag tot dag. Veel informatie over dagelijkse activiteiten, zijn sociale leven, gebruiken tijdens visites (soms zelfs ingeplakte tekeningetjes van de tafelschikking) en ontmoetingen waarbij korte typeringen worden gegeven van de betrokkenen: 'zeer elegant, stil en bedeesd' of 'Het waren J.J. Korthals sportlike gekleed jongman, circa 30 jaar en Wickevoort Crommelin een oud deftig heer met kromme knieën'. Ook veel aandacht voor consumpties en prijzen: 'Toen ingeschonken glazen Bourgogne: Pommard F 3,50 de flesch' en  'Wij hadden hen 12 zilveren theelepeltjes in étui cadeau gedaan a F 16,‑. Zijn zuinigheid zou ook kunnen blijken uit het vele knip- en plakwerk in zijn dagboek. Geen snipper papier gaat verloren. De meest emotionele beschrijvingen zijn die van het sterven van zijn ouders, 'Mamaatje lief naar de hemel gegaan' en de wijze waarop hij dat probeerde te verwerken. Niet lang nadat zijn ouders zijn overleden, eindigt het dagboek.

1.1. Oostman, G.J.

1.2. ? - 1869 (1 augustus).
1.3. Metgezel op de expeditie van Alexandrinne Tinne. Eén van de matrozen die haar op haar laatste reis vergezelden.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Aanwinsten 1925 (2.21.008.01) 239.
2.2. 30 x 20; 113 p.
2.3. Dagboek van het jaar 1867-1868, 1869 van C.J. Oostmans.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1867-1869.
4.1. 1867-1869.
4.2. Dagelijks verslag van de tochten o.l.v. Alexandrinne Tinne in Afrika (voornamelijk de Sahara), waarbij de auteur gelijktijdig met Alexandrinne Tinne op 1 augustus 1869 vermoord werd door de begeleidende Toearegs, 'wier hebzucht het had voorzien op de rijkdom [van de Freule Tinne]'.

1.1. Oostra, Jacob Jolts.

1.2. 1844 (Mantgum, 30 maart) - 1920 ( Mantgum 30 juni).
1.3. Boer te Mantgum.
2.1. Leeuwarden, Tresoar 348 (verzameling Cop. elders), 6322.
2.2. Fotokopie; 80 p.
2.4. NL
3.1. Dagboek.
3.3. 1853-1855
4.1. 1853-1855
4.2. Korte aantekeningen, vooral over het weer.

1.1. Oostra, Jelle Jolts.

1.2. 1850 (Bears, 9 februari) - 1920 (Weidum, 18 mei).
1.3. Boer te Weidum.
2.1. Leeuwarden, Tresoar 348 (verzameling Cop. elders), 6322.
2.2. Fotokopie; 22 p.
2.3. Dagboek van Jelle Oostra.
2.4. NL
3.1. Dagboek.
3.3. 1865.
4.1. 1865.
4.2. Korte aantekeningen, vooral over het weer.

1.1. Oostra, Ybeltje Jolts.

1.2. 1836 (Weidum, 8 april) - Wurdum (17 september).
1.3. Huisvrouw, boerin.
2.1. Leeuwarden, Tresoar (verzameling Cop.elders)  6322.
2.2. Fotokopie; 30 p.
2.4. NL
3.1. Dagboek.
3.3. 1853-1855.
4.1. 1853-1855
4.2. Korte aantekeningen over het weer.

1.1. Oostwoud Wijdenes, M.J.A.

1.2. 1897- ?
1.3. Rechter in Nederlands-Indië.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 922.
2.2. Typoscript; drie delen; 27 x 21; 427 p.
2.3. I. Op en om de weegschaal; voor leken en aspirant juristen.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1967 (voor).
4.1. 1897-1946.
4.2. Uitvoerige memoires en verhalen over zijn praktijk als rechter, doorweven met herinneringen aan zijn jeugd (1897-1907), voornamelijk uit de periode na 1924.

1.1. Oranje, C.L.

1.2. ? - 1976 (Soest, 11 juni).
1.3. Zoon van Cornelis Oranje en Hendrina Conelia Meyer. Echtgenoot van Maria van der Vies. Stuurman in de koopvaardij.
2.1. Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam, bibliotheek: Gr. 95-378.
2.2. Typoscript (afschrift); 21 x 15;  32 p.
2.3. Dagboek van C.L. Oranje, apprentice a/b Engelse barkschip 'Beeswing' (London) van September 1904 tot december 1906.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1904 (22 september) - 1906 (21 januari).
4.1. 1904 (22 september) - 1906 (21 januari).
4.2. Zeer persoonlijk dagboek, bijgehouden tijdens zijn eerste zeereis als leerling-stuurman naar o.m. Australië. Oranje voelde zich zeer eenzaam en onbegrepen aan boord ('ik kan niet met de lui spreken'). Hij moet 'werken als een paard en ik wordt nog uitgelachten [...] op de koop toe'. Op 7 oktober 1904 ontvlucht hij met een zekere Bratt het schip, maar hij wordt door de kapitein teruggehaald: 'ik vond het vreselijk beroerd en de tranen zijn niet uitgebleven. Wordt een nacht in de boeien op dek gezet, en ik wordt alsmaar gepest'. Behalve de aandoenlijke uitbarstingen over het zware leven aan boord schrijft Oranje over de bezienswaardigheden van de aangedane plaatsen.
6. Het afschrift is gemaakt  door C.N. Oranje, een neef van de auteur. In het Maritiem Museum Rotterdam zou zich eveneens een afschrift bevinden. Het origineel is in privé-bezit.

1.1. Ortt, Jacob Theodoor.

1.2. 1817 (Amsterdam, 30 november) - 1887 (Den Haag, 16 juni).
1.3. Zoon van jonkheer H.J. Ortt en jonkvrouw A.M. Warin. Echtgenoot van Leontine Josephine de Raikem. (1831-1915). Hoofdingenieur Rijkswaterstaat. Diverse waterstaatkundige publicaties.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: FA Ortt (74), 141.
2.2. Zeven delen; 21 x 13; 2400 p.
2.3. Journaal van J.R.T. Ortt beginnende Januari 1851.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1851-1887.
4.1. 1851-1887.
4.2. Zeer uitvoerig en vrijwel dagelijks bijgehouden van zijn bezigheden. 'Den 23 Augustus [1872] kwam Alice de Raikem bij ons, de tweede dochter van mijn zwager Felix de Raikem, ten einde haar verdere opvoeding bij ons te Haarlem te krijgen op de goede scholen die hier zijn, gelijk met Henriette.'
6. In het archief bevinden zich o.a. een foto van de auteur, correspondentie en een verkorte versie van de dagboeken met concept fragment en brief uit 1954. Dit is niet openbaar.

1.1. Ortt, Joan.

1.2. 1852 (Maastricht, 20 maart) - 1922 (Scheveningen, 24 juni).
1.3. Zoon van jonkheer Jacob Reinoud Theodoor Ortt (1817-1887) en Leontine Louise Josephine de Raikem (1831-1915). Echtgenoot van Maria Adrea Schuller tot Peursum (1856-1927). Kapitein der Artillerie.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: FA Ortt (74), 272.
2.2. 21 x 14; 300 p.
2.3. 17 april donderdag [1879] 's morgens om 1 uur getrouwd op het stadhuis met getuigen [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1879-1882.
4.1. 1879-1882.
4.2. Uitvoerig verslag van zijn dagelijkse leven en zijn werkzaamheden als Kapitein. '25 sept 1880. Gewone dienst en naar de galgenberg geweest naar de recruten. De heeren van de krijgschool zich afgepresenteerd, zouden we 's middags nog in de societeit zien.' Met foto's

1.1. Ortt, Willem Antonie.

1.2. 1868 (Haarlem, 11 mei) - 1946 (Den Haag, 25 mei).
1.3. Zoon van jonkheer Jacob Reinoud Theodoor Ortt (1817-1887) en Leontine Louise Josephine de Raikem (1831-1915). Echtgenoot van 1) Elisabeth Maria barones van Boetzelaer (1867-1914) en 2) Johanna Hillegonda Cornelia Sluiter (1880-?). Kapitein der Artillerie.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: FA Ortt (74), 49.
2.2. 16 x 10; 55 p.
2.3. De jeugdjaren van Joan Ortt.
2.4. NL.
3.1. Beschrijving van zijn jeugd 'omdat zijn zeer bewogen leven in lateren tijd, door invloeden van anderen, niets uitstaande heeft met hetgeen hem in zijn jeugd is wedervaren.'
3.3. Eind negentiende eeuw.
4.1. 1852-1875.
4.2. Nauwkeurige beschrijving van de kinderjaren van Joan Ortt. 'Ook was hij [mijn vader] driftig, kon van zijn kinderen niet goed tegenspraak dulden, doch als hij in zijn drift iemand onrecht had gedaan, dan had hij daarvan later bitter berouw.' Tevens citaten uit het dagboek van zijn vader.

1.1. Oven, H.H. von.

1.3. Echtgenote van ene 't Hoen.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 865.
2.2. Fotokopie; 15 x 11; 69 p.
2.3. Herinneringen uit ver vervlogen tijden.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1964 (voor).
4.1. 1912-1933.
4.2. Informatieve beschrijving van de overtocht naar en het verblijf in Indië. Bij aankomst was de auteur zeer vermagerd en had zware bloedarmoede: 'Dagelijks; Tien glazen melk, waarin 10 eieren waren geklopt.' Dat was de therapie die haar van 47 tot 62 kg deed aankomen.

1.1. Palier, H.

2.1. Tilburg, bibliotheek Katholieke Universiteit Brabant: HS B 69.
2.2. 20x30; 50 p.
2.3. Bijzonderheden uit en omtrent Noord-Brabant 1850-1853.
3.1. Dagboek.
3.3. 1850-1853.
4.1. 1850-1853.
4.2. Voorgedrukt correspondentieboek 'Journaal van myne briefwisseling waaruit ik, met een opslag van het oog, derzelver voornamen inhoud mij herinneren en bewaaren, en veele andere voordeelen trekken kan (s.l.; s.d.; 's Hertogenbosch) dat al na enkele notities evolueert tot dagboek. Veel aandacht voor sensationeel nieuws (ongelukken en rampen), weinig persoonlijke notities: '23 jan. 1852. Eene vrouw, uit de Langstraat afkomstig, wierp zich te Raamsdonk met haar kindje in het water, en verdronk ten gevolge vandien'. Bevat ook bij de betreffende datum ingeplakte krantenknipsels.

1.1. Panhuys, Adriaan Willem Emile.

1.2. 1779 (Maastricht, 6 december) - 1870 (Maastricht, 6 augustus).
1.3. Zoon van Huybert Aemilius Panhuys en Johanna Gerarda Heldewier. Echtgenoot (1816) van Johanna Philippine Hass. Tweede huwelijk (1841) met Henriëtte baronesse von Warnsdorf. Militair. Vecht mee in de campagnes van 1814 en 1815 (Quatre-Bras). Later carrière generale staf
2.1. Den Haag, NA (eerste afdeling): FA Panhuys (1.10.64) 262.
2.2. 21 x 17; 52p.
2.3. Herinneringen uit mijn leven 1869.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.3. 1869.
4.1. 1787-1815.
4.2. Voornamelijk over zijn ervaringen als militair in de jaren 1787-1815, in Engelse en Hollandse dienst. 'Oorlogsverklaring aan Holland, Fransche troepen, belegering Maastricht, bombardement. Mijne ouders en familie zochten eerst een schuilplaats tegen de bommen in de kelder, doch al spoedig zich niet veilig achtende in het stamhuis, moesten de wijk nemen in de kelder van mijn Oom in de Korte Straat [...].' Kwam tijdens de korte vrede van Amiens tussen Frankrijk en Engeland in 1803 terug naar Holland en werd daarna gearresteerd, moest in Franse dienst, maar zorgde voor een remplaçant, 'die in mijne plaats bij een regiment kwam, die al spoedig naar het Italiaansche armee werd gezonden, en in het eerste gevecht aldaar omkwam. [...] Niet hebbende over mij kunnen verkrijgen wat de divisie generaal Loison te Luik mij voorsloeg, de Prins van Oranje te vergeten en in mijn rang bij de fransche armeé over te gaan, [...] had de plaatselijke commandant Charbonniere medelijden met mij, daar ik mij in de jaren bevond carriere te maken, mij veroorlovende een verlof van 14 dagen.'
6. Zie ook nr. 241 van het archief: 'Aantekeningen van Adriaan Willem Emile van Panhuys, door hemzelf opgesteld, 1803' (nr. 61 van de aanvullingen tot 1814). Verder is er een reisverslag van hem in het archief (nr. 60 van de aanvullingen).

1.1. Paulissen, Martin.

1.2. 1912 (Arnhem, 11 april) - ?
1.3. Betrokken bij de Jongelieden Geheelonthoudersbond (JGOB), antimilitaristisch. Publicist. Schreef in de jaren dertig veel artikelen onder het pseudoniem Jacques Rees. Later veel publicaties in opdracht van de Nederlandse bond van Slijters..
2.1. Amsterdam, IISG: archief Paulissen, 1.
2.2. 30 x 21; 70 p.
2.3. Domela Leeft, Ontmoetingen, gesprekken en ervaringen met vrije socialisten.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1950.
4.1. Ca. 1912-1950.
4.2. Vooral over zijn vele activiteiten in allerlei jeugdbewegingen in de jaren twintig. 'Ik kwam in aanraking met een voor mij volkomen nieuwe wereld', over zijn kennismaking met de politiek en de linkse beweging in dezelfde periode. In het manuscript bevinden zich enkele gedrukte brochures. Verder over anarchosyndicalisme en zijn ervaringen als spreker.

1.1. Penners, Dionysius.

1.2. 1755 (Heerlen, 10 juli) - 1836 (Heerlen, 28 juni).
1.3. Zoon van Gerardus Penners en Maria Gertrudis Schils. Volgde een schoolopleiding te Rolduc en Aken en studeerde theologie aan het seminarie te Roermond. Werd in 1780 tot priester gewijd. Vanaf september 1792 tot de reorganisatie van het bisdom Luik in november 1803, was hij pastoor van de St. Pancratius-parochie te Heerlen.
2.1. Heerlen, Gemeentearchief: archief St. Pancratiuskerk, parochie Heerlen, 479.
2.2. Twee delen; 32 x 19,5; 121 f.
2.3. Mixtae novitates et antiquitates, quas confuse et promisque disposui quia perturbatio vitae, et magna confusio temporum, religionum et rerumque omnium confusio dominantur in orbe terrarum.
2.4. LA; NL; FR.
3.1. Aantekeningen.
3.3. 1792-1803; (1829).
4.1. 1792-1803; (1829).
4.2. Aantekeningen betreffende de geschiedenis van St. Dionysius, bijgeloof, Heerlen en omgeving en de gebeurtenissen en de problemen in de parochie, onder meer over de kapel te Welten, de eed van trouw aan de Franse republiek en de prediking. Met transcripties van diverse proclamaties en andere stukken van de overheid en van verzonden brieven.

1.1. Perk, Albertus.

1.2. 1795 (Hilversum, 15 april) - 1880 (Hilversum, 7 december)
1.3. Zoon van Jan Perk (1758-1823), veerschipper, en Maria Johanna van der Velde (1755-1821). Tweemaal gehuwd, in het tweede huwelijk (1832) met Maria Antoinette van Putten (1808-1886).
Werd in 1816 gemeentesecretaris van Hilversum, later gemeenteontvanger en tot 1871 wethouder. Tevens Notaris te Hilversum.
2.1. Hilversum, Streekarchief Gooi en Vechtstreek: collectie Albertus Perk (B4), 105.
2.2. 20 x 16; 60 p.
2.3. Dagverhaal van het gebeurde te Hilversum en in den omtrek sedert de omwenteling, gedurende de blokkade en belegering van Naarden, tot aan de ontruiming van die stad door de Franschen, den 12 mei 1814.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1813 (10 november) - 1814 (12 mei).
4.1. 1813 (10 november) - 1814 (12 mei).
4.2. Een persoonlijk getint verslag vanuit Hilversum over de belegering van Naarden door de Fransen in 1813-1814. Geeft een beeld van de vele geruchten, 'Zaterdag den 13 hoorde ik te Loenen dat de Keizer in Mentz doorstoken was'.
6. In de collectie De Lange (B6), 55, bevindt zich een getypt afschift van het dagverhaal. Daarnaast is er allerlei documentatie over Albertus Perk in die collectie te vinden.

1.1. Perk, Albertus.

2.1. Hilversum, Streekarchief Gooi en Vechtstreek: collectie Albertus Perk (B4), 157-159.
2.2. Drie delen; 20 x 16; 600 p.
2.3. Pro Memorie 1817
2.4. NL.
3.1. Dagboekaantekeningen.
3.3. 1817-1821.
4.1. 1817-1821.
4.2. Aantekeningen in almanakken en agenda's. Geen aaneengesloten periode. Vooral observaties en anekdotes. Geïllustreerd met krantenknipsels. '26 aug.1817 Veele lieden zijn het Zeemonster gaan zien, hetwelk op dit ogenblik de algemeene aandacht tot zich trekt.' Verder vele berichten uit het buitenland en Perks opmerkingen daarover. Zeer gevarieerde teksten.

1.1.Perk, Albertus.

2.2. Fotokopie; 21 x 16; 250 p.
2.3. Poezie is het woord van den Omslag of het bandje van het boekje dat mij toelachte op eene Veiling.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1859; 1873-1880.
4.1. 1859; 1873-1880.
4.2. 'Eindelijk wil ik weder opvatten mijne aantekeningen, mijn dag & weekboek' Zo schrijft Albertus op 20 april 1873. Een uitvoerig en goed geschreven dagboek, met velerlei bespiegelingen, naast verslagen van belevenissen en gewone gebeurtenissen. 'Gisteren Bertha jarig; ik zocht aantekeningen van haar geboorte, maar vond een drietal jaren ledig in mijn dagboek; het zijn van de drukste geweest, tegen het einde van 't Agentschap. Overigen zeker van de minste innerlijke gemoedsbewegingen. Toch is 't niet verkieslijk die ledigheid. Wat blijft er over van stemming, van voor of achteruitgang.' Veelzijdig dagboek dat een goed beeld geeft van de gemoedsgesteldheid van deze man op hoge leeftijd. Er zijn een vijfitental pagina's uit het dagboek van 1859 eveneens in fotokopie aanwezig.
6. In de collectie De Lange (B6) onder meer  nr. 256: 'Dagboeken van Albertus Perk.' Het betreft een verzameling getypte kopieën van fragmenten uit het dagboek dat in particulier bezit schijnt te zijn. Zie ook de fotokopie van het dagboek van Albertus Perk (collectie Albertus Perk (B4), 160).

1.1. Perk, Jan.

1.2. 1758 (Hilversum, 21 december) - 1823 (Hilversum, 12 september).
1.3. Zoon van Jan Jansz. Perk (1733-1779), veerschipper, en Emmitje Soetbrood (1737-1773). Tweemaal gehuwd, in tweede huwelijk met Maria Johanna van der Velde (1755-1825). Afkomstig uit een geslacht van veerschippers, klom op door zelfstudie. Vanaf 1779 veerschipper. Opziener der domeinen in het Gooiland. In 1795 werd hij lid van het dorpsbestuur, van 1803 tot 1810 dorpssecretaris van Hilversum, vanaf 1804 ook notaris. Hij had belangstelling voor de plaatselijke geschiedenis.
2.1. Hilversum, Cultureel centrum De Vaart: collectie Perk, E 6.
2.2. 22 x 14; 124 p.
2.3. Familie-herinneringen uit grootvader's en vader's dagboeken verzameld voor kinderen en kindskinderen.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
4.1. 1758 (21 december 1758) - ca. 1820.
4.2. Aantekeningen vooral over jeugd en opvoeding, werk, familiegebeurtenissen en overpeinzigen.
6. Uittreksel uit de dagboeken door Emma Geertruida Perk (1837-1917), kleindochter van de auteur. Het archief Perk is uiteengeraakt. Het originele dagboek van Jan Perk van vóór 1813 is niet overgeleverd.

1.1. Pestel, Wilhelm Friedrich von.

1.2. 1802 (Dillenburg, 9 februari) - 1880 (Utrecht, 30 januari).
1.3. Zoon van mr. Friederich Franz Ludwig von Pestel (1764-1837) en Justine Freiin von Gerschein-Hohenstein (1770-1833). Echtgenoot (1826) van Philippina Christina Scherer, dochter van Georg Friedrich Scherer en Margarethe Luise Muth. Was luitenant-generaal der artillerie en adjudant des Konings. Vanaf 1838 jonkheer.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Von Pestel 64.
2.2. 13 x 8; 150 p.
2.3. Januarij Donderdag 1. Zacht weder, maar veel storm uit het N.W. - Ik was den geheelen dag druk met mijnde dienst en ging niet uit.
3.1. Dagboek.
3.3. 1863.
4.1. 1863.
4.2. In een agenda bijgehouden dagboek over het dagelijks leven van een legerofficier: bezigheden, etentjes, contacten: 'Na den eten eens in de Sociëteit om de papieren te lezen.'. Verhaalt over een bezoek aan prins Frederik.
6. Het archief (inventarisnummer 72) bevat tevens een door W.F. von Pestel opgestelde familiekroniek .

1.1. Pet, Jan.

1.2. 1799 (Hoorn, 1 oktober) - 1862 (Hoorn, 31 januari).
1.3. Tweemaal gehuwd; in eerste huwelijk met Anna Magdalena van Vollenhoven (1797-1829). Volgde zijn schoolopleiding in Hoorn en werd daarna handelaar in kaas, aanvankelijk samen met zijn vader. Werd op het eind van zijn leven burgermeester van Berkhout.
2.1. Hoorn, Archiefdienst Westfriese Gemeenten.
2.2. 20 x 16; 79 p.
2.3. Aan mijne Kinderen. Geliefden! In de stille uuren die ik, meer dan mij lief is, op mijne kamer doorbreng, vertoeft mijn geest dikwerf in de vervlogen dagen van mijn leven; [p.3] Terugblik op mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor de kinderen; om hen in ieder geval iets na te laten, want geld, goed of hoog aanzien heeft de auteur zich niet weten te verwerven.
3.3. 1853 (juni) - 1859 (februari).
4.1. 1799 (1 oktober) - 1859 (1 februari).
4.2. Aantekeningen over zijn levensloop, gezinsleven, werkzaamheden, tegenspoed in de kaashandel, eerst in Hoorn als vennoot van de firma Weduwe Ris en Comp., later met zijn vader en de heer Messchaert als medevennoten in Medemblik. Financiële zorgen, angst voor armoede en gedachten over foute beroepskeuze.

1.1. Pierson, Adriana Margaretha (Etha).

1.2. 1866 (Rohrbach, 15 februari) - 1946 (Ermelo, 28 augustus).
1.3. Dochter van Allard Pierson en Pauline Gildemeester. Echtgenote van mr. David Abraham Kool (1862-1945), directeur van Neptun A.G., rederij te Emden.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 04: 2.3.2.1 en 2.2.16.
2.2. Vier schriften; diverse formaten (ca. 21 x 16); 215 p.
2.3. [I] Dagboek Etha overigens prachtwoorden van A. P[ierson] voor Etha.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1882 (8 augustus) - 1887 (29 november).
4.1. 1882 (8 augustus) - 1887 (29 november).
4.2. Nogal onregelmatig bijgehouden dagboek, begonnen als jong meisje tijdens een verblijf in Parijs met haar vader, Allard Pierson. Soms kroniekachtig, maar vooral ook echt een meisjesdagboek met bakvissentaal en veel uitroeptekens. Schrijft ook veel over emotionele kwesties: verdriet, verliefdheden, onzekerheden e.d. Verder veel aandacht voor haar vader en zijn rol in de opvoeding. Veel leeservaringen, bespiegelingen over godsdienst, kunst, geschiedenis. Er zijn enkele bladzijden uitgescheurd. Verbeteringen van spel- en taalfouten van latere datum (niet zeker door wie aangebracht).
6. Zie ook UB Reveil 04: 2.3.2.2 (M.A. Pierson. Bybelsche geschiedenis by Pappa); 2.3.3. ('Aantekeningen over hetgeen Papa mij en ons allen vertelt' 1872; 'Wat vader met ons aan tafel bespreekt' 1882) en 9.2.1. ('Uit hetgeen Etha opteekende van uitingen van vader in de jaren 1882-1887')

1.1. Pierson, Allard.

1.2. 1831 (Amsterdam, 8 april) - 1896 (Zutphen, 27 mei).
1.3. Zoon van J.L. Gregory Pierson en Ida Oyens. Opgegroeid in Reveilkringen. Gehuwd met Pauline Gildemeester (1831-1900). Werd aanvankelijk Waals predikant, maar voelde zich niet thuis in de Hervormde kerk. 1870: buitengewoon hoogleraar theologie Heidelberg; 1877-1895 hoogleraar esthetica, kunstgeschiedenis en nieuwe letteren te Amsterdam.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 04: 1.2.1.
2.2. Tien cahiers; 20 x 16,5; ca 350 p.
2.3. Dagboek I. 14 Sept. 76  28 [februari] 1877.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Deel I: Begonnen, en begonnen op 14 Sept., omdat ik op dien dag levendig betreurde mij niet juist meer te kunnen herinneren wanneer en hoelang Marie Steinberg ons in 75 bezocht had. Dit dagboek by te houden is als een dagelyksch omgaan met haar voor wie ik de innigste liefde had.'
3.3. 1876 (14 september) - 1889 (21 oktober).
4.1. 1876 (14 september) - 1889 (21 oktober).
4.2. Dagboek is begonnen n.a.v. het overlijden van Marie Steinberg (zijn vroegere kindermeid?). Pierson schrijft vrijwel dagelijks in een telegramachtige stijl, voornamelijk over zijn bezigheden op sociaal (familie, kinderen, uitgaan, visites, gespreksonderwerpen etc.) en professioneel gebied, zijn gezondheid en leeservaringen (uitvoerig) en soms over zijn emotionele staat.
6. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 04: 1.2.2 (A. Pierson. 1 cahier lectuuraantekeningen en 'Uittreksel Dagboek Allard Pierson I Geschriften en Lektuur' (1876-1888).

1.1. Pierson, Nicolaas Gerard.

1.2. 1839 (Amsterdam, 7 februari) - 1909 (Heemstede, 24 december).
1.3. Zoon van J.G. Pierson en Ida Oyens. Echtgenoot van Catharina Rutgera Waller (1837-1913).
Econoom en staatsman. Directeur Surinaamsche Bank (1868-1885). President Nederlandse Bank (1885-1901). Hoogleraar Staathuishoudkunde en Statistiek aan de Universiteit van Amsterdam (1877-1885). Minister van Financiën (1891-1894; 1897-1901). Lid Tweede Kamer (1905).
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): collectie Pierson XXIX.
2.2. Vijfendertig cahiers; 20 x 16; ca. 1540 p.
2.3. Dagboek I 12 Sept 1881 31 dec. 1881. De laatste weken waren rijk aan gebeurtenissen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Onder den indruk van al dit leed [sterfgeval] begin ik dit Dagboek, dat enkel kroniek zal zijn. [&] Een bonte kroniek! Ik zal er van allerlei in optekenen, en alles door elkander.'
3.3. 1881 (12 september) - 1908 (14 augustus). Het deel dat zijn vrouw heeft bijgehouden: 1908 (15 april) - 1909 (31 december).
4.1. 1881 (12 september) - 1908 (14 augustus). Het deel dat zijn vrouw heeft bijgehouden: 1908 (15 april) - 1909 (31 december).
4.2. Vrijwel dagelijks bijgehouden dagboek, bedoeld als kroniek van het dagelijks leven. De stijl varieert van kort en telegramachtig tot zeer uitvoerig. Beschrijft zijn sociale- en familieleven (veel Reveilmensen, visites, logeerpartijen, dineetjes enz.), zijn sociale werkzaamheden (strijd tegen de prostitutie), wetenschappelijke bezigheden, politieke carrière. Verder aandacht voor zijn gezondheid, leeservaringen. De laatste maanden van zijn leven is hij ziek. Wanneer de ziekte hem belemmert om zijn dagboek bij te houden, neemt zijn vrouw dit over. Aanvankelijk eveneens als kroniek, maar naar mate haar man zieker wordt, schrijft zij steeds emotioneler over het sterfbed van haar man.
6. De laatste maanden is het dagboek bijgehouden door zijn echtgenote Catharina Rutgera Waller. Zie Waller.

1.1. Pinke, Fredrik.

1.2. 1860 (Hengelo, 01 januari) - 1917 (Utrecht, 25 september).
1.3. Zoon van Fredrik Pinke en Pietertje van Paddenburg. Echtgenoot (1888) van Johanna Carpentier Alting. Loopbaan bij de marine in Nederlands-Indië. Bracht het in 1914 tot vice-admiraal en commandant van de Zeemacht in Nederlands-Indië.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie F.Pinke (2.21.091.01) 1-5.
2.2. Vijf delen; 21 x 17; 473 p.
2.3. Na een korte tijd van spanning had Oostenrijk den 28e Juli formeel den oorlog aan Servië verklaart.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1914-1916.
4.1. 1914-1916.
4.2. Uitvoerig oorlogsdagboek over de militaire maatregelen die in Nederland-Indië genomen werden naar aanleiding van de oorlogstoestand in Europa. Met uitvoerige citaten van rapporten van eskadercommandanten en anderen. Weinig persoonlijk, ondanks de titel op de omslag: 'persoonlijk, geheim.' Dat laatste zal dan ook als militair geheim moeten worden begrepen. Veel gegevens over de zeemacht in Indië gedurende de Eerste Wereldoorlog.

1.1. Plaat, Engelbert George van der.

1.2. 1793 (Hulst, 20 januari) - 1874 (Breda, 5 december).
1.3. Zoon van Engelbert George van der Plaat (1756-1831) en Susanna Maria Tegelberg (?-1800). Vice-admiraal.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, B II 324.
2.2. 33 x 20; 39 p.
2.3. Staat van dienst van Engelbert George van der Plaat.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. Na 1856.
4.1. 1807 (3 augustus) - 1856 (1 december).
4.2. Schematische aantekeningen over het verloop van de opleiding en de carrière van Van der Plaat. In tabellen genoteerd: 'Tijd van dienst op ieder schip'; 'in welken rang'; 'namen der schepen, kommandanten'; 'Zee-reizen of Zee- en havendagen'; 'Zeeslagen of gevechten'; 'Verhaal der gedaane diensten'; 'Toelichtingen'. Van der Plaat begon in 1807 als 'kadet-élève' van koning Napoleon waarna hij in 1810 toetrad tot de Franse Koninklijke Marine. Vanaf 1814 was hij in dienst bij de Koninklijke Nederlandse Marine waar hij opklom van adelborst tot vice-admiraal. Van der Plaat geeft ooggetuigenverslagen van verschillende oorlogshandelingen (o.a. Java; België) en citeert veel uit allerlei bronnen.

1.1. Poelgeest, Jacoba van.

1.2.  1875 (10 januari) - 1953 (6 juli).
1.3. Weduwe van ds. T.J.A. ten Bokkel Huinink. Zuster van Hugo van Poelgeest.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): PA Hugo van Poelgeest 1879-1954 4 (2.21.131).
2.2. 19 x 10; 19 p.
2.3. De Vlietberg. Jeugdherinneringen voor kinderen en kleinkinderen.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor kinderen en kleinkinderen
3.3. 1948.
4.1. Laatste kwart van de negentiende eeuw.
4.2. 'De Vlietberg is weg en het geslacht 'Van Poelgeest' sterft uit, want er zijn alleen maar meisjes. Dat huis heeft een geslacht zien opgroeien, dat met elkaar gelukkig was. Waar toe geen ontevredenheid kent en volop genoten van de kalmte en rust van het buitenleven'. Besluit met: 'Toch zal onze gezin dan nog bij kinderen en kleinkinderen in gedachten blijven'. Veel over het landgoed en de natuur en over de steenfabriek. Beschrijving ingedeeld in seizoenen. Spelletjes die ze doen. Feestjes met schoolvriendinnetjes. Tochten die ze maakten met de roeiboot over de IJssel. Ook wel informatie over verhouding met bedienden en werknemers van de steenfabriek.
6. Ingelegd in het schriftje een getypte brief d.d. 29 maart 1948 van haar broer Hugo met reacties en aanvullingen op haar herinneringen. Aan het eind van deze autobiografie ook een aantekening waaruit blijkt dat het naar deze broer is gestuurd: 'Beste broer, dit is het eerste nog verbeterde epistel. De volgende heb ik in tegenwoordige spelling geschreven. Dit kan je wel houden; maar ik wil ook wel een nieuw epistel voor je schrijven. Is het zoo goed?'

1.1. Poest Clement, Antonie Johan van der.

1.2. 1815 - 1905 (Amsterdam 25 december).
1.3. Echtgenoot van Jacoba Johanna de Graaff. Notaris te Poortugaal. Lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
2.1. Zevenbergen, Regionaal Archief West-Brabant: FA Van der Poest Clement (664), 328, 265-267, 334.
2.2. Vijf delen; 32 x 22,5; ca. 2500 p.
2.3. Memoriaal van Antonie Johan van der Poest Clement, notaris te Poortugaal.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1851-1854; 1859-1875; 1896.
4.1. 1851-1854; 1859-1875; 1896.
4.2. Dagelijks bijgehouden dagboek met systematische beschrijvingen van zowel privé als zakelijke activiteiten. Kent naast een onderverdeling per dag ook een aantal andere onderverdelingen. De structuur hiervan verandert door de jaren niet. Geeft een goed beeld van de activiteiten van uur tot uur van een negentiende-eeuwse notaris.

1.1. Poest Clement, Andries van der.

1.3. Zoon van Antonie Johan Poest Clement en Jacoba Johanna de Graaff. Echtgenoot van G.P. Lebret. Notaris. Burgemeester en secretaris van Poortugaal en Hoogvliet.
2.1. Zevenbergen, Regionaal Archief  West-Brabant: FA Van der Poest Clement (664), 333.
2.2. 32 x 20; 500 p.
2.3. Memoriaal.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1901 (1 januari) - 1905 (25 december).
4.1. 1901 (1 januari) - 1905 (25 december).
4.2. Dagelijks bijgehouden dagboek met systematische beschrijving van zowel privé als zakelijke activiteiten. Kent naast een onderverdeling per dag ook een aantal andere onderverdelingen: 'a. Heden  81e verjaardag van mijn schoonvader [...]. b. om 9 uur mijn vrouw en ik per rijtuig Verhoeff naar Charlois gereden [...]. d. Aan de Regt betaalt voor lesgeven Frans.' Geeft een goed beeld van zijn activiteiten en uitgaven van uur tot uur. De laatste aantekening is gemaakt op de dag dat zijn vader overlijdt. Hiervan is de datum genoteerd maar de dag niet beschreven. In het dagboek liggen veel krantenknipsels, foto's, menu's, toegangskaarten en dergelijke.

1.1. Polak, Eduard.

1.2. 1843 (31 juli) - na 1922.
1.3. Zoon van Zadok Philip Polak, apotheker te Amsterdam (Muiderstraat; Weesperstraat) en Malko Tall. Echtgenoot van Sophia van Leer. Militair apotheker in Oost-Indië tot 1896.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, Mi 92-739.
2.2. 20 x 15; 152 p.
2.3. Eduard Polak, geboren 31 juli 1843.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.2. Geschreven voor zijn vrouw t.g.v. hun vijfentwintigjarig huwelijk.
3.3. 1922.
4.1. Ca. 1850-1897.
4.2. Beschrijving van Polaks opleiding tot militair apotheker en diens (vooral professionele) leven tot zijn huwelijk in 1897. Beschrijving van de reizen naar Oost Indië, het sociale leven (o.a. visites, genootschapleven, vrijmetselarij) en professionele leven (militaire ziekenhuizen, privé-praktijk)  aldaar, de verlofperiodes in Nederland (studeert en werkt dan in verschillende laboratoria) , diverse reizen door Europa (Weense wereldtentoonstelling 1873, Parijs). Met foto's.
6. Amsterdam, Scheepvaartmuseum, Gr 91 -3: E. Polak, 'Journaal der reis gedaan met het Clipperfregatschip Insulinde [...] naar Batavia van 2 mei - 31 juli 1867'.

1.1. Poll, Clara Catharina van de.

1.2. 1855-1943.
1.3. Dochter van Fredrik Harman van de Poll (1823-1909) en Henriette Wilhelmine van de Poll-van de Poll.
2.1. Zeist, Gemeentearchief Zeist: FA van de Poll (V-140), 991-992.
2.2. Twee delen; 9 x 6 en 10 x 6; 172 p.
2.3. Om elf uur zijn wij naar de Duitsche kerk gegaan [...].
2.4. NL; FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1868-1871.
4.1. 1868-1871.
4.2. Bijgehouden vanaf haar dertiende jaar. In het eerste deel staan korte dagboekaantekeningen en het tweede deel betreft  een agenda met aantekeningen. Schrijft over gebeurtenissen thuis, vakanties en dergelijke, niet erg uitvoerig. '18 December 1868, begin der Kerstvakantie en 5 jan. 1869 einde der vakantie, helaas.'

1.1. Poll, Clara Catharina van de.

2.1. Zeist, Gemeentearchief Zeist: FA van de Poll (V-140), 993-1010.
2.2. Achttien delen; 14 x 9; ca. 1700 p.
2.3. 1891 Januari 1. Niet naar de Kerk geweest bij zus gebleven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1891-1910.
4.1. 1891-1910.
4.2. Het dagboek is bijgehouden in zakagenda's. Vrijwel elke dag is beschreven. Aantekeningen over familie gebeurtenissen.Vermeldt steeds wat ze doet, wie er op bezoek komen en waar haar familieleden naar toe gaan. Ook over ziektes en het weer. Goed leesbaar, niet heel intiem, maar haar leven is goed te volgen over een groot aantal jaren. In de laatste deeltjes vele dagen niet beschreven. De delen 1901 en 1909 ontbreken.

1.1. Poll, Frederica Louise Henriette van de.

2.1. Zeist, Gemeentearchief Zeist: FA van de Poll (V-140), 560-561.
2.2. 22 x 17; 30 p.
2.3. Zeist, le 1 juin 1874. Déja depuis longtemps j'ai en envie d'ecrire un journal [...].
2.4. FR; NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'enfin après le conversation que nous avons lue hier soir a ce sujet Je me sui décidé d'en Commencer un [journal].
3.3. 1874; 1880.
4.1. 1874; 1880.
4.2. Dagboekfragmenten van Henriette van de Poll. Eerst een kort stukje uit 1874 in het Frans (ondanks haar goede voornemens niet langer dan zes pagina's). Het tweede fragment gaat over haar dienstaanvang in het paleis. '7 febr. 1880. Dienst. Om half een werd ik bij de Koningin geroepen, die allerliefst was, zij zeide mij dat zij altijd Hollandsch met mij wilde spreken en dat ik haar moest corrigeeren als zij fouten maakte.' Verder bijzonderheden over het (hof)leven in Den Haag.

1.1. Poll, Frederik van de.

1.2. 1780 (Bloemendaal, 28 september) - 1853 (Utrecht, 13 november).
1.3. Zoon van Harman van de Poll (1750-1807), burgemeester van Amsterdam, en Margaretha Jacoba van de Poll (1751-1815). Was tweemaal gehuwd, in eerste huwelijk met Elisabeth van Vollenhoven (1781-1816). Bezocht de Latijnse school te Amersfoort, studeerde rechten te Utrecht, promotie in 1802. Advocaat te Amsterdam. In 1814 advocaat-fiscaal der middelen te water. Vervulde enkele openbare functies, waaronder gouverneur van de provincie Utrecht. Zijn burgemeesterschap van Amsterdam, begonnen in 1828, eindigde in de nasleep van het belastingoproer van 1835.
2.1. Amsterdam, Gemeentearchief: PA Van de Poll, voorl. 383.
2.2. Afschrift; 33 x 20; 51 p.
2.3. Levensbeschrijving van mijnen veelgeliefden vader mr. F. van de Poll door hemzelven beschreven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1851.
4.1. 28 september 1780 - 20 februari 1851.
4.2. Beschrijving van leven en van de auteur: ouders, opleiding, loopbaan, liefde, huwelijk, gezin, tegenslagen zoals de dood van zijn eerste vrouw en het einde van zijn burgemeesteschap, betrekkingen met het koninklijk huis.
6. Afschrift door een zoon van de auteur, met naschrift over de laatste twee jaar van zijn vader, diens ziekte en sterven.

1.1. Poll, Fredrik van de.

1.2. 1860-1937.
1.3. Zoon van Fredrik Harman van de Poll (1823-1909) en Henriette Wilhelmine van de Poll-van de Poll. Adjunct-directeur van 'De Kosmos' Levensverzekeringsmaatschappij te Zeist.
2.1. Zeist, Gemeentearchief Zeist: FA van de Poll (V-140), 1416.
2.2. Vijf cahiers; 20 x 16; 200 p.
2.3. Dagboek beginnende den 27 juli 1873.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Daar nu gisteren de vacantie begonnen is ben ik begonnen dit dagboek op te stellen, om zoveel als mogelijk is van den dag op te schrijven en zodoende mijne gedachten uit te drukken.
3.3. 1873 (27 juli) - 1876 (23 augustus).
4.1. 1873 (27 juli) - 1876 (23 augustus).
4.2. Dagboek van een dertien- tot zestienjarige jongen uit zeer gegoede stand in Zeist. 'Donderdag 10 augustus 1873, opgestaan om half acht. Van negen tot twaalf speelde ik met [...], schreef in mijn dagboek en verkleedde ik mij. Na de [...] las ik tot vier het boek A.V. uit. Daarna deed ik tot vijf uur niets.' Geeft een goed beeld van zijn leven in die jaren, school, familie, verjaardagen en dergelijke. 'Maandag 29 Juni, ik had 's morgens een beetje dhiarrhee, doch nadat ik er een flanellen lap met eau-de-cologne opgedaan had ging het spoedig over.' Ondanks de voornemens weinig 'gedachten', veel over wat hij meemaakt, uitstapjes, paardrijden, vrienden, muziekuitvoeringen en een enkele leeservaring.

1.1. Poll, Fredrik Harman van de.

1.2. 1823 (Amsterdam, 9 januari) - 1909.
1.3. Zoon van mr. Fredrik van de Poll (1780-1853) en Clara Catharina Bonn (1788-1866). Echtgenoot van Henriette Wilhelmine van de Poll. (1829-1909).
2.1. Zeist, Gemeentearchief Zeist: FA van de Poll (V-140), 58.
2.2. 21 x 17; 125 p.
2.3. Geschiedenis, Herinneringen van Fredrik Harman van de Poll.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie/Memoires.
3.3. 1902.
4.1. 1823-1902.
4.2. Jeugdherinneringen van de zoon van een Amsterdamse burgemeester. 'In 1829 verliet mijn vader de tweede kamer en werd burgemeester van Amsterdam. De Belgische Revolutie was voor mijn broeder André en mij een aardige tijd.' Ook over vakantie en dergelijke. De schoolstrijd komt ook aan de orde. 'Maar neen! de orthodoxie wilde eigen scholen, scholen met den Bijbel voor kinderen [...] en bekladde op alle wijze de openbare Staatsschool om die er onder te werken.' Met anekdotes en aardige terzijdes. Uitvoerig over een ongeluk bij het schaatsen in 1885. Daarnaast komt zijn eigen carrière aan de orde. Van de Poll had nauwe betrekkingen met het koningshuis.

1.1. Poppes, Daniel.

1.2. 1787 (De Punt, 12 maart) - 1847 (15 december).
1.3. Zoon van Marcus Poppes en Tryntje Hekkema. Ongehuwd.
2.1. Assen, RA Drenthe: collectie diversen (0294) - 403.
2.2. Fotokopie; 37 x 25; 76 p.
2.3. [1100?] Donsland. de Koningh van denemarken de Zoon = J groninger levendig verbrand hier in de Stad.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1800-1847.
4.1. (1100) 1800-1847.
4.2. Curieus kroniekachtig dagboek dat lijkt te beginnen met een opsomming van 'gebeurtenissen' vanaf 1100. '1454 is de monick elendig verbrand godlosse monick vervloek is hij verbrand in het eeuwige vuur'. Maakt vooral gewag van 'ellendige' en bijzondere zaken, zoals aardbevingen, koeien met 2 koppen en dergelijke. Gaat vanaf 1800 over op vrijwel dagelijkse notities van gebeurtenissen. Nooit langer dan een regel. Veel aandacht voor het weer en rampen.
6. Afschrift

1.1.Porreij, Nellie.

1.2. 1851 (Den Bosch, 12 december) - 1930 (Utrecht, 1 februari). 1.3. Echtgenote (1883) van Henri van Kol (1852-1925), ingenieur en socialist. Onderwijzeres 1871-1876; werkte onder andere op de kostschool van de Hernhüttersgemeente in Gnadau (Duitsland) en als gouvernante in Nederlands-Indië; publiceerde onder de naam Nellie, voor het eerst in 1882 in het Soerabaja's Handelsblad; schreef tot omstreeks 1892 artikelen voor socialistische bladen; oprichtster  en redactrice van De Vrouw 1893-1900, het kindertijdschrift Ons Blaadje en de 'Volkskinderbibliotheek' 1901-1913; vanaf 1901 richtte zij zich op het christendom en publiceerde in bladen als De Strijdkreet van het Leger des Heils.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief Nellie van Kol.
3.1. Dagboek.
3.3. 1883-1886; 1886-1901; 1891-1904.
4.1. 1883-1886; 1886-1901; 1891-1904.
4.2. Het deel 1886-1901 betreft aantekeningen over haar dochter Lili (1886-?) en het deel uit 1891-1904 bevat aantekeningen over haar zoon Ferdi (1891-?).
6. Verder in het archief o.a. correspondentie 1870-1929; aantekeningen o.a. over spiritsme; manuscripten; knipsels en personalia.

1.1. Portengen, Jacobus Albertus.

1.2. 1856 (14 januari) - 1926 (31 januari).
1.3. Echtgenoot van Anna van den Broeke (1865-1945). Marineofficier van gezondheid 1e klasse; kapitein ter zee; gemeentearts te Vreeland.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 183.
2.2. 34 x 20; 53 p.
2.3. Journaal gehouden aan boord van het Nederlandsche Stoomschip Pallas Kapt. J.J. Muntendam door J.A. Portengen med. cand.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1879 (19 juni) - 1879 (21 augustus).
4.1. 1879 (19 juni) - 1879 (21 augustus).
4.2. Persoonlijk dagboek bijgehouden tijdens een oefenreis door de Middellandse Zee, de Azoren en de Zwarte Zee. Uitvoerige beschrijvingen van de bezochte plaatsen en de werkzaamheden aan boord. Of  Portengen, op dat moment medisch kandidaat, ook werkzaamheden verrichte, wordt niet duidelijk. I.i.g. heeft hij de vrijheid van boord te gaan wanneer hij wil. Als de terugreis hem te lang en saai lijkt, verlaat hij in Marseille het schip om per trein naar Nederland terug te gaan. Achterin uittreksels van leerstof.

1.1. Portengen, Jacobus Albertus.

2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek Mi 90-188, 1-4.
2.2. Vier delen; 25,5 x 20,5 en 20 x 15,5; 446 p.
2.3.Vertrokken van Amsterdam per stoomschip Prinses Marie, 's woensdagsmorgens, Pa deed me uitgeleidde tot Ymuiden, om half drie, 2 saluutschoten voorby des Uiterton, den volgenden avond (Donderd. 25 feb.) lagen we om 6 uur in 't dok van Southampton.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1886 (24 februari) - 1905 (8 december).
4.1. 1886 (24 februari) - 1905 (8 december).
4.2. Dagboek van een marinearts tijdens zijn diensttijd in o.a. Oost-Indië en het Caraïbisch gebied (o.a. Sambus, Bandu, Samarang, Curaçao, Suriname) op diverse schepen (o.a. de Prinses Marie, de Riouw, de Tromp, de Kortenaer). Portengen verzorgt niet alleen zieken aan boord van de diverse marineschepen, maar ook zeelieden aan boord van buitenlandse marine- en koopvaardijschepen en de plaatselijke bevolking.
Alle delen bevatten veel folders (o.a. van voorstellingen), krantenknipsels (m.n. over de politieke situatie van de plaatsen die Portengen aandoet), briefjes (o.a. verzoeken om medische bijstand: 'Rightfood bruised, with the anchor falling on it'), ansichtkaarten en veel foto's, telegrammen, visitekaartjes (o.a. van 'pater fr. Paul Delgeur' met opschrift 'Ik geloof heus dat ik gek wordt'). Portengen heeft veel belangstelling voor de leefgewoontes van de inheemse bevolking van de plaatsen die hij aandoet en beschrijft die uitvoerig. Achter in het laatste deel een afschrift uit 'Historie der Boecaniers of Vreybuyters van America. Tot Amsterdam by Nicolaas ten Hoorn boekverkooper 1700' (hoofdstuk 8: over rovers).

1.1. Posthuma, Boukje Rudolfsdr.

1.2. 1842 - 1924.
1.3. Echtgenote (1866) van Rinze Vonk, bakker in Ureterp.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 48.
2.2. Fotokopie; drie delen; 416 p.
2.3. 19 dec 1892. Janna B. Vonk verjaard, 18 jaar. Naar Johannes vd Meulen geweest om eene betrekking, niet losgekomen.
3.1. Dagboek.
3.3. 1892-1898.
4.1. 1892-1898.
4.2. Dagboek met korte notities over het weer, doen en laten van familieleden, haar eigen bezigheden, visites, werkzaamheden, nieuwtjes over geboorten en overlijden, ziektes van familieleden, opmerkingen over armoede en socialisme. 'Janna aardig vlug en Vonk idem. 's Avonds de heeren naar Wegburen, waar mr. Troelstra spreekt over de benarde positie van 't menschdom. Moge het wat helpen voor 't volk want 't is treurig met sommige toestanden.'

1.1. Pot, Joost.

1.2. 1881 (Vlaardingen) -1957 (Schiedam, 10 november).
1.3. Kleinzoon van Joost Pot (1846-?), haringhandelaar en reder. Na zijn opleiding was hij verbonden aan de Vlaardingse rederij Joost Pot, de scheepswerf Maarten van der Kuil van zijn grootvader van moeders kant en als oprichterdirecteur aan de Visserij-Maatschappij 'Mercurius'.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: HS 366.
2.2. 20,5 x 16; 444 p.
2.3. Fragmentarische memoires der Potters.
3.1. Memoires.
3.2. 'Een zuiver relaas van de werkelijkheid' als tegengif voor alle 'uit de lucht gegrepen verhalen'.
3.3. 1955 (september).
4.1. 1881-1955.
4.2. Door een journalist gekuiste maar nog steeds persoonlijke, emotionele beschrijving en analyse van de opkomst en ondergang van een drietal door Potters opgerichte rederijen waarin de schuldigen (met name een aantal van zijn ooms en zijn vader) 'met man en paard' worden genoemd: 'Ik heb vroeger eens een reeks radio-voordrachten gevolgd van dr. Van Schelven over het onderwerp der voortplanting en deze kwam tot de conclusie van het heilloze voor het nageslacht, indien debiele of zwakzinnige personen aan de voortplanting deelnemen. Hoewel ik over dit wetenschappelijk onderwerp niet tot oordelen bevoegd ben, vrees ik toch, dat, naar de mens gesproken, de 'bron' bij de echtgenote van de oude Joost Pot gelegen heeft'.
6. Hetzelfde inventarisnummer bevat tevens een typoscript van het handschrift. Het dossier bevat eveneens commentaar van de journalist die op het verzoek van de auteur de memoires bewerkte en een brief van een aantal familieleden (10 januari 1999) met hun geheel tegengestelde visie op de gebeurtenissen: 'De memoires van Joost Pot gelezen hebbende, kan men maar tot een conclusie komen: het is een jammerklacht van een gefrustreerde oude man, die niet meer duidelijk weet wat er is gebeurd'.

1.1. Pothoff, Cornelis.

1.2. 1766 (21 februari) -  1844 (Assen, 1 september).
1.3. Echtgenoot van (1792) Hendrika Johanna Oortwijn. Studeerde te Groningen rechten. Was rector van de Latijnse school te Meppel. Patriot. Werd na 1795 gekozen in het Wetgevend Lichaam, was later vrederechter in het kanton Dalen en belastingontvanger. Hield zich bezig met de vernieuwing van het schoolwezen, was in 1803-1843 schoolopziener in Drenthe.
2.1. Wageningen, Bibliotheek Landbouwuniversiteit (afd. speciale collecties): collectie Harm Tiesing, doos I.
2.2. 21 x 16,5; 32 p.
2.3. [Etiket] Pothof. Naar een handschrift uit Grolloo afkomstig en mij ter hand gesteld door den heer Emmens h.d.s. aldaar; [p.1] Onderwijzers der jeugd! Zeer waarde en geachte vrienden.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Bij zijn veertigjarige schoolopzienerschap wenst de auteur de onderwijzers uit zijn district door middel van een toespraak bekend te maken  met de 'wonderbare wisseling van zijn levenslot' en zijn strijd voor beter onderwijs.
4.1. 1766 (21 februari) - 1843.
4.2. Beschrijving van leven en loopbaan van auteur, enkele gebeurtenissen, opleiding, functies en in het bijzonder het schoolopzienerschap.

1.1. Potgieter, Everhardus Johannes.

1.2. 1808 (Zwolle, 27 juni) -  1875 (Amsterdam, 3 februari).
1.3. Nederlands letterkundige. Een van de oprichters van de tijdschriften De Muzen en De Gids.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Ai 12.
2.2. 32 x 20; 10 p.
2.3. Zondagmiddag. 24 oct. 1830. Tusschen drie en vier uren verliet ik mijn woning en was weldra aan de Mechelsche poort.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1830 (24 oktober) - 1830 (8 november).
4.1. 1830 (24 oktober) - 1830 (8 november).
4.2. Potgieter woonde vanwege financiële problemen vanaf 1827 in Antwerpen. Dit dagboek beschrijft zijn belevenissen tijdens de Belgische opstand die in oktober 1830 uitbrak. Op 26 oktober vielen de Belgische troepen Antwerpen binnen. Potgieter liet zich inschrijven bij de 'garde urbaine' en verliet die weer toen de sfeer daar anti-Hollands werd. Een week na de beëindiging van dit dagboek keerde Potgieter weer terug naar Nederland.
6. Afschrift door J.H. Groenewegen: Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): III * G 22 (p. 23-35). Nummer Ai 12 bevat tevens een fragment van een dagboek gehouden te Antwerpen, 24 oct. 8 nov. Zie ook: Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Ai 18 (E.J. Potgieter. Aantekeningen van letterkundige en persoonlijke aard, 1827-1830) o.m. een aantekening over zijn vertrek naar Nederland op 19 november 1830.

1.1. Potgieter, Everhardus Johannes

2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Ai 26.
2.2. 20 x 17; 92 p.
2.3. Eindelijk [?] kom eindelijk zulk op de preekstoel  [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1831 (28 mei) -  1831 (16 juli).
4.1. 1831 (28 mei) -  1831 (16 juli).
4.2. Moeilijk leesbaar handschrift. Dagboek is een fragment. Het gaat over zijn verblijf in Zweden in 1831. Aantekeningen over dagelijkse gebeurtenissen, afgewisseld met losse opmerkingen, gedichten en briefontwerpen.

1.1. Pous, Pieter.

1.2. 1777 (Middelburg, 12 oktober) - 1851 (Middelburg, 30 juni).
1.3. Zoon van Bonifatius Mathias Pous (1744-1797) en Anna Maria Steengracht (1753-1828). Echtgenoot (1800) van Suzanna Petronella de Fremery (1782-1856). Studeerde rechten in Leiden. Bekleedde in Middelburg diverse functies, waaronder raad en president van de vierschaar. Belegde zijn vermogen in landerijen. Stichtte op eigen kosten in 1815 een landbouwschool in huize Ter Mee bij Oostkapelle.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: FA Mathias-Pous-Tak van Poortvliet, 330-334.
2.2. Vijf delen; 19,5 x 16 en 31 x 20; ca. 1430 p.
2.3. Dagverhaal van Pieter Pous.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1790 (5 juli) - 1847 (12 oktober).
4.1. 1790 (5 juli) - 1847 (12 oktober).
4.2. Bijna dagelijkse korte aantekeningen van activiteiten: school, universiteit, werk, uitstapjes: geleidelijk steeds meer beperkt tot diners en visites. Bijzonderheden over Middelburg en omgeving, en in het laatste deel ook het weer en landbouwactiviteiten.

1.1. Prehn Wiese, R.C. van.

1.2. 1840 (voor) - na 1860.
1.3. Ambtenaar in Nederlands-Indië.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 1237.
2.2. Fotokopie; 40 x 30; 50 p.
2.3. Ik kom naar Indië om te worden geplaatst bij een suiker onderneming.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1860.
4.1. 1840-1860.
4.2. Levendig en goed geschreven verslag van zijn werkzaamheden op de westkust van Sumatra en de westkust van Borneo. 'De menschen (ambtenarern en officieren) in het binnenland bevielen me volstrekts niet om den immorelen toon die algemeen onder hen heerschte.' Met talrijke details uit het leven in de buitengewesten in het midden van de negentiende eeuw.

1.1. Prins, Arij.

1.2. 1860 (Schiedam, 19 maart) - 1922 (Schiedam, 3 mei).
1.3. Telg uit oud koopmansgeslacht. Verbleef van 1885-1905 in Hamburg als agent van zijn vader die hij later als directeur van een kaarsenfabriek in Schiedam opvolgde. Nederlands auteur. Kunstverzamelaar. Debuteerde in 1885 als auteur (onder pseudoniem A. Cooplandt) met de naturalistische roman Uit het leven. Schreef later neoromantische en impressionistische werken.  Bevriend met J.K. Huysman. Medeoprichter van de Nederlandse Vereniging  van Letterkundigen.
2.1. Den Haag, Letterkundig Museum: P 877H3 686.
2.2. 19,5 x 16; 60 p.
2.3. 1875. 19 Maart Vandaag ben ik jarig vijftien jaar.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1875 (19 maart) - 1876 (24 mei).
4.1. 1875 (19 maart) - 1876 (24 mei).
4.2. Vrijwel dagelijks gemaakte aantekeningen, aanvankelijk redelijk uitvoerig en persoonlijk, later steeds korter. Schrijft over gebeurtenissen op school, leeservaringen, logeerpartijtjes en ziekte.

1.1. Questro, Herman Daniël.

1.2. 1912 (Gouda, 20 oktober) - 1977 (Gouda).
1.3. Zoon van Hermanus Johannes Pieter Questro, beroepsmilitair, en Margaretha Helena van Nahuys. Procuratiehouder bij de N.V. Goudse Verzekeringen. Amateurtoneelspeler.
2.1. Gouda, Streekarchief Hollands Midden: varia (200), 1043.
2.2. 2 dln. 35 x 30; 220 p.
2.3. Autobiografie van herman daniël Questro.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Waarom een autobiografie? Ach zeker niet omdat je jezelf zo belangrijk vindt, anderzijds wil je zowel voor jezelf als voor je nageslacht toch wel de vele herinneringen uit je gedane leven vastleggen.'
3.3. 1970.
4.1. 1912-1946.
4.2. De autobiografie begint met herinneringen van aan zijn vroege jeugd in Gouda, het ouderlijk huis, de omgeving, het schoolgaan, de buren, vakanties, speelgewoonten en dergelijke. 'Het was [het] huis met zijn directe omgeving, dat op mij een sterk stempel heeft gedrukt, waarschijnlijk omdat de periode van de puberteit met al zijn emoties daarin viel en je in de leeftijdjaren van 12 tot 19 je eigenlijk je definitieve levensvorm krijgt.' Verder uitvoerige beschrijving van zijn adolescentenjaren, vrienden, kennissen, vermaak in Gouda en de H.B.S. Later een verslag van de oorlogsjaren en zijn toneelspel. Veel ingeplakte illustraties.

1.1. Randwijck, Aletta Johanna van.

1.2. 1839 (Bemmel, 28 maart) - ?
1.3. Dochter van Lodewijk Napoleon graaf van Randwijck, minister en gouverneur, en Claire Julie Hélène Philippine van Vredenburch
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 77.
2.2. Fotokopie; 116 p.
2.3. Fifty years in the Hague and out of it: A family record 1846-1896.
2.4. EN.
3.1. Herinneringen.
3.2. Geschreven voor haar neven en nichtjes, in het bijzonder voor haar petekind, opdat zij bekend raken met de 'details in the lives of their elders.'
3.3. 1897; 1902.
4.1. 1846-1896.
4.2. Herinneringen aan het leven van haarzelf en naaste familie in de hofkringen van Den Haag, met aandacht voor de veranderingen in onder meer de gebouwde omgeving.

1.1. Ravesteyn, Willem van.

1.2. 1876 (15 oktober) ‑ 1970.
1.3. Aanvankelijk onderwijzer (1907‑1908). Vooraanstaand lid van de SDAP. Vanaf 1909 een van de leiders van de communistische groepering SDP. Lid Tweede Kamer (1918‑1926), lid gemeenteraad Rotterdam (1919‑1927), hoofdredacteur van De Tribune (1916‑1925). Stapte in 1925 uit als lid. In 1926 uit de Komintern verwijderd. Conservator van de gemeentebibliotheek Rotterdam (1927-1941).
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 928.
2.2. Getypt; 28 x 20; 61 p.
2.3. Zelfportret voor mijn zoon.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Waarom wil ik dit nu nog pogen? Omdat ik, kort gezegd, er zeker van ben, dat mijn leven in strekere mate dan vaak het geval is, het jouwe heeft beinvloed. En het je dus, 't zij nu, 't zij later misschien moet interesseren, wat die invloed is geweest en waarom hij, naar ik aanneem, sterk is geweest.
3.3. 1963 (zomer).
4.1. 1876‑1913.
4.2. Gedetailleerde autobiografie waarin veel aan zelfanalyse gedaan wordt.  Begint met een theoretische en persoonlijke uiteenzetting over de grote (genetische) invloed van vaders op hun zonen. Verwijst naar Max Weber. Probeert zich te herinneren wat de gebeurtenissen en invloeden in zijn jeugd geweest zijn die hem gevormd hebben, maar heeft weinig concrete herinneringen 'Geen enkele impressie op het kinderzieltje die is blijven hangen. En ik moet dus maar aannemen, dat de onprettige indrukken die het knaapje daar [op school] wel zal hebben opgedaan geheel in het onderbewustzijn zijn ondergedoken of verzonken, iets als vuil water in een riool.' Veel informatie over gelezen boeken en tijdschriften en de invloed die het op zijn vorming heeft gehad. Over zijn letterenstudie in Leiden (college van Kalff, Te Winkel) en zijn SDAP‑lidmaatschap. Geeft een aantal persoonlijke details over partijgenoten. Over zijn bezoeken van Lyrische toneelvoorstellingen, zijn herinnering aan de eerste opvoering van de Tristan in Nederland. Beschrijving sterke verliefdheid. Over zijn vriendschap met uitgever Willie Brusse. Veel over invloed omstandigheden op psyche. Van grote invloed zou de miskraam van zijn vrouw zijn geweest, waarbij de moeder moest worden gered door het hoofd van het kindje te verbrijzelen.
De autobiografie heeft geen echt einde.
6. FA van Ravesteyn bevat meer egodocumenten van deze auteur die dateren van na de in deze lijst beschreven periode (FA 53.02, 1 ‑132). In het IISG bevindt zich eveneens een archief Van Ravesteyn.

1.1. Rechteren, Emma Eugénie Frederica van.

1.2. 1832-1907.
1.3. Echtgenote (1854) van Willem Anne de Constant Rebecque (1827-1894). Moeder van Justine Therèse en Cécille Alexandrine. Barones.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie De Constant Rebeque aanv. coll 66 (1925-1966) 117 C t/m H .
2.2. Zes delen; 21 x 18; 1640 p.
2.3. Belmonte 13 Aout 1854. Dimanche. La avant midi avec mon mari [...].
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1854-1874.
4.1. 1854-1874.
4.2. Redelijk beknopte beschrijvingen van dagelijkse activiteiten. In januari 1869 de meest uitgebreide beschrijvingen per dag (vergeleken met haar dochters). Veel aantekeningen over de kinderen.
6. Zie De Constant Rebecque.

1.1. Rechteren Limpurg, Adolf Frederik Lodewijk van.

1.2. 1793 (Arnhem, 13 oktober) - 1851 (Den Haag, 31 maart).
1.3. Zoon van Frederik Lodewijk Christiaan graaf van Rechteren Limpurg (1748-1814) en Elisabeth Reineira Johanna van Heeckeren van Overlaer. Echtgenoot (1824) van Elisabeth Wilhelmina van Massow (1793-1882).
Verbleef met zijn ouders, uitgeweken Oranjegezinden, langdurig in Duitsland. Studeerde rechten te Erlangen en Leiden.
2.1. Zwolle, Rijksarchief Overijssel: HA Almelo, voorl. 5457; voorl. 9438; voorl. 4243.
2.2. Drie delen; diverse formaten; 384 p.
2.3. No.1 Het reiseboek welke Adolph van Rechteren samelt van het jaar 1804 den 28 october van sein 11 jaar
2.4. NL; DU.
3.1. Reisjournaal en dagboek.
3.3. 1804 (28 oktober) - 1830 (6 december).
4.1. 1804 (28 oktober) - 1830 (6 december).
4.2. Het eerste deel bevat een verslag van reizen in Duitsland (Frankfurt, Bremen, Altona, Oldenburg) en Nederland (Zwolle, Kampen, Amsterdam en Haarlem); het tweede deel bevat verslagen van reizen genummerd 1-14, in Duitsland en Nederland (Leiden, Zwolle), een verblijf in Erlangen. Ervaringen deels uit de studententijd; het derde deel bevat het verslag van een reis door Duitsland, vakantie op Rechteren, reis naar Duitsland en verblijf te Berlijn in 1830.
6. Het archief bevat meer reisverslagen.

1.1. Rechteren Limpurg, Adolf Frederik Lodewijk van.

1.2. 1793 (Arnhem, 13 oktober) - 1851 (Den Haag, 31 maart).
1.3. Zoon van Frederik Lodewijk Christiaan graaf van Rechteren Limpurg (1748-1814) en Elisabeth Reineira Johanna van Heeckeren van Overlaer. Echtgenoot (1824) van Elisabeth Wilhelmina van Massow (1793-1882).
Verbleef met zijn ouders, uitgeweken Oranjegezinden, langdurig in Duitsland. Studeerde rechten te Erlangen en Leiden.
2.1. Zwolle, Rijksarchief Overijssel: HA Almelo, voorl. 9402.
2.2. 21 x 17,5; 357 p.
2.3. Tagbuch von Adolph Friedrich Ludwig graaf von Rechteren Limpurg als student in Erlangen d. 7t. november 1812.
2.4. NL; DU.
3.1. Dagboek.
3.3. 1812 (7 november) - 1816 (6 juli).
4.1. 1812 (7 november) - 1816 (6 juli).
4.2. Aantekeningen, gemaakt als student te Erlangen van 1812 tot 1814 en te Leiden van 1814 tot 1816.

1.1. Rede, Willem van.

1.2. 1880 ‑ 1953 (22 maart).
1.3. Zoon van Adolphus van Rede (1849‑1924) en Wilhelmina M.J. Boogaard (1857‑1913). Echtgenoot van  Marie A.A. Langlais (1898‑1975). Graanhandelaar.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: Verzameling H. Mees (288), 44.
2.2. Vijfentwintig cahiers; 21 x 17; ca. 1750 p.
2.3. 'Itinerarium', reisverslagen en herinneringen.
2.4. NL.
3.1. Persoonlijke aantekeningen.
3.3. 1897‑1952.
4.1. 1897‑1952.
4.2. In telegramstijl gemaakte dagelijkse aantekeningen over met name activiteiten in zowel werktijd als vrije tijd. Vaak gebruik van korte steekwoorden waarmee gebeurtenissen worden aangeduid: 'M 13 Perziken 10 cmes, Jean's kamer; vriendelijkheid regen Buma niet onvriendelijk.' In latere periodes komt het voor dat hij slechts volstaat met een aantekening van de stad waar hij zich de bewuste dag bevond. Lijkt vooral te zijn bedoeld als geheugensteuntje voor zichzelf. Het 'memoriaal' bevat regelmatig correcties, aanvullingen en vraagtekens uit een veel latere periode, zoals de volgende opmerking uit 1952: 'Zouden er meer zoon memoriaal bezitten? Maar ik wel 't was ook wel zéér de moeite waard'. Voorin het eerste schrift zit een briefje geplakt met het volgende commentaar: 'Voor 't schriftje moet een excuus worden gemaakt. Pas omtrent 1912‑13 zijn we die Eng breed‑punt‑pennen [...] voor‑goed gaan gebruiken. Voordien al een enkele keer op proef. Maar eerst moest het restant scherpe‑punt‑pennen nog 'op'.

1.1. Renno, Johann Christiaan.

1.2. 1764 (Schwartzenau Hessen-Darmstadt, 20 maart) - 1829 (Arnhem).
1.3. Zoon van Johannes Renno en Johanna Margueritta Smidt. Militair, vanaf 1784 in Hollandse dienst. Vocht in Rusland; held in Waterloo. Eindigt als Generaal-Majoor.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Offerhaus (2.21.235) Doos 6 - f.
2.2. Afschrift (getypt); 27 x 20; 63 p.
2.3. 1812 augustus [...] Gistermorgen marcheerden wij met de devisie Ligte Cavalerie van de hoogte bij Leontschewo de weg nemende naar Smolensk.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3.  1812 (4 augustus) - 1814 (15 juni).
4.1. 1812 (4 augustus) - 1814 (15 juni).
4.2. Verslag van dag tot dag van zijn gevangenneming, verwonding en krijgsgevangenschap in Rusland. 'Een chirurgijn een Lieflander zijnde moest Tolk zijn. Zijn eerste vraag in Duits: Was für rang hast du? Gevoelig over deze grofheid vroeg ik hem of hij zich erinneren konde dat wij de vaerkens tesamen gehoed hadden, zo niet, door wien hij dan wist dat ik DU hiete. Hierna veranderde het Du in Sie.' Na de eerste weken van ontbeering wordt hij in Saratoff aan de Wolga samen met andere krijgsgevangen officieren vastgehouden. Hier is de gevangenschap zeer dragelijk. 'Mijne huislieden schijnen zeer ordentelijk goede menschen.' Vele contacten met medeofficieren en de omvangrijke Duitse kolonie in Saratoff. '21 maart 1814. Vertrek uit Saratoff. Heden voor de middag van alle vrienden en goede kennissen afscheid genomen, die mij van sommige zeer gevoelig was, waarvan wezenlijk vriendschap genoten had. 's Middags aten de meeste van mijne reisgenoten met mij bij den Dominé.' Gaat over de weg naar Riga en van daar per schip naar Travemunde.

1.1. Reuth, Norbert van.

1.3. Inwoner van Eindhoven.
2.1. Eindhoven, Streekarchief Regio Eindhoven: bibliotheek, folio 003.
2.2. Fotokopie; 21 x 17; ca.1000 p.
2.3. 1915. In de kerk zijnde, gedurende de hoogmis, zag de eerw man rondgaan met de keukenschaal & eensklaps overviel mij een onheimelijk gevoel, bij het aanschouwen van het gelaat diens man.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1915 (3 oktober) - 1923 (1 april).
3.4. 1915 (3 oktober) - 1923 (1 april).
4.2. Netversie van een niet aangetroffen kladdagboek. Zeer regelmatig bijgehouden. De aantekeningen zijn doorgaans kort. Veel over het weer. Ook over gelezen boeken en dagelijkse gebeurtenissen.

1.1. Reuvekamp Gille, F.H.

1.3. Zeekapitein in de koopvaardij.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, A IV 2116.
2.2. 20 x 16,8; 73 p.
2.3. Mijn 1ste zeereis als gezagvoerder met het Nederlandsche barkschip genaamd Celebes van Nederland naar Soerabaja en terug via Samarang en Batavia [...]. Opgedragen aan mijne geliefde gaede.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Voor zijn vrouw Anna.
3.3. 1860 (13 december) - 1861.
4.1. 1860 (13 december) - 1861.
4.2. Emotioneel dagboek geschreven tijdens de eerste reis nadat hij in het huwelijk is getreden. Eerst in lange retrospectieve stukken, later dagelijks. De eerste scheiding viel hem zwaar 'ik was in mijn ziel aangedaan. [...] O! Onbeschrijfelijk was mijn gevoel, daarbij mijn innerlijk gevoel in aanmerking genomen, daar hetzelve nog warm was, van de losrukking uit de tedere lieve armen, mijner gade.' Gedurende de reis wordt het gemis niet minder en noteert hij steeds meer emotionele uitbarstingen en richt hij zich steeds vaker rechtstreeks tot Anna. De reis verloopt niet voorspoedig (problemen met de opdrachtgever, de bemanning, het weer) en gaandeweg wordt het verlangen het zeeleven vaarwel te zeggen steeds groter: 'Zou men niet alles willen opgeven van een zoodanige levensloop bevrijd te zijn?'

1.1. Reynst, Joan Cornelis.

1.2. 1798 (Arnhem, 23 januari) - 1871 (Den Haag, 11 oktober).
1.3. Zoon van Pieter Hendrick Reynst, vice-president van de Algemene Rekenkamer in Nederlands-Indië, en Suzanna Ignatia Rademaaker. Echtgenoot (1828) van Catharina Geertruida Scherping (1805-1831).
In 1815 benoemd tot ambtenaar voor de dienst van Oost-Indië. Begon als klerk bij  de Algemene Rekenkamer en eindigde als gouverneur-generaal. In 1839 werd hij in de Nederlandse adelstand verheven. In 1860 keerde hij terug naar Nederland.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): PA J.C. Reynst 40.
2.2. 35 x 22; 100 p.
2.3. Aanteekeningen van jonkheer Joan Cornelis Reynst.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor zijn kinderen en kleinkinderen.
3.3. 1869-1871.
4.1. 1798-1871.
4.2. Over zijn carrière en zijn gezinsleven. Tamelijk uitgebreid verslag van de geboortes van zijn kinderen, het sterven van zijn echtgenote, de ziektes van zijn kinderen en het overlijden van zijn vader. Tijdens zijn verlof in Nederland in 1839 zag hij in Oostende voor het eerst 'een trein op het ijzeren spoor. Dit was een verbazendst gezicht en moesten wij aan de verschrikte kinderen doen belooven dat wij er geen gebruik van zouden maken, zoodat wij het reisje naar Antwerpen deden per rijtuig met paarden'.
6. Dagboekaantekeningen zijn gemaakt in een cahier waarop met gouden letters 'dagboek' op de band staat gedrukt. Het dagboek kent tevens een aantal bijlagen. Het archief bevat van hem ook een aantal reisverslagen.

1.1. Rhijn, Willem van.

1.2. 1877 (Leiden, 3 augustus) - 1964.
1.3. Zoon van Pieter van Rhijn (1848-1880) en Jacobina Aleijda Schippers (1848-1932). Willem van Rhijn was de laatste molenaar van de Leidse molen 'De Valk' en heeft daar zijn hele leven gewoond. Amateur genealoog en historicus.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA van Rhijn (528), 218.
2.2. 21 x 16; 72 p.
2.3. Herinneringen van Willem van Rhijn opgesteld in Augustus 1961. molen 'de Valk' Leiden.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1961-1963.
4.1. 1877-1963.
4.2. Gedetailleerde jeugdherinneringen, genealogische aantekeningen, en herinneringen aan de molen en zijn bewoners. Vaak met later bijgeschreven commentaar uit 1963. Veel over het conflict met de gemeente Leiden over de bestemming van de molen (eind jaren dertig).

1.1. Richards, Elizabeth.

1.2. 1778 (Rathaspick bij Wexford (Ierland), 12 juli) - 1863 (Den Haag, 15 augustus).
1.3. Dochter van Thomas Richards, heer van Rathaspick, en Martha Redmond. Echtgenoot (1802, Wexford) van Frederik Willem graaf van Limburg Stirum, die in 1795 Nederland had verlaten in het gevolg van Willem V. Kreeg tien kinderen. Kwam in 1821 van Ierland over naar Nederland.
2.1. Rotterdam, Gemeentearchief: HA Huis ten Donck, 326.
2.2. Afschrift; 21 x 33; ca. 105 f.
2.3. Diary of my grandmother, Elizabeth Richards, copied from the original manuscript found Huis ten Donck 1917.
2.4. EN; FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1798 (27 mei) - 1825 (oktober)
4.1. 1798 (27 mei) - 1825 (oktober).
4.2. Aantekeningen over het dagelijks leven van de auteur: onder meer over de antiprotestantse opstand van 1798 te Ierland, huwelijk, kinderen, opvoeding, overkomst naar Nederland en ziekte van haar dochter.
6. Afschrift uit 1917 door A.E.Groeninx van Zoelen gravin van Limburg Stirum.

1.1. Riemsdijk, Jacobus Jan Willem Engelbert van.

1.2. 1833 (Gorinchem, 30 september) - 1901 (Den Haag, 22 januari).
1.3. Zoon van Samuel van Riemsdijk (1796-1854) en Lamberta Antoinetta de Man (1801-1870). Echtgenoot van jonkvrouw Elisabeth Jacoba Lucia Junius van Hemert (1853-1931). Zeeofficier van gezondheid. Overleed aan maagkanker, volgens zijn dochter volgens te veel pedis eten.
2.1. Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam, bibliotheek: Gr 85-35.
2.2. Typoscript (afschrift); 30 x 27; 27 p.
2.3. Levensbeschrijving van J.J.W.E. van Riemsdijk.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1898.
4.1. 1833 - 1898 (18 januari).
4.2. Nogal  feitelijke levensbeschrijving, weinig introspectief. Herinneringen aan de schoolopleiding (Breda, Maastricht, Gorinchem). Volgde de school voor militaire geneeskunde te Utrecht ('verre van aangenaam en evenmin hygiënisch') waarna hij officier van gezondheid in dienst van de marine werd. Vanaf 1856 was hij werkzaam in Nederlands-Indië, o.m. in Batavia, Bengkalis, Borneo, Java, Samarang. In 1885 neemt hij ontslag en keert terug naar Nederland. Reden daartoe was dat hem werd verweten 'verkeerde beslissingen' te hebben genomen 'ik voelde mij onverdiend gekrenkt, en dat de lust tot werken mij onder deze omstandigheden ontviel, zal niemand verwonderen'. Behalve over zijn werkzaamheden, schrijft Van Riemsdijk veel over zijn familie en het sociale leven in Nederlands-Indië en de moeizame repatriëring. Bij dit handschrift is gevoegd 'De aanleiding om mijn eervol ontslag te vragen als Chef van den Geneeskundigen Dienst'.
6. Het afschrift is gemaakt door mr. W.A. Baud, de kleinzoon van de auteur. Door hem aangevuld met een notenapparaat en foto's (van de auteur, schepen waarop hij heeft gediend, zijn woning), 'grootmoeders lieve brief' en een personenregister. Baud heeft het 'miserabel Nederlands' van zijn grootvader hier en daar veranderd. Het origineel is zoek.

1.1. Rijk, Julius Constantijn.

1.2. 1787 (Wetzlar, 15 januari) - 1854 (Den Haag, 2 mei).
1.3. Echtgenoot (1810) van Nelly Ysbrands. Zeeofficier en staatsman. Na wisselende marinecarrière in Franse en Nederlandse dienst in 1839 benoemd tot gouverneur-generaal van West-Indië. Van 1843 tot 1849 minister van Marine.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): J.C. Rijk (2.21.205.52), 1-6.
2.2. 25 x 19; 975 p.
2.3. Januaij 1842. Zaterdag den 1e. Daar slechts drie weken geleden namelijk op den geboortedag des Konings publiek audientie gegeven had en ik heden vermoedelijk dezelfde lange discoursen zou hebben moeten aanhoren en beantwoorden, had ik in de couranten doen annonceren dat heden geen publiek audientie gegeven zou worden.'
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1842-1854.
4.1. 1842-1854.
4.2. Uitvoerig, maar weinig persoonlijk dagboek van zijn periode in West-Indië en vooral van zijn ministerschap. 'Maandag den 2e september 1843. Wat een hoogstgewichtigen dag door den gunstige loop der parlementaire discussies. Na het noodige afgedaan te hebben begaf ik mij naar de 2e kamer, reeds om 10 uren namen de discussies een aanvang, de behandeling van het 3e hoofdstuk, werd voortgezet [...] Ik kon in dien tusschentijd het middagmaal ten hove gaan nemen, de Koning was bijzonder opgeruimd door de meest gunstige loop die de zaken nemen.'

1.1. Rink, Stephanus.

1.2. 1813 (Tiel, 6 oktober) - 1895 (Tiel, 18 januari).
1.3. Echtgenoot (1843) van Gabriëlle Jacomina van der Willigen (1813-1853). Advocaat en procureur in Tiel. Vanaf 1839 plaatsvervangend rechter. Vanaf 1874 wethouder in dezelfde plaats.
2.1. Arnhem, Gelders Archief: FA Rink (0526), 44.
2.2. 15 x 9,5; ca. 70 p.
2.3. Memoriën van Sts. Rink.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1829-1833.
4.1. 1829-1833.
4.2. Losse notities, gedachten (over tijd en zelfbeheersing) en confidenties die soms de gedaante aannemen van een dagboek (over zijn studententijd, ontgroening etc.). Bevat tevens o.a. lijstje met belangrijke familiegebeurtenissen, een verjaardagskalender, lijst met temperaturen per dag en lijsten van geleende en te lezen boeken.
6. Veel passages in het dagboek zijn doorgehaald en nog nauwelijks leesbaar. Grote gedeeltes zijn uitgescheurd maar bevinden zich los achterin.

1.1. Rochell, Engelbarta Theodora (Bartha).

1.2. 1865-1946.
1.3. Echtgenote van J.E. de Boer (1885-1944).
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Rochell (FA 00444), doos 4.
2.2. 20 x 30; ca. 300 p.
2.3. Gedenkboek.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1885-1944.
4.1. 1885-1944.
4.2. Niet chronologisch maar op datum geordende aantekeningen uit alle jaren door elkaar heen in voorgedrukt 'Gedenkboek'. Aantekeningen kunnen bestaan uit namen van vrienden, citaten uit brieven of uit de literatuur en korte aantekeningen van gebeurtenissen. Ook opmerkingen van logees (in ander handschrift) als ware het een gastenboek. Met ingeplakte foto's.

1.1. Rochell, Gerard Joseph Johannes.

1.2. 1791-1871.
1.3. Kapitein bij het bataljon Nationale Militie (1810-1815). Nam deel aan de slag bij Waterloo.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Rochell (0444), doos 5.
2.2. Vier delen; diverse formaten; 265 p.
2.3. Den 8 van oogstmaand 1810 van Utrecht vertrokken [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek/reisbeschrijving.
3.3. 1810-1815.
4.1. 1810-1815.
4.2. 'Marschjournaal' Een zeer gedetailleerd reis- en militair verslag: aantallen huizen in de dorpen die hij passeert, staat van de wegen, aard van de fabrieken, aard van de productie, wandelmogelijkheden. In Parijs noteert hij een levendig en opnieuw zeer gedetailleerd beeld van het straatleven, de koffiehuizen, adressen en kwaliteit van de openbare badhuizen, de inhoud van de winkeletalages, de geuren: 'Men kan hier zijn geld zeer nuttig en ook zeer onnut doorbrengen. Men kan hier komen als de verklaarde wellusteling, met een sterk of zwak lichaam, en zoekt bekoorlijkheden en genot, zoo vindt men nog meer dan men verlangt heeft. Men kan als de grootste lekkerbek komen, alles, waartoe men lust heeft kan men bekomen in een woord, men vindt alles in de galerij, zonder een stap hooger te gaan.' Veel minder gedetailleerd is zijn beschrijving van de slag bij Waterloo.
6. Het archief bevat ook een handgeschreven afschrift.

1.1. Rochell, Amalia Agnes.

1.2. 1863-1957.
1.3. Echtgenote van J.H. Blanket.
 2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Rochell (0444), doos 5.
2.2. 20 x 30; ca. 60 p.
2.3. 11 juni 1873 Moe en pa hebben mij een dagboek gegeven omdat ik tien jaar was. Ik zal mijn tiende jaar beter doorbrengen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1873-1883.
4.1. 1873-1883.
4.2. Zeer onregelmatig bijgehouden dagboek met korte omschrijvingen van dagelijkse activiteiten (visites, kerkgang, logés etc.) en korte waardering van de dagen ('een slechte', alleen 'slechte' of 'niets bijzonders').
6. Het dagboek bevat veel droogbloemen en een aantal fotootjes, onder meer van haar hondje

1.1. Roell, Willem Frederik.

1.2. 1767 (Amsterdam, 25 oktober) - 1835 (Amsterdam, 3 januari).
1.3. Zoon van mr. Nicolaas Willem Roell en Anna Sophia Frederica van Gheel. Rechten Leiden. Pensionaris van Amsterdam, orangist. Vanaf 1808 minster van Binnenlandse Zaken. Baron.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie W.F. Roell (2.21.008.78) 202.
2.2. 32 x 20; 61 p.
2.3. Korte Levensschets van Willem Frederik Roell.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1823- ?
4.1. 1767-1823.
4.2. In de derde persoon geschreven memoires. Details over zijn betrekking met Koning Lodewijk Napoleon. 'Hoeveel waarde de koning op aan de diensten van den Heer Roell hechtte blijkt onder anderen daarin dat, toen de op 18 april 1807 gearresteerde secretaris met opzichtigheid de zamenstelling en alteratien van den Raad welke, casu quo, aan de Regentessen of den Regent zouden worden toegevoegd, den minister secretaris van Staat buyten het bereik der sollicitatie van dezelfde gesteld had, hij niettemin in Zijne functie gebleven is, daar tog van dat oogenblik af [...] de mogelijkheid bestond, dat het bij de wet voorziene geval konde verwezenlijkt worden.'

1.1. Roemers, Charles Clément.

1.2.1748 (Maastricht, 31 januari) - 1838 (Meersen, 25 december).
1.3. Echtgenoot (1777) van Anna Maria Nivar (?-1780) Studeerde rechten in Leuven, liep stage in Brussel, en vestigde zich in 1771 in Maastricht als advocaat. Hij was schepen van Maastricht en in 1794-1795 agent-nationaal bij het gerechtshof van Maastricht, en vervolgens commissaris. Was raad bij de regering in Brussel. Maakte van 1797 tot 1812 deel uit van de wetgevende vergadering in Brussel. Keerde na de val het keizerrijk naar Maastricht terug. Beoefende de geschiedenis en de dichtkunst.
2.1. Maastricht, Gemeentearchief: FA Suringar, 341.
2.2. 33 x 20; 23 p.
2.3. Tableau de ma vie privée et publique. 1. Je suis né à Maastricht le 31 Janvier 1748, et j'y fait mon cours d'Humanités chez les les Pères Jésuites.
2.4. FR.
3.1. Autobiografie.
3.2. Verdediging van zijn activiteiten tijdens de Franse tijd, gericht aan koning Willem I.
4.1. (1748-) 1807-1816.
6. Gelijktijdig afschrift van een bijlage bij een brief aan de koning van 3 maart 1816.

1.1. Roessingh, Karel Hendrik

1.2.  1886 (11 maart) - 1925 (29 oktober)
1.3.  Theoloog.
2.1. Leiden, UB: Hs. BPL 2825: 95
2.2. Zeven cahiers; 21 x 16; ca. 500 p.
2.3. Januari 1, Diner bij van Rhijn.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. '[...] het is eigenlijk de laatste tijd dat ik wel eens denk het aardige dat dat boek ook zoo'n enkele neergeschreven regel uit de studententijd zou hebben voor later.'
3.3. 1903-1905; 1907.
4.1. 1903-1905; 1907.
4.2. Dagelijkse notities over zijn bezigheden tijdens zijn gymnasiumtijd en het begin van zijn studietijd.  Over repetities, proefwerken. '7 november 1903, Proefwerk  Nederlands terug, 6, vrij slecht. Proefwerk Engels terug 5 ½ vrij slecht.'

1.1. Romein, Jan Julius (a); Marsch, Catharina Romein-ter March (b)

1.2.  (a) 1862-1930; (b) 1861-1912.
1.3. Ouders van de historicus Jan Romein. Jan Julius Romein was lid van de directie van een conservenfabriek.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Romein, 725.
2.2. Microfilm, 114 p.
2.3. Dagboek J.J. Romein & C. Romein-ter Marsch.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1889-1893; 1897-1898; 1900-1909.
4.1. 1889-1893; 1897-1898; 1900-1909.
4.2. Dagboek is begonnen vlak na de huwelijkssluiting: 'Nog half bedwelmd van het genot een hele week bij elkaar te zijn met het vooruitzicht dat dat nog enige maanden duren zou gingen we op de 7 Nov. 1889 naar 't Stadhuis te Rotterdam om als bruid en bruidegom daarvan terug te komen.' Gaat dan vooral over wat ze doen en beleven op hun huwelijksreis in Duitsland. Later kortere stukken over hun leven thuis, vrienden, familie uitstapjes en dergelijke, iets intiemer van aard (door Catharina?). In de latere jaren zijn de aantekeningen korter.
6. Zie Ter Marsch.

1.1. Roo de la Faille, L.W.G. de.

1.2. 1834 (Moerdijk, 17 september) - ?
1.3. Zoon van Dirk Willem de Roo, dominee, en jonkvrouw Catarina de Casembroot. Opleiding tot classicus, later o.m. inspecteur van financiën te Batavia.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 1218.
2.2. 34 x 22; 500 p.
2.3. Dagboek van Dr. L.W.G. de Roo.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1879-1882; 1890-1896.
4.1. 1879-1882; 1890-1896.
4.2. Uitvoerig dagboek, begonnen in verband met zijn dienstreizen als inspecteur van financiën. De notities zijn nogal zakelijk, maar het betreft geen echt dienstverslag. Het tweede gedeelte, vanaf 1890, is iets persoonlijker, 'de avond is gevallen en buiten is het stil.' en handelt onder meer over Lombok en de opstand aldaar in 1897. In het dagboek ligt nog een levensbeschrijving van L.W.G. de Roo de la Faille door zijn zoon.

1.1. Roodzant, Pieter.

1.2. 1827 (Dirksland, 28 december) - 1880 (Hellevoetsluis, 6 oktober).
1.3. Zeeofficier (1879 kapitein ter zee titulair). Nam in verschillende functies en op verschillende schepen deel aan militaire expedities in Oost-Indië. Van 1865-1867 inspecteur van het loodwezen te Hellevoetsluis (vanaf 1868 ook te Brouwershaven). Van 1872-1880 betrokken bij aanleg van 'het nieuwe vaarwater het Hellegat en de betonning van de Nieuwe Waterweg aan de Hoek van Holland'.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek B II 328 1-2.
2.2. Twee delen; ca. 33 x 20; 198 f.
2.3. Journaal P. Roodzant. Camera Obscura (het water) pag. 222 [volgt citaat].
2.4. NL; FR.
3.1. Dagboek.
3.3. Ca. 1848 (11 oktober) - 1865 (ca. augustus).
4.1. Ca. 1848 (11 oktober) - 1865 (ca. augustus).
4.2. Roodzant begon een regulier marinememoriaal (ook qua vormgeving). Na verloop van tijd gaat het memoriaal over in een persoonlijk dagboek. Zijn notities zijn doorspekt met humorvolle tekeningen, gedichtjes, overpeinzingen en (literaire) citaten. Het memoriaal/dagboek is bijgehouden tijdens reizen naar en expedities in Oost-Indië en een periode van non-activiteit. De beschrijvingen van zeereizen zijn nogal summier, de notities over periodes aan land zijn uitvoerig. Schrijft uitvoerig en open over het sociale leven van de militairen in Oost-Indië (recepties, dronkenschap, seksuele escapades). Het tweede deel is veel minder expliciet, wellicht omdat Roodzant rekening hield met lezing door zijn vrouwelijke familieleden. Het is geschreven tijdens een reis naar Oost-Indië die hij maakte om over een mislukte liefde heen te komen. In beide delen zijn afschriften van documenten opgenomen (brieven, officieel rapport). In het tweede deel visitekaartjes van bedrijven (o.m. in Rio de Janeiro, St. Helena).

1.1. Roon, Hendrik van.

1.2. 1900 (Vlaardingen, april) - ?
1.3. Zoon van een schipper. Schipper ter haringvisserij. Begon op tienjarige leeftijd als loopjongen bij een schoenmaker, ging als twaalfjarige naar zee als 'afhoudertje', vanaf 1913 reepschieter.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: HS 391.
2.2. 28 x 21; 86 p.
2.3. De maasstraat. Bij het opnieuw door bladeren van de boekjes met foto's van oud Vlaardingen, viel het mij op dat ik nergens foto's vond van de Maasstraat of daaromtrent [...] dat bracht mij op de gedachte, ook maar iets over dat 'land' en speciaal de Maasstraat met zijn vier Maasstegen te schrijven.
3.1. Autobiografie.
3.2. Zie 2.3
3.3. 1983 (november).
4.1. 1900-1940.
4.2. Autobiografie met vooral veel aandacht voor jeugdherinneringen die worden opgehangen aan de buurt waar de auteur opgroeide. 'De zusters van Tienen, verkochten petroleum en als je nu voor je moeder een kan peterolie moest halen, kreeg je wel eens een kaakje, uit haar zak, maar dat smaakte altijd naar olie'. Ook over zijn latere leven als stuurman, o.a. op een stoomlogger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Gebeurtenissen worden per jaar en in chronologische volgorde beschreven.

1.1. Rooseboom, Willem.

1.2. 1843 (Amsterdam, 9 maart) - 1920 (Den Haag, 6 maart).
1.3. Zoon van Jacob Rooseboom, bankier, en Fernandina Frederike Waller. Militaire carrière. Schreef daarnaast onder pseudoniem romans. Lid Tweede Kamer voor de liberalen. Gouverneur Generaal van Nederlands-Indië van 1899-1905.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 1319 - 1.
2.2. Vier delen; 34 x 21; 1164 p.
2.3. Mededeelingen uit mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven vanwege de waarde die zijn 'door grondig zelfonderzoek tot stand gekomen en met volkomen oprechtheid beschreven levenslessen' kunnen hebben.
3.3. Na 1914.
4.1. 1843-1914.
4.2. Zeer uitvoerige en goed geschreven autobiografie. Begint met een uitvoerig citaat van het begin van de Confessions van Jean Jacques Rousseau, waarop Rooseboom vervolgens uitgebreid ingaat. Schrijft onder meer over huwelijksaanzoeken: 'Twee dagen wachtte ik in de hoogste spanning haar antwoord. Het was beleefd, niet onvriendelijk, maar beslist afwijzend.' Verder over zijn militaire loopbaan in het Nederlandse en Nederlands-Indische leger, zijn functioneren als gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en de jaren in Den Haag daarna.

1.1. Rottier, Jan Jacob.

1.3. Boer te Terneuzen.
2.1. Goes, Gemeentearchief Goes: 9 A 58.
2.2. 30 x 21; 13 p.
2.3. 15-12-1858 Met stoomboot 'De Telegraaf' naar Antwerpen vertrokken en naar Brussel.
3.1. Dagboek.
3.3. 1858-1861
4.1. 1858-1861
4.2. Beknopte aantekeningen van dagelijkse gebeurtenissen, weersomstandigheden, huiselijke omstandigheden, landbouwwerkzaamheden. Bevat veel namen van buren, familie en vrienden  met kort iets over hun lotgevallen (overlijden, emigratie, ongevallen, ziekte, ontslag). Ook beschrijving van nieuwe toepassingen op het terrein van de landbouw.
6. Getypte samenvatting. Verblijfplaats origineel onbekend.

1.1. Rouffaer, Arnold Jansz.

1.2. 1810-1835.
1.3. Zoon van Johan Rouffaer (1780-1834) en Susanna Maria van Woensel (1782-1821). Vader en grootvader hadden een groothandelsfirma en een jeneverstokerij in Maastricht. Ook was zijn vader lid van de Provinciale Staten van Limburg, van de Maastrichtse gemeenteraad en president van het College van regenten over de armen. Arnold was wijkmeester van wijk 1 in Maastricht. Hij bleef ongehuwd.
2.1. Maastricht, Gemeentearchief Limburg: FA Suringar, 160-166.
2.2. Zes delen; 15 x 10; 264 p.
2.3. Moole Boekje. Boekje van naar de Moole te gaan.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1823 (juli) - 1834 (30 juni).
4.1. 1823 (juli) - 1834 (30 juni).
4.2. Zeer beknopt, vrijwel dagelijks bijgehouden dagboekje (vanaf zijn dertiende jaar): 'Zondag 13 julij 1823. Naar de Moole en daar gegeten. Vader, Nol, Leen en Jan. Later Juffvrouw Klaar en Sannemie. Cartousche de hond gestorven en daarna Chako verdronken in den [vij]ver. Goed weer.'

1.1. Rutgers, Sebald Justinus (a); Lubbartha Engelina (Bartha) Mees (b).

1.2. 1879 (Leiden, 25 januari) - 1961 (Amersfoort, 14 juni) (a); 1879 (Veendam, 8 augustus)- ? (b).
1.3. Echtelieden (1902). (a) Zoon van Johannes Rutgers, arts, en Cornelia Everharda Thiens Abrech. Ingenieur, lid van de SDAP en in 1918 van de communistische partij van de Sovjet-Unie. Werkzaam in de Koezbas 1922-1926. In 1938 terugkeer naar Nederland.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Rutgers-Moskou, Film 1.
2.2. Microfilm van typoscript; 120 p.
2.3. Biografie. Ir. S.J. Rutgers en B.E. Rutgers-Mees.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1942.
4.1. 1879-1942.
4.2. Aanvankelijk afstandelijke en in de derde persoon geschreven autobiografie met vooral veel feiten. Eerst drie pagina's over Sebald en dan een pagina over Bartha. Daarna wordt het verhaal  in de wijvorm  geschreven en gaat het vooral over het huwelijk en de kinderen. 'We maakten ons eerst ongerust dat Jan zo laat begon te praten, maar Dr. Bles verklaarde dat dit wel meer voorkwam als kinderen vroeg begonnen te lopen, en dat hij met 2 jaar een hele speech zou afsteken, hetgeen ook zo uitkwam.' Daarna over hun verblijf in Indië en de terugreis via de Verenigde Staten. Voor de rest een verslag van hun leven in de Sovjet-Unie en de terugkeer naar Nederland tot 1942.

1.1. Rutgers, Sebald Justinus.

2.1. Amsterdam, IISG: archief Rutgers, 1.
2.2. Typoscript; 27 x 22; 11 p.
2.3. De arbeidersbeweging aan het begin van deze Eeuw. Herinneringen van een student.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1958.
4.1. 1896-1900.
4.2. Korte herinneringen, voornamelijk over de opkomst van socialisme en communisme rond 1900. Enkele persoonlijke details. 'Gebeurtenissen en gedachten krijgen alleen betekenis wanneer ze gezien worden op de achtergrond van plaats en tijd in historisch verband.'

1.1. Rutten, Ludovicus Hubertus.

1.2. 1809 (Maastricht, 8 december) - 1891 (Thienen (België), 16 december).
1.3. Priester, stichter van de congregatie der Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria en diverse bewaarscholen. Erekamerheer van de Paus.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: Losse Archivalia, 3309.
2.2. Getypt afschrift; 29 x 21; 15 p.
2.3. In den naam des Vaders en des zoons en des H.Geest. Amen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1869.
4.1. 1809-1869.
4.2. Levensbeschrijving van deze sociaal bewogen priester waarin hij vertelt over zijn opvoeding, roeping en studie en vooral over de stichting van de congregatie. Geeft een goed beeld van een negentiende-eeuwse priester. 'De goede God had mij dus verleend drie verschillende zaken te Maastricht inttestellen.' Goed geschreven. Geeft veel feitelijke informatie en inzicht in zijn doelen en doorzettingsvermogen.

1.1. Rutters, H.

1.3. Stuurman in de koopvaardij.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek A IV I 632.
2.2. 34 x 21; 78 p..
2.3. Twee jaren op het kampanjedek.
2.4. NL.
3.1. Memoires/herinneringen.
3.2. Waarschijnlijk bestemd voor publicatie.
3.3. Ca. 1900.
4.1. 1860-1861.
4.2. Waarschijnlijk voor publicatie bestemd verslag van een reis met de Prins Hendrik  (van Amsterdam via Engeland naar China, Batavia en Shanghai) om Engelse oorlogsschepen te bevoorraden die daar waren om de Chineze keizer te steunen in de opstand van de Taipings. Verblijft enige tijd in Shanghai. Het verslag breekt plotseling af (tijdens de terugreis in Oost-Indië). Ernstig beschadigd.

1.1. Ruys, Anna Charlotte.

1.2. 1898 (Dedemsvaart, 21 december)  1977 (Amsterdam).
1.3. Dochter van Bonne Ruys en Engelina Gijsberta Fledderus. Studeerde medicijnen in Utrecht en Groningen. Behaalde in 1924 artsdiploma, promoveerde in 1925. Werkte op laboratorium van de universiteit, werd daarna hoofd van de laboratoria-afdelin gvan de GG & GD. Hoogleraar bacteriologie aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1947-1950 presidente van de Medical Women's International Association (MWIA). Gehuwd met M.A.A. Defresne, toneel- en prozaschrijver.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA), 238.
2.2. Typoscript 29,5 x 20,5; 100 p.
2.3. Op 21 december 1898 werd ik, Anna Charlotte Ruys, geboren te Dedemsvaart.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1972.
4.1. 1898 - 1972
4.2. Beschrijving van haar leven, vooral over haar carrière: jeugd en opvoeding, gymnasium in Zwolle, traditionele denkbeelden waar ze mee te maken had: 'Moeder was van oordeel dat wanneer ik studeren wilde, ik toch ook de specifieke vrouwelijke taken moest kunnen vervullen. In de eerste gymnasiumjaren had ik daarom les in 'nuttige en fraaie handwerken.'' Over haar studie in Utrecht, het onstaan van haar wetenschappelijke interesse, haar politieke ontwikkeling ('meer en meer links georiënteerd'), de ontmoeting met Defresne en hun jarenlange min of meer geheime relatie. Vertelt ook veel over haar onderzoeken, publicaties van haarzelf en haar man. Beschrijft haar toenemende betrokkenheid bij verzet in de oorlog en de maanden dat zij gevangen zat. Vervolgens over carrière en onderzoeken na de oorlog, lichamelijke problemen en emeritaat.

1.1. Salm, Bregtje Maria.

1.2. 1833-1862.
1.3. Echtgenote (1856) van Gerlof Bartholomeus Salm (1831-1897), architect. Gerlof Salm hertrouwde met Jacoba Maria de Jongh.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: PA architecten G.B. en A. Salm (1315), 5.
2.2. Drie cahiers; 19 x 17; 150 p.
2.3. In de zomer van het jaar 1851 hebben Vader en Moeder met mijne zuster Sara en mij een reisje langs de Rhijn tot Wiesbaden gemaakt.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1851-1853; 1861-1862.
4.1. 1851-1853; 1861-1862.
4.2. Het eerste deel, van voor haar huwelijk met Gerlof, bestaat voornamelijk uit gelegenheidsgedichtjes, maar bevat ook veel poëtische ontboezemingen. Het echte dagboek begint in 1861: 'Den 11e october. Een uurtje geheel alleen aan mij zelve overgelaten, O laat ik dat dan eens even besteden om mijne gedachten van deze laatste dagen maar voornamelijk van heden op het papier te zetten. Ik heb dikwijls gehoord en ook eens gelezen dat dat zoo nuttig is, en dat men juist daardoor weleens tot zeer goede gedachten komt.' Contemplatief dagboek. Naarmate de tijd vordert, wordt het steeds vromer.

1.1. Salm, Bregtje Maria.

2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: PA architecten G.B. en A. Salm (1315), 7.
2.2. 20 x 14; 100 p.
2.3. Aantekeningen van het leven van ons veelgeliefd kind, Abraham, waarmede ik van zijne vroegste jeugd af aan begonnen ben [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Onder meer voor haar zoon Abraham geschreven.
3.3. 1857-1862.
4.1. 1857-1862.
4.2. Dagboek over haar zoon en haar ervaringen als moeder. Ook voor hem geschreven om later te lezen. Braaf en vroom, maar geeft wel inzicht in de ontwikkeling van moeder en zoon. '20 maart 1861, Vreemd is het toch, dat ge maar niet onthouden kunt, hoe oud of ge zijt, en dat is juist eene vraag, die men u zo dikwijls doet.' Bijgevoegd een schriftje van Bregtjes zuster Laurendina die na de dood van Bregtje in 1862 aantekeningen maakte voor Abraham.

1.1. Salm, Bregtje Maria.

2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: PA architecten G.B. en A. Salm (1315), 8.
2.2. 20 x 14; 62 p.
2.3. Aan mijnen lieven Hendrik op zijnen eersten Verjaardag den 10den Mei 1860.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Onder meer voor haar zoon Hendrik.
3.3. 1860-1862.
4.1. 1860-1862.
4.2. Net als voor zijn broer Abraham houdt Bregtje ook een dagboek bij voor Hendrik. Veel details van zijn ontwikkeling, zoals de eerste stapjes, verjaardagen en dergelijke. 'Heb gisteren tot mijn grootste vreugde het journaaltje van uwen broer Abram vervolgd, met niet minder genoegen en innige dankbaarheid wil ik ook thans het uwe vervolgen.' Hendrik overlijdt op driejarige leeftijd in 1862.

1.1. Salverda, Jacobus.

1.2. 1798 (Groningen, 1 maart) ‑ na 1814.
1.3. Zoon van mr. Matthijs Salverda (?-1825) en Anna Swanida Bachiene (-1823). Echtgenoot (1838) van Johanna Baudina Reiger. Diende in 1812‑1813 als aspirant aan boord van de oorlogsschepen Zoutman en Admiraal Everts. Maakte in 1813 als garde d'honneur de veldtocht van Napoleon tegen Rusland mee. Keerde in 1814 na een verblijf te Metz terug naar Groningen. In 1815 tweede luitenant bij de Nationale Militie.
2.1. Groningen, UB: collectie handschriften van het Museum van Oudheden voor de Provincie en Stad Groningen, 6 (11).
2.2. 17,5 x 11; 61 p.
2.3. Journaal gehouden door J. Salverda, garde d'honneur bij het 3e regiment garde d'honneurs waarvan het depot is te Tours, dept. van de Indre & Loire.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1813 (30 juni) ‑ 1814 (11 mei) (-1815).
4.1. 1813 (30 juni) ‑ 1814 (11 mei) (-1815).
4.2. Verslag van zijn wederwaardigheden als garde d'honneur en enkele latere aantekeningen als tweede luitenant.
6. Een onvoltooid afschrift in collectie handschriften 6 (12).

1.1.Sande, J.H. van der.

1.2. ?-?
2.1. Den Haag, RA Zuid-Holland: FA Kist, 602.
2.2. 13 x 8; 90 p.
2.3. Herinneringen uit den Tiendaagschen Veldtocht van Mr. J.H. van der Sande.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1831.
4.1. 1831 (2 augustus) - 1831 (21 augustus).
4.2. Eerste regel: 'Het soldatenleven begon ons allen schrikkelijk te vervelen. Vrij uitvoerige beschrijving van het soldatenleven tijdens de tiendaagse veldtocht, stemming in het legerkamp, militaire acties, maaltijden etc. Beschrijving van dag tot dag: 'Altijd door in een brandende zon en terwijl onze veldflessen reeds lang geledigd waren met een ondragelijken dorst, sleepten wij ons voort [...]. De akeligheid intusschen was onbeschrijflijk. Het verwarde geschreeuw van duizende stemmen door elkaar, het schreien en gillen van vrouwen en kinderen, het loeien der vlammen, het gevaar, waarin de geheele stad en wij allen verkeerden.'

1.1. Sarluy, A.J.

2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 866 I-II.
2.2. Twee delen; 28 x 22; 138 p.
2.3. Uit mijn vele en interessante ervaringen op Java.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1964 (voor).
4.1. 1895-1920.
4.2. In hoofdstukken en thema's opgedeelde herinneringen. Geschreven onder het pseudoniem Inten (Diamant in Maleis). Aardige autobiografische verhaaltjes met een breed scala van onderwerpen. Het tweede deel gaat onder meer over zijn juwelenhandel. Zeer informatief met goede sfeertekeningen. 'Sla  de vlerken uit. Wees niet hokvast. Laten er velen naar ons Indië gaan.'

1.1. Schaap, Maarten.

1.2. 1782 (Katwijk, 24 maart) - 1870 (Katwijk, 25 februari).
1.3. Zoon van Amerik Schaap (1739-1791) en Lijsbeth Plokker (1740-1795). Echtgenoot (1805) van Trijntje van Duijvenbooden (1786-1857). Koopvaardijschipper.
2.1. Rotterdam, Gemeentearchief: collectie handschriften, 4460-4461.
2.2. Fotokopie van afschrift; twee delen; 20,5 x 32,5; 110 p.
2.3. Maarte Schaap, Dagboek mijner reizen, bevattende aantekeningen mijnder lotgevallen, ontmoetingen enz. sedert den jare 1795 tot 1841.
2.4. NL.
3.1. Reisjournaal; dagboek.
3.3. 1795-1854.
4.1. 1795-1854.
4.2. Aantekeningen van reizen op koopvaardijschepen naar Engeland, de Middellandse Zee en Oost-Indië. Conscriptie in 1812. Verblijf in New York. Ook aantekeningen over zijn gezinsleven. Met onderbrekingen.
6. Het afschrift is in 1931-1932 gemaakt door Dirk Ouwenhand.

1.1. Scheers, Jan van.

1.2. 1847 (Dordrecht, 4 februari) - 1923 (Den Haag, 28 februari).
1.3. Kapitein-luitenant ter zee (opleiding Willemsoord).
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek J 468.
2.2. 21 x 17; 142 p.
2.3. Vier jaren van mijn zeeofficiers loopbaan 16 sept. 87 - 25 juli 91.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1920 (1 juli) - 1921 (1 juli).
4.1. 1887 (16 september) - 1891 (25 juli).
4.2. In drie delen geschreven herinneringen aan twee reizen die de auteur maakte in dienst van de marine (1887 naar Oost-Indië via de westelijke route met de Zilveren Kruis; 1891 naar Nederland met de Van Galen) en een verblijf in Oost-Indië (tussen de twee reizen in, aan boord van de Padang, o.m. in Riouw, Atjeh). Het geheel wordt voorafgegaan door een inleiding waarin Scheers zijn bronnen noemt. Dit zijn eigen journalen die hij tijdens de reizen bijhield, de officiële rapporten en de brieven aan zijn vrouw. Enkele onderwerpen die aan bod komen: zelfmoord aan boord, slechte staat van de Zilveren Kruis (wordt in Batavia gesloopt), beschrijvingen Peru, Japan, Hongkong, Manilla, Saigon. Scheers klaagt vaak over zijn werk (slechte organisatie, te druk, 'het kwam weer op my neer') en zijn meerderen en zijn ondergeschikten en is vaak weemoedig. In Oost-Indië heeft hij veel problemen met kolonel Ch. ten Bosch die enige tijd aan boord van de Padang is: '8 dagen onzinnige manoeuvres. Het is om zich dood te ergeren! men weet niet hoe sommigen menschen naam maken; door wat gebabbel en geschrijf misschien.'

1.1. Schenck, Willem.

1.2. 1772 (Den Haag, 19 maart) ‑ 1846 (Batavia, 4 februari).
1.3. Zoon van Carel Friedrich Schenck (1741‑1814), militair, en Carolina Petronella van Bruinenburg (1750‑ 1828). Echtgenoot (1798) van Augusta Philippine Frensdorff (1779‑ 1861). Volgde vanaf 1788 een militaire loopbaan, en nam onder meer deel aan de veldtochten in Vlaanderen en Brabant in 1793 en 1794. Nam in 1795 ontslag en voegde zich bij het rassemblement van Osnabrück, en vestigde zich vervolgens in Dillenburg‑Nassau. Vocht in 1796 en 1797 in het Oostenrijkse leger tegen de Fransen. Nam in 1799 deel aan de Engels‑Russische invasie in Noord‑Holland. Diende van 1799 tot 1802 bij de Dutch Brigade, in Britse dienst. Was van 1803 tot 1806 in Duitse dienst. Trad in Franse dienst en nam deel aan de veldtocht in Spanje en Portugal in 1808‑1810. Nam in 1814 deel aan de veldtocht in Frankrijk. Werd in 1815 tot luitenant‑kolonel aangesteld met bestemming Oost‑Indië. Van 1816 tot 1836 commandant van de 1e Grote Militaire Afdeling op Java. In 1830 bevorderd tot majoor, in 1836 gepensioneerd.
2.1. Den Haag, Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf: bibliotheek, III U 3a 81 (fotokopie); DC nr. 109/14 en 781/- (getypt) (hs.no.268).
2.2. Twee delen; 31,5 x 19; 252 p. (p. 37‑317) (fotokopie) en 160 p. (getypt).
2.3. Levensbeschrijving van den Generaal W. Schenck door hemzelf  beschreven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1840.
4.1. 1786‑1840.
4.2. Levensbeschrijving vanaf het moment dat hij als klerk in dienst kwam bij een procureur in Den Haag en vanaf 1788 van zijn militaire loopbaan.
6. Afschrift uit 1890 vervaardigd en van noten voorzien door zijn kleinzoon Willem Frederik Schenck.

1.1. Scholten, Joannes Henricus.

1.2. 1797 (Zifflich, 8 mei) - 1865 (Nijmegen, 7 april).
1.3.  Apostolisch prefect te Batavia vanaf 1824. Bereisde uitgebreid de archipel. Keerde in 1842 om gezondheidsredenen terug naar Nederland.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: archief Aartsbisdom Jakarta. 872, KDC-S 50.
2.2. Microfiches; 179 p.
2.3. Tweede reis naar de binnenlanden van Java.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1827-1828.
4.1. 1827-1828.
4.2. Grensgeval tussen een dagboek en een reisbeschrijvingen. Geeft historische gegevens en plaatsbeschrijvingen van Jokjakarta. '1828 Des morgens te 10 uur, de lijken opgeruimd zijnde. En deszelve gedragen wordende door de Prinsen van het Hof, werden er enige kanonschoten gedaan, in den Kraton.' Niet compleet.

1.1. Schorer de Jonge, Mary Vincentia.

1.2. 1816-1882.
1.3. Echtgenote van 1) jonkheer Johan Cornelis Schorer (1801-1856), o.a. lid van Provinciale Staten van Zeeland en 2) Charles Philippe Louis van Kinschot (?-1862), directeur van de belastingen in Zeeland.
2.1. Middelburg, RA Zeeland:, FA Schorer (157), 305-306.
2.2. Twee delen; 19,5 x 16; ca 320 p.
2.3. Den 26 july 1840. Ik ondervind meermalen dat hetgeen men opschrijft goed in het geheugen blijft, dit is niet alleen waar omtrent hetgeen men leest maar ook vooral omtrent hetgeen gebeurt.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Als geheugensteun en ter verbetering van haar karakter, maar ook voor haar echtgenoot: 'Na mijnen dood voor mijn beste man die toegevend genoeg zal zijn om de zwakheden van mijn hart te vergeven het is voor God en mijn geweten geschreven en het was mij niet onnut 12 december 1844 Mary Schorer'.
3.3. 1840 (26 juli) - 1856.
4.1. 1840 (26 juli) - 1856.
4.2. Intiem dagboek waarin uitgebreide beschrijvingen van aanvaringen met haar echtgenoot en later ook haar kinderen en goede voornemens hoe dit in het vervolg te voorkomen: 'Niet dadelijk naar de zachte waarschuwing van het geweten te hooren is hoogst nadeelig; ik ondervond dit dezen morgen. Schorer op punt van naar de stad te gaan zeide mij: gij zijt verlegen om werk voor Pietje en het badkamertje ziet er zoo smerig uit: dit wekte mijn drift een oogenblik op daar ik vertoornd was op de gedachte dat Pietje die zoo goed tijd tot alles had weder over haar werk was heen geloopen; er naar toe gaande zag ik niets van hetgeen Schorer gezegd had en ik wierd een weinig verstoord over zijn beuzelachtige aanmaning die op niets neder kwam.' Ook veel religieuze overpeinzingen in dit dagboek en beschouwingen over de juiste opvoeding van kinderen. Terloops krijgt men ook een beeld van haar activiteiten, problemen met dienstbodes, beleving van zwangerschappen, gevoelens na een bevalling etc.
6. In dit archief bevindt zich van de auteur tevens een dichtbundeltje en reisverslagen

1.1. Schotel, C.J.

1.2. 1881-1960.
1.3. Journalist, werkzaam bij het Nieuwsblad van het Noorden en vanaf 1909 bij het Algemeen Handelsblad. Later secretaris van het stichtingsbestuur van het Persmuseum.
2.1. Amsterdam, IISG: archief C.J. Schotel.
2.2. Losbladig; 27 x 21; 46 p.
2.3. zestig jaar 'kranteman.'
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1958.
4.1. 1898-1958.
4.2. Begint met het citaat: 'De drukpers is de Koningin der aarde' om vervolgens zijn memoires aan te vangen met: 'Majesteit, zestig jaar geleden, op 1 augustus 1898, ben ik in uw dienst getreden.' Verder echte memoires beginnend met zijn tijd bij het Nieuwsblad van het Noorden, vol anekdotes over de verslaggeving in het begin van de twintigste eeuw. Later hetzelfde over zijn periode bij het Algemeen Handelsblad.

1.1. Schotel, Gilles Dionysios Jacobus.

1.2. 1807 (Dordrecht, 9 april) - 1892 (Leiden, 9 december).
1.3. Zoon van Johannes Christianus Schotel en Petronella Elisabeth van Steenbergen. Echtgenoot van Catharina Leonora Johanna de Leeuw. Theoloog, predikant, auteur.
2.1. Leiden, UB: Hs Ltk 1225.
2.2. 21 x 17; 83 p.
2.3. Herinneringen uit mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Opgedragen aan 'mijne kinderen en nakomelingen.'
4.1. 1807-1877.
4.2. Over zijn jeugd, opleiding, vrienden, predikantschap te Lage Zwaluwe, koning Willem II, Dordrecht, Cornelis van Alkemade, de diverse boeken die hij schreef (waaronder biografische woordenboeken), Utrecht en Leiden. De laatste aantekening: 'Dordrecht. Na het overlijden mijner vrouw, 3 april 1877'.

1.1. Schram-Verbeek, G.A.

1.2. 1908-na 1983.
1.3. Geboren in Nederlands-Indië. Echtgenote van ene Verbeek.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 53.
2.2. Fotokopie; 63 p.
2.3. Ik wil hier een kleine inleiding geven, hoe een mens door de politiek en schijnheilige weldaden vroeger en wat nog gebeurd, een beroofd leven ingestuurd wordt.
3.1. Autobiografie.
3.2. Aanleiding voor het levensverhaal is de verharding in de huidige maatschappij.
3.3. 1976; 1983.
4.1. 1908-1976.
4.2. Herinneringen geschreven te Hilversum, betreffende haar ouders, haar jeugd en opvoeding te Lobith, Arnhem en Amsterdam, diverse baantjes, onder meer als hulp in huishouding, optredens met een zanggezelschap, haar huwelijk en kinderen. 'Ik was nu 15 jaar. Ik had niet erg veel. Altijd huishouding, met hulp van een dagmeisje, voor de kinderen zorgen, tuinieren, koken, ik vond alles gloeiend vervelend.' Veel over sociale en financiële problemen, vaak beschreven op verontwaardigde toon. Met een naschrift uit 1983.

1.1. Schorer, Eduard Pieter.

1.2.1837 (9 februari) -1909.
1.3. Zoon van mr. Pieter Nicolaas Schorer (1794-1869) en Jacoba Susanna Rethaan Macare (1799-1865). Echtgenoot van Gerardina Anna Paulona van Veen (1839-1909). Rechter en gemeenteraadslid in Middelburg. In 1893 in de adelstand verheven.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: FA Schorer (157), 361.
2.2. 20,5 x 16,5; ca. 30 p.
2.3. Korte aanteekeningen uit mijnen levensloop.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1837 -?
4.2. Over zijn geboorte, jeugd, huwelijk, geboorte en opgroeien van zijn kinderen, ongelukjes (arm breken etc), overlijden vader, bestuurslidmaatschappen.

1.1. Schorer, Pieter Nicolaas.

1.2. 1794-1869.
1.3. Zoon van mr. Johan Assuerus Schorer (1748-1823) en Maria Elisabeth Radermacher (1762-1818). Echtgenoot (1826) van Jacoba Susanna Rethaan Macare (1799-1865). Jurist. Ontvanger van de belastingen te Middelburg. Meester in de orde der Vrijmetselaren te Middelburg.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: FA Schorer (157), 267.
2.2. 20 x 16; ca. 100 p.
2.3. Herinneringen en aanteekeningen van het merkwaardigste van mijnen Levensloop.
2.4. NL.
3.1. Memoires; Autobiografie.
4.1. 1803-1863.
4.2.  Vrij zakelijk geschreven autobiografie/memoires. Begint met een op datum geordende puntsgewijze beschrijving van zijn levensloop vanaf zijn schooltijd: verblijf op kostschool en het gymnasium. De periode als Garde d'honneur beschrijft hij aan de hand van zijn in die tijd bijgehouden dagboek (zie nummer 267 van de inventaris tot 1814). Het overlijden van zijn moeder wordt zakelijk beschreven. Specificatie van huwelijkscadeautjes en van wie hij ze gekregen heeft. Geboorte van zijn kinderen en hun ontwikkeling (tandjes, inentingen, ziektes, ongelukjes). Reisjes worden uitvoeriger beschreven (vermoedelijk op basis van zijn reisverslagen). Soms memoires, soms lijken het uittreksels uit dagboeken en reisverslagen, dan veel uitgebreider. Over het algemeen wel tamelijk afstandelijk. Tweede schrift (andere soort) is iets anders: Godsdienstig gedenkboek van mijnen levensloop door Mr. Pieter Nicolaas Schorer 1794-1869. Overige schriftjes idem dito.

1.1. Schorer, Pieter Nicolaas.

2.1. Middelburg, RA Zeeland: FA Schorer (157), 272.
2.2. 20 x 16; ca. 300 p.
2.3. Godsdienstig gedenkboek van mijnen levensloop door Mr. Pieter Nicolaas Schorer 1794-1869.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Naar het voorbeeld van zijn moeder.
3.3. 1794-1869.
4.1. 1794-1869.
4.2. Het dagboek is begonnen omdat de auteur op het sterfbed van zijn moeder beloofde een dagboek bij te gaan houden om zo dichter tot God te komen. Zijn moeder hield zelf vanaf haar jeugd een dagboek bij.

1.1. Schuiling, Trijntje.

1.2. 1817 (Hindeloopen, 1 december) - 1900 (Sexbierum, 8 juni).
1.3. Huisvrouw, gehuwd met Dirk Reinders de Jong in 1839.
2.1. Leeuwarden, Fryske Akademy.
2.2. Fotokopie; 66 p.
2.3. Juanuarij 1893. 1 Zondag. Sneeubuig 's namiddags.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1893-1895.
4.1. 1893-1895.
4.2. Over het weer, bezoek, schaatsen, en noden en zorgen.

1.1. Schuylenburg, Cornélie van.

1.2. 1838-1879 (Hoogkeppel).
1.3. Dochter van jonkheer mr. Louis van Schuylenburg, heer van Bommenede en Ulenpas, en Wilhelmina Aletta Johanna barones van Boetzelaer.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: FA des Tombe (aanvullingen) 26, 165A.
2.2. 20 x 16; 100 p.
2.3. 12den Febr. Dinsdags. Mooi weer. zon, O.Wind. geen koude. 's middags te voet met Mard[?] naar mevr. Gunning-Garde, berigten van haar mee uit Baarn.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1878 (12 februari) -1879 (11 december).
4.1. 1878 (12 februari) -1879 (11 december).
4.2. Beschrijving van het verloop van haar ziekte en dagelijkse bezigheden, veel over het weer. 'Maandag 16 september 1878. Storm des nachts. Heel den dag vooral 's middags hevige buien met donder en hagel. Frans nog op de Jagt met Meijerink. Ik 's morgens naar school.' Het dagboek bevat een naschrift (30 april 1940) van Charlotte van Schuyleburgh van Bommenede, geboren van Boetzelaer: 'Heden las ik het samengevat dagboek (het originele meer intimo werd op verzoek des schrijfsters na haar dood vernietigd) van mijne schoonzuster Cornelia van Schuyleburgh, de oudste zuster van mijn echtgenoot, nog eens door.'.

1.1. Serrurier, Jacob Frederik.

1.2. 1771 (Hanau (Duitsland), 5 november) ‑ 1844 (Den Haag, 2 november).
1.3. Zoon van Jan Isaak Serrurier, raadsheer in de rekenkamer van Hessen, en Maria Agnetha Dufay. Echtgenoot (1796) van Margaretha ten Cate. Bezocht te Hanau de Hollandse school en het athenaeum. Studeerde theologie te Leiden. Patriot. Werd in 1795 Waals predikant te Zwolle. Begon te handelen in ijzer en legde zich toe op de landbouw. Werd schoolopziener in Overijssel. In 1808 benoemd tot lid van de commissie van landbouw in Overijssel. Vestigde zich in 1815 als makelaar in Amsterdam, werd secretaris van de commissie van landbouw van Noord‑Holland. Publiceerde op het gebied van de landbouwkunde.
2.1. Zwolle, Gemeentearchief: PA Serrurier.
2.2. 31,5 x 20; 148 p.
2.3. 11 Febr. 1832.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1832.
4.1. 1771 (5 november) ‑ 1832.
4.2. Verslag van de jeugd van de auteur, en verder over school, studie, functies, persoonlijke ervaringen, omgang met vrienden, politieke gevoelens.
6. Onder hetzelfde inv.entarisnummer een getypt afschrift, en een geschrift over politieke zaken, gericht aan zijn zoons.

1.1. Sevenster, Jan Nicolaas.

1.2. 1900 (Drachtster Compagnie, 27 april) - 1991 (Doorn, 30 november).
1.3. Predikant.
2.1. Leeuwarden, Tresoar 348 (Coll. cop. Elders), 6364-6365.
2.2. Fotokopie; 407 p.
2.3. Levensreis; Reizen; Laatste Reis.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1980.
4.1. 1900-1980.
4.2. Schrijft over het leven op de pastorie van Drachten, Nieuwe Schans en andere plaatsen.

1.1. Seybrandts, G.

2.1. Den Haag, Instituut voor Marine Historie, losse stukken, 448.
2.2. 20 x 16; 80 p.
2.3. Kort verhaal wat mij G. Seybrandts is wedervaren zedert de jaren 1785 tot 1836.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1820-1836.
4.1. 1785-1836.
4.2. Over zijn jeugd in armoede, 'moeder die zig nu in de grootste armoede zag hadden het ongeluk en sloeg het in het hoofd en wij moesten ons huis verlaten.' Verder uitvoerig over zijn loopbaan op zee en de vele avonturen die hij beleefde.

1.1. Sickenga, Anna Catharina.

1.2. 1853 (Wolvenga, 4 juli) - 1934 (Hilversum, 21 februari).
1.3. Dochter van Jacob Sickenga en Alida Hoekstra. Echtgenote (1880) van jonkheer Johan Hora Siccama van Harkstede (1853-1928), ontvanger directe belastingen.
2.1. Groningen, Groninger Archieven: FA Siccama, Hora Siccama, Hora Siccama van de Harkstede en Rengers Hora Siccama (535)- 185.
2.2. Twee delen; 16 x 11; 94 p.
2.3. [?]wijdend van het dierbaar ouderlijk huis, waar we met Ma's verjaardag nog eens recht gelukkig vertoefden.
2.4. NL.
3.1. Dagboek en aantekenboekje.
3.3. 1882-1908.
4.1. 1882-1908.
4.2. Dagboek van dagelijkse gebeurtenissen en bespiegelingen. '17 febr. 1888, Een nieuw jaar, een nieuw boekske. Zie hier dan 't vervolg van 't geen ik zo van tijd aan tijd hier schreef. Zal ik het nog lange moge vervolgen. [...] 29 dec. 1889, Wel boekske ge zijt me langzamerhand lief geworden, 't kan me spijten dat ik van meet af aan je niet wat netter behandeld heb. [...] 6 febr. 1891 Manlief houdt vanavond eene lezing over lezen en schrijven, ik hoop dat hij wat succes mag hebben van zijn werk. Ik bleef thuis om zou in 't publiek te verschijnen vind ik minder geschikt nu meer' Aantekeningen met forse hiaten.

1.1. Siegenbeek, Matthijs.

1.2. 1774 (Amsterdam, 23 juni) - 1854 (Leiden, 26 november).
1.3. Zoon van Jan Siegenbeek en Catharina Middendorp. Befaamd letterkundige. Doopsgezind predikant te Dokkum, hoogleraar Nederduitse welsprekendheid en letterkunde te Leiden. Grondlegger eerste officiële spellingsregels voor het Nederlands.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA (Siegenbeek) van Heukelom (546), 620.
2.2. 21 x 17; 27 p.
2.3. Bijzonderheden betreffende het leven van Matthijs Siegenbeek.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor zijn zoon.
3.3. 1840-1850.
4.1. 1774-1850.
4.2. Feitelijke en beknopte levensbeschrijving: 'Aan het Atheneum mijner geboortestad genoot ik vier jaren achtereen het onderwijs van de vermaarde Hoogeleerden J.H. van Swinderen in de wis- en natuurkunde.' Informatief en goed leesbaar. Er zitten nog wat losse papieren bij, waaronder een korte levensbeschrijving van zijn zoon Daniël Tieboel Siegenbeek en een briefje: 'Voor proffessor Sienbeek een dootskissie gemaakt 2:01'

1.1. Simonsz, Hendrik.

1.2. 1879 (Zaandam, 8 december) - 1939 (Amsterdam, 19 april).
1.3. Zoon van Johannes Simonsz (1853-1937) en Helena van der Stadt (1853-1928). Houthandelaar, procuratiehouder.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: FA Simonsz. (191), 52-49a.
2.2. 22 x 14; 40 p.
2.3. Het vorige jaar is niet zo gelukkig afgeloopen, als andere jaren [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1897-1899.
4.1. 1897-1899.
4.2. Kort feitelijk dagboek dat aanvangt als de auteur achttien jaar is. Veel beschrijvingen van weersomstandigheden. Naarmate het jaar vordert kortere mededelingen. Een enkel meer dramatische verslag. 'Februari Een van de treurigste gebeurtenissen in deze maand is voorzeker het overlijden van Nelly van de Stadt op een leeftijd van 15 jaar.' Eindigt met een beknopt verslag van 1899.
6. Achterin het dagboek bevinden zich twee reisverslagen: naar Zweden (1896) en langs de Rijn (1897).

1.1. Singendonck, Amelia Henriëtte.

1.2.  1831 (Nijmegen) - 1905 (11 januari).
1.3.  Dochter van Coenraad Diderick Pontiaen Singendonck (1796-1864) en Elizabeth Cornélie van der Brugghen (1803-1848).
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil, collectie Singendonck, map 29.
2.2. 12 x 16; 31 p.
2.3. Iets over de ziekte van Selma.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
4.1. 1884 (16 januari) - 1884 (6 april).
4.2. Herinneringen aan het sterfbed van Selma van der Brugghen - Von Rappard (1855-1884), echtgenote van Guillaum Anne (Willem) von Rappard (1848 - ?) die sinds de zomer van 1883 door een ziekte ten dode was opgeschreven. Mietje was aanwezig bij het echtpaar in Boxmeer (waar Willem predikant was) om in de laatste dagen het huishouden te regelen. Vanaf Selma's bevalling van haar dochter Clara Maria ging het snel bergafwaarts met haar. Mietje geeft de laatste gesprekken en de doodstrijd weer met vooral aandacht voor Selma's herinneringen aan haar leven ('[Ze] vertelt over haar ongelukkig leven. Haar ouders hadden heftige naturen.') en haar religieuze ervaringen. Verder is een lange toespraak van Willem bij de doop van Clara Maria opgenomen waarin de religieuze opvattingen van het paar worden toegelicht. De herinneringen eindigen met het overlijden van Selma op 5 april.
6. De auteur van het dagboek is alleen met haar voornaam (Mietje) bekend. Identificatie o.b.v. de genealogie in het archief Singendonck (Reveil K, 4 en 37 (portretten)). De herinneringen zijn opgetekend in een schetsboekje waarin diverse tekeningen staan, waaronder een van 'Artis 1874'.

1.1. Sirtema van Grovestins, Karel Frederik (Charles Frédéric).

1.2. 1791 (Rotterdam, 9 september) - 1874 (St.Germain-en-Laye (bij Parijs), 22 mei).
1.3. Zoon van Douwe Theodore baron Sirtema van Grovestins en Adriana Maria Groeninx van Zoelen. Baron. Ongehuwd. Bestudeerde de geschiedenis en staatkunde. Garde d'honneur in 1813, ontsnapte eind 1813 uit Metz. Was vervolgens in Nederlandse dienst en tot 1828 kamerheer van Willem I. Vestigde zich in Frankrijk. Werd katholiek. Publiceerde politiekhistorische werken.
2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 75 D 29.
2.2. Diverse formaten (merendeels ca. 25 x 37); ca. 270 f.
2.3. Petits mémoires ou souvenirs biographiques.
2.4. FR; NL; LA.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Dédié a mes enfants d'adoption [...] pour leur servir de guide et d'instruction'. De auteur wilde zijn aantekeningen in kleine oplage laten drukken om te dienen als geschenk en ter herinnering.
4.1. (15e eeuw-) 1791 (9 september) - 1857 (1 mei).
4.2. Diverse beschouwingen en herinneringen, deels in de vorm van afschriften van brieven. Familiegeschiedenis, roddels over stadhouder Willem IV, loopbaan van de auteur, zijn ervaringen als garde d'honneur; na 1813 reizen en verblijf in Frankrijk.
6. Zie ook van dezelfde auteur: Koninklijke Bibliotheek 75 C 50 (Souvenirs de Montmorency, beschrijving van het leven in het Franse plaatsje waar de auteur enkele jaren woonde).

1.1. Slaa, Marinus te.

1.2. 1900-1980.
1.3. Schilder. Anarchistisch militant en esperantist. Actief in het Fonds Internationale Solidariteit en in het Comité van ex-werkers van de Studiekring voor Wijsbegeerte.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Marinus te Slaa, 2.
2.2. Fotokopie; 30 x 21; 14 p.
2.3. Memoires.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1930.
4.1. 1900-1930.
4.2. 'In A'dam werd het jochie geboren in een tijd van vreselijke armoe voor de kleine man.' Zo beginnen deze korte memoires, die over zijn jeugd en crisis gaan, met nadruk op de ellendige omstandigheden van die tijd.
6. Zie ook inv.nr. 1, waarin hij onder meer herinneringen ophaalt aan zijn moeder

1.1. Sloterdijck, Aafje Johanna Offerhaus van.

1.2. 1798 (Leeuwarden, 17 maart) - 1877 (Groningen, 7 oktober).
1.3. Dochter van mr. Willem Augustinus Posthumus van Sloterdijck (1763-1812), wethouder van Leeuwarden, en Doetie de Vries (1772-1859). Echtgenote (1820) van Edo Johannes Offerhaus (1795-1876), notaris.
2.1. Groningen, Groninger Archieven: FA Offerhaus (1101) - 3.
2.2. Twee delen; 21 x 7; 64 p.
2.3. Geliefde kinderen en kleinkinderen! Eene kleine schets wensch ik u heden te geven van mijne levensdagen en wat het merkwaardigste in dezelve is voorgevallen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie; Dagboek.
3.2. Voor kinderen en kleinkinderen.
3.3. 1854-1876.
4.1. 1798-1876.
4.2. Levensbeschrijving met talrijke details. 'In het jaar 1817 ging ik te Groningen logeren, ontmoette toen meermalen mijnen besten O. die mij na gewonnen informatien, naar mijnen humeur enz. al spoedig vroeg of ik zijne levensgezellin wilde worden. Hij was toen nog student en mijn Oom, die niet van lange engagementen hield, was er dus tegen, die kennismaking vooreerst voort te zetten. Zij hadden elkander te lief om dit verzoek [...] op te volgen.' Het eerste deel is een terugblik, het tweede deel een dagboek.
6. Afschrift door A.N. Offerhaus-Renno. Een fotokopie in Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Offerhaus (2.21.235) Doos 6 - b. Hier  is ook andere documentatie (foto's etc.) te vinden.

1.1. Sluis, Alle Jans van de.

1.2. 1817 (Hemrik, 1 juli) - 1877 (Hemrik, 16 oktober).
1.3. Koopman, ondernemer; lid Provinciale Staten.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 318 (familie Van der Sluis), 6-15.
2.2. Twee delen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1859-1872.
4.1. 1859-1872.
4.2. Bevat vooral aandacht voor het zakelijke en politieke leven.

1.1. Smissaert, Charles Lucien Marin.

1.2. 1812 (Zwolle, 4 december) - 1897 (Den Haag, 16 augustus).
1.3. Zeeofficier (luitenant ter zee 1e klasse, 1846 eervol ontslag); heer van Haere, vanaf 1887 jonkheer.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek A IV 1-484.
2.2. 24 x 18,5; 123 p.
2.3. Aanteekeningen gehouden op eene reize naar de Oost-Zee en Kanaal aan boord Z.M. schip Zeeuw a 84 stukken onder kommando van den kapitein ter zee J.C. Rijk door C.L.M. Smissaert van mei tot october 1834.
2.4. NL.
3.1. Reisherinneringen.
3.2. 'tot myne eigene herinnering en genoegen' en tot het genoegen van eventuele lezers
3.3. Ca. 1880.
4.1. 1834 (mei) - 1834 (oktober).
4.2. Herinneringen aan de reis die de auteur maakte aan boord van de 'Zeeuw'. Het betreft één van de reizen die prins Hendrik de Zeevaarder maakte, 'voornamelijk tot instructie'. Smissaert richt zich regelmatig tot zijn publiek en geeft veel details over het leven aan boord, filosofeert over het zeemansleven en beschrijft de bezoeken aan de wal (o.m. Cronstad, St. Petersburg). Gevolgd door 'Lijst der mij bekende oorlogsschepen [...] van de Russische vloot [...] te Cronstadt' en 'Waarnemingen van de Thermometer & Barometer'.
6. Zie over dezelfde reis: Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam: W.L.H. Brocx, Korte aantekeningen ( A IV 1 660.

1.1. Smit, C.E.

1.2. 1800?-1880?
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), supplement doos XIII.
2.2. 16 x 10; 40 p.
2.3. Aantekeningen. den 23 Meij 1821. Getrouwd.
2.4. NL.
3.1. Persoonlijke aantekeningen.
3.3. 1821-1880.
4.1. 1821-1880.
4.2. De aantekeningen beginnen met korte vermeldingen van familiegebeurtenissen (huwelijk, geboorte, overlijden), maar in de loop der jaren worden de aantekeningen wat uitvoeriger. Vooral over het verblijf van zijn zoon in Parijs. 'Op aanraden van Prof Schmidvoogd was mijn zoon Cornelis Smit naar Parijs vertrokken ter herstelling van zijn dispositie tot Physis.'

1.1. Smit, C.E.

2.2. 16 x 10; 32 p.
2.3. 11 juli 1868. Brand in de Stoommeelfarbriek  'de Tijd' te Wormerveer.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1868-1872.
4.1. 1868-1872.
4.2. Voornamelijk aantekeningen over lokale gebeurtenissen: '23 Maart 1871 Nam ik, en vele menschen met mij een wonderlijk luchtverschijnsel waar. In het Noordwesten namelijk viel die avond ten circa 7 ure eene grootte ster naar beneden.'

1.1. Speenhoff, Christina Felicita (Ceesje).

1.2. 1910‑?.
1.3. Actrice. Dochter van dichter‑zanger Koos Speenhoff (1869-?), oprichter van het Nederlands Cabaret en het Klein Tooneel. Echtgenote (1933) van de acteur Piet Rienks (1907-?). Het echtpaar was lid van de NSB en voerde tijdens de oorlog een berucht zondagmiddagcabaret voor de radio op met teksten van liedjesschrijver Jacques van Tol. Koos Speenhoff nam openlijk afstand van zijn dochter. Ceesje werd na de oorlog veroordeeld tot tweeëneenhalf gevangenisstraf.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling IV): 1995 - 07.
2.2. Fotokopie van typoscript; 28 x 20; 102 p.
2.3. Ik was tweeëntwintig, toen ik de sprong waagde, hoe ik wegging daar uit ''t huis‑der‑vrezen' weet ik niet meer. Wel hoe ik aankwam in die wereld met anderen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'en alhoewel ik constant stom deed dacht ik er heel anders over. dat was in 't leven 'dat‑apart‑van‑mij‑was', dat is er altijd gebleven. tot aan de dag dat ik dit schrijf. daarom schrijf ik dit uitsluitend voor mijzelf.
daarom gebruik ik geen hoofdletters en verbeter taalfouten
omdat‑ik‑daar‑behoefte‑aan‑heb‑ en dat rottige handschrift. merde!'
3.3. 1978.
4.1. 1910‑1978.
4.2. Verslag van haar leven als actrice (de verschillende rollen die ze speelde en de regisseurs met wie ze te maken had, o.a. Eduard Verkade: 'hij was een geestig man. maar ook zeer verstrooid. van bisquits naar theater werkt frustreerend'), haar huwelijk en moederschap ('t was een zenuwen‑baby. af en toe keilde ik de fles door de kamer of vrat de speen op'). Uitgebreide beschouwingen over haar positie als vrouw ('als de reïncarnatie werkelijk zou blijken te bestaan en ik kom terug. weer met die spleet ‑ ben ik zo weer vertrokken'). Eindigt met een puntsgewijze samenvatting van haar goede en minder goede karaktereigenschappen en de belangrijke momenten uit haar leven.

1.1. Staal van Piershil, Otheline Agatha van der.

1.2. 1809-1871.
1.3. Echtgenote (vanaf 1827) van Abraham Margarethus van Wickevoort Crommelin (1800-1832).
2.1. Den Haag, NA (eerste afdeling): FA van Bylandt-Halt en van Bylandt-Rheydt (1.10.15) 171.
2.2. Twaalf delen; diverse formaten; 780 p.
2.3.  La Haye le 25 decembre. Extrait de ce jour. Mes premieres impressions toutes en son faveur.
2.4. NL; FR; DU; EN.
3.1. Religieuze aantekenboekjes.
3.3. 1834-1852.
4.1. 1834-1852.
4.2. Voornamelijk religieuze citaten en uittreksels. Resultaat van zelfstudie. Veel versjes en theologische verhandelingen. Slechts hier en daar een dagboekaantekening en deze is dan eveneens religieus getint.
6. Niet zeker is of Otheline de auteur is, of de enige auteur. De variaties in handschrift wijzen op verscheidene auteurs.

1.1. Staal van Piershil, Sophie Alexandrine van der.

1.2. 1849-1891.
1.3. Dochter van jonkheer Guillaume Charles van der Staal van Piershil en Carolina Susanna Leonora, barones van Dedem. Gehuwd (1873) met Carel Jan Emilius graaf van Bylandt (1840-1902), lid van de Tweede Kamer. Hofdame van prins Hendrik.
2.1. Den Haag, NA (eerste  afdeling): FA Van Bylandt-Halt en Van Bylandt-Rheydt (1.10.15) 33.
2.2. Vier cahiers; 20 x 13; 21 x 18; 440 p.
2.3. Ce n'est pas sans émotions que je commence ce journal.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1871-1881.
4.1. 1871-1881.
4.2. Persoonlijk getint verslag van gebeurtenissen, reizen, stemmingen en de dagelijkse gang van zaken. Bovendien commentaar op het hofleven. 'Vendredi 9 sept 1881. Un malheur térrible vient encore de frapper la patrie, hier au soir a [...] le prince Frédéric a été enlevé a l'amour de tous leu[?] qui l'ont connu, c'est une belle et noble vie qui vient se teindre, notre maison royale a été si éprouveé pendant les dernieres années quil ne nous re ote[?] que le Roi en le pr. Alexandre, hélas.'

1.1. Stam, Johannes Jacobus.

1.2. 1891 (Zwolle, 26 januari) ‑ 1975 (Rotterdam, 18 juli).
1.3. Zoon van Pieter Stam, hoteleigenaar in Zwolle, en Hillegonda Voskuil. Echtgenoot van Elisabeth Honig. Aanvankelijk opgeleid tot marineman, maar verkoos als snel de studie theologie: 1910‑1915 bij de Vereeniging tot Bevordering van Inwendige Zending theologie in Utrecht. Vanaf  1916 predikant, eerst te Welsum (Overijssel) en vanaf 1925 te Rotterdam. Vanaf 1927 hoofdbestuurslid van het Nederlands Zendelingsgenootschap. Ook was hij actief binnen het jeugdwerk.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: Collectie Stam (313), 1‑8.
2.2. Acht delen; 24 x 18; ca. 2600 p.
2.3. 26 jan. 1908 Zondag. Mijn dagboek. Eindelijk 17 jaar. Gelukkig. Een prettig gevoel. Van moeder dit boek gekregen [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1908‑1958.
4.1. 1908‑1958.
4.2. Deel 1 bevat dagelijkse aantekeningen van dag tot dag met feitelijke verslagen over zijn activiteiten, ontmoetingen, het weer, inhoud van beluisterde preken, mensen aan wie hij een brief heeft geschreven, spelletjes die hij speelt (domino, voetballen, meikeverjacht, scherpschieten), ruzies met zijn vrienden, debating‑clubje, bezoek aan de Mormonen en aan een vergadering van geheelonthouders, bezoeken aan boekhandel Tijl in Zwolle. Veel over de gebeurtenissen op school o.a. levendige verslagen van het door hem en zijn vrienden uitgehaalde kattekwaad. In latere delen is het dagboek zijn de aantekeningen veel persoonlijker van aard. Veel over zijn gevoelens van rouw om de dood van zijn echtgenote en zijn zoontje ‑ 'Telkens weer de gedachte: Dat moet ik aan Beppie vertellen. 't Is net of m'n schat op reis is.' Ook veel notities over de ontwikkeling van zijn dochtertje Miesje. Daarnaast schrijft hij veel over zijn activiteiten als predikant, zijn dagindeling en zijn contacten.
6. Het archief bevat tevens opstellen uit zijn schooltijd (nr. 244), schoolrapporten (nr. 243) en kasboekjes uit de periode 1912‑1915 toen hij studeerde (nrs. 286‑287).

1.1. Starkenburg, Sijbe Annes.

1.2. 1836 (Aldwâld, 20 januari) - 1918 (De Triemen, 23 juni).
1.3. Boer.
2.1. Kollum, Museum Oudheidkamer mr. Andrae.
2.2. Een deel.
2.3. Pro Memoria.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1862-1866.
4.1. 1862-1866.
4.2. Gaat over de strijd tussen orthodoxen en modernen m.b.t. de benoeming van een dominee. Starkenburg staat aan de kant van de modernen.

1.1. Steenbergen, Albertus Aleidus.

1.2. 1814 (26 november) - 1900.
1.3. Zoon van Cornelis Steenbergen (1790-1863) en Jantje Cluvingh Prins. Ontvanger gemeente Hoogeveen. Schilderde, dichtte en schreef romans in zijn vrije tijd (o.a. De Clapper van A. en P. Calkoen).
2.1. Assen, RA Drenthe: FA Steenbergen (0597) 66.
2.2. 23 x 18; 19 p.
2.3. Korte Levensherinneringen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor allen opgesteld, die belangstelden aan den man bij zijn leven, en die na zijn dood nog een gedachtenis van hem willen bewaren.
3.3. 1880.
4.1. 1814-1880 (1900).
4.2. Aardige, ietwat slordige autobiografie, voornamelijk over zijn jeugd. Er zit een korte levensbeschrijving bij. Somber einde, 'Ik verlaat nu het leven, onder troostelozen kommer, en gedrukt door vele lichaams bezwaren, zonder hoop dat een nieuwe morgen zal volgen op den duisteren nacht.'
6. Zie Leiden, UB: Hs. LTK 1929 voor een geromatiseerde versie hiervan.

1.1. Steenbergen, Albertus Aleidus.

2.1. Assen, RA Drenthe: FA Steenbergen (0597) 68.
2.2. 22 x 14; 36 p.
2.3. Levensmeditatie van een weldra van het leven scheidende kluizenaar.
2.4. NL.
3.1. Levensherinneringen.
3.3. 1897-1898.
4.1. 1814-1897.
4.2. Sombere meditaties en aforismen, over dood, religie en mensheid. 'Welk een troost zou het zijn wanneer wij wisten, dat ons vertoeven in den grafkwel wel lang, maar niet oneindig zou zijn. [...] En de menschen? Niets is er van hen over.'

1.1. Steenstra, Hendrik Sikko.

1.2. 1877 (Heeg, 3 december) - 1962 (Rotterdam, 20 juli).
1.3. Zoon van Gerben P. Steenstra (binnenvrachtvaarder) en Tsjitske Visser. Echtgenoot van Teuntje Volker (1907). Binnenvrachtvaarder. Voer aanvankelijk mee met zijn vader, vanaf 1907  tot 1917 op zijn eigen schip.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek G2 87-7, I-II.
2.2. Twee delen typoscript (afschrift); 29,5 x 21; 159 p.
2.3. Dagboek van Hendrik Sikko Steenstra oud 10 jaar aan boord van zijn vader Gerben P. Steenstra op de 2 mast Praamtjalk 68 last De vrouw Alberta uit Heeg te beginnen in 1885.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1888 (20 juni) - 1892 (6 november).
4.1. 1888 (20 juni) - 1892 (6 november).
4.2. Waarschijnlijk werd dit dagboek bijgehouden als een oefening in het schrijven van een scheepsjournaal. Het bevat voornamelijk zakelijke gegevens over de reizen over de Nederlandse en Vlaamse binnenwateren. Het tweede deel van dit handschrift bestaat uit illustraties (verzameld door H. Th. G. Steenstra).
6. Afschrift van origineel (in privé-bezit) door H. Th. G. Steenstra. Andere afschriften in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek en het Maritiem Museum in Rotterdam.

1.1. Steuerwald, Christiaan Hendrik.

1.2. 1802 (Bergen op Zoom, 20 juni) - 1874 (Bergen op Zoom, 21 augustus).
1.3. Zoon van Justin Ernst Steuerwald, predikant, en Lucia Dam. Echtgenoot (1834) van Christina Geertrui Spakler (1806-1885). Militaire carrière, adjudant van minister List van Oorlog. Militair Ingenieur.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Steuerwald (2.21.214) 1.
2.2. Vier cahiers; 20 x 15; 176 p.
2.3. Maandag 4 Augustus 1845. Vertrek ik ¼ voor twee met de spoortrein naar Amsterdam.
2.4. NL.
3.1. Dagboek (reis).
3.3. 1845.
4.1. 1845.
4.2. Dagboekaantekeningen tijdens een militaire reis via Hannover naar Denemarken en Zweden in verband met proeven van granaatkartetsen door de Hannoverse Luitenant Siemens. 'Op onze kennismaking in het kattengat moet ik even terugkomen. In den vroegen morgen, toen nog de meeste passagiers onder dek waren, vond ik in de hoek van een klein vertrekje, naast eene der raderkasten, een vrouw, die ik vroeger wegens hare eenvoudige en seer nette kleding, zoals het gewoonlijk gaat, naauwelijks had opgemerkt. [...] Ik verheugde me in de gelegenheid te zijn eene soo interessante kennis te maken. Ik vroeg haar vele zaken, en soo vernam ik dan ook dat sij uit Weenen was. [...] De wijse van sijn en spreken van dese vrouw was even eenvoudig als haar kleding, maar sij drukte sich duidelijk en aangenaam uit en gaf blijk van een seer goed oordeel, en wezenlijke beschaving.' Aardig dagboek met vele curieuze observaties.

1.1. Stiemens, Hendrick (Henri).

1.2. 1842 (Brummen,  26 augustus) - 1928.
1.3. Zoon van Hendrik Stiemens (1822-?) (die in 1856 met zijn tweede vrouw met de noorderzon vertrok) en Hendrika Johanna van der Dussen (1822-?). Echtgenoot (1873) van Christina Apolonia Johanna Dorothea Penning. Woonde in Aalten en was hier administrateur en opzichter van 'bouwplaats' De Rikkert.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: GHS 80C11/P Stie/depot.
2.2. 20,5 x 17; 220 p.
2.3. Aantekeningen, gemaakt door Hendrick (genoemd Henri) Stiemens Jr.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Deze aanteekeningen zijn gemaakt bepaaldelijk voor mij zelve, dus niet om door anderen te worden gelezen maar om mijn geheugen te helpen en mij in herinneringen te verdiepen van gebeurtenissen uit de vervlogen jaren, zowel van droevige als aangename gebeurtenissen, aanvangende van ons huwelijk af.'
3.3. 1873-1928 (27 december).
4.1. 1873-1928 (27 december).
4.2. Dagboek met voorwoord waarin kort zijn afkomst wordt beschreven en hij motiveert waarom hij een dagboek schrijft. Uit een opmerking op p. 13 blijkt dat het een later geschreven bewerking betreft van eerdere aantekeningen. In telegramstijl bijgehouden verslag van met name dagelijkse activiteiten, lotgevallen van kennissen en familieleden, gebeurtenissen, geboorte kinderen, uitstapjes, bezoeken, bruiloften en partijen. Tekent ook het overlijden van huisdieren aan. Niet introspectief van aard.

1.1. Stolk, Maria Eleonora van.

1.2. 1855‑1930.
1.3. Echtgenote van Christiaan Corneille Dutilh, (1852‑1931).
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA Dutilh, 201.
2.2. 20 x 12; 58 p.
2.3. Jacques heeft in Gouda gediend.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1907‑1923.
4.1. (1893) 1907‑1923.
4.2. Begint in 1893, doch de eerste eigenlijke dagboekaantekeningen beginnen in 1907. Aanvankelijk losse aantekeningen, zoals uitspraken van de kinderen. Regelmatig opmerkingen over zoon Jacques Dutilh , veel over gebeurtenissen in familieverband. Met tekeningen en familiedrukwerk. Voortgezet door haar dochter Johanna Maria, 1934‑1938 (dit gedeelte is niet openbaar).
6. Zie Dutilh.

1.1. Stoltenhoff, F.

2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Stoltenhoff 1877-1928: FA/Stol/00409/depot
2.2. Veertien delen; 32 x 10; ca. 1100 p.
2.3. Dagboek van F. Stoltenhoff.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1877 (19 april) - 1922 (8 oktober).
4.1. 1877 (19 april) - 1922 (8 oktober).
4.2. Punctueel bijgehouden dagboek met korte aantekeningen over activiteiten, contacten, ontvangen en geschreven brieven, het weer, lengte en gezondheid van de kinderen. Geen introspectie. Op 20 april 1904: 'Even prachtig weer als de laatste dagen. 's Avonds gaan wij naar het Emmafeest in de Vereeniging waarin Ellie aan 't bloemenballet deelneemt. Ook Marietje [...] gaat met ons mede. Voor een propvolle zaal heeft de zeer goed geslaagde uitvoering plaats, waarna een fancy fair.' Het dagboek lijkt na 1902 persoonlijker te worden. De auteur formuleert zich in langere zinnen. Een aantal dagboeken bevat achterin lijsten van dividenden.
6. Het inventarisnummer bevat tevens een doos met cahiers met reisverslagen of dagboekaantekeningen die allemaal van na 1914 dateren. Deze dagboeken zijn geschreven op Sumatra en hebben een geheel andere stijl dan de onder 4.2 beschreven.

1.1. Stoop, Johan Anthony.

1.2. 1813 (Dordrecht, 21 november) - 1891 (Nijmegen, 27 november).
1.3. Zoon van Francois  Stoop, bierbrouwer, en Anna Cornelia Gerarda 't Hooft. Frans en Nederlands predikant.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 0753.
2.2. 33,5 x 21,5; 14 p.
2.3. Memorabilia in het leven van J.A. Stoop van hemzelven. Eenige aantekeningen mij betreffende.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1885?
4.1. 1813-1885.
4.2. Weinig gedetailleerde autobiografie, weinig gestructureerd en nogal oppervlakkige beschrijvingen van de jeugd, opleiding (studie theologie te Leiden) , huwelijk, verblijf te Parijs, Antwerpen (predikant bij de Waalse gemeente), predikant te Nijmegen, ziektes in de familie, sterfgevallen, opvoeding van zijn kinderen, zijn godsdienstige ontwikkeling tot ca. 1853.

1.1. Stralen, Hendrik van.

1.2. 1751 (Hoorn, 20 oktober) - 1822 (Den Haag, 6 november).
1.3. Zoon van Jan Mossel van Stralen (1713-1772), secretaris en pensionaris van Enkhuizen, en Alida Nisetta Lansel (1716-1772). Echtgenoot (1776) van Clasina Rijgerbos (1752-1784). Gepromoveerd in de rechten te Harderwijk in 1779, daarna schepen te Enkhuizen. Adjunct van zijn oom Hendrik van Stralen, advocaat fiscaal bij de Admiraliteit van West-Friesland. Toezichthouder op het bestuur van de VOC. In 1795 ambteloos burger. Betrokken bij de mislukte landing van de Engelsen in 1799, gearresteerd en weer vrijgelaten. Vervulde diverse ambten tot hij in 1814 lid werd van de Staten Generaal en in 1815 van de Eerste Kamer.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Van Stralen, 18.
2.2. 33 x 21; 194 f.
2.3. Particuliere aantekeningen mij zelve betreffende bij verjaardagen of andere byzondere gelegenheden beschouwd uit godsdienstige overdenkingen.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Mijne kinderen en kindskinderen mogen dit lezen en nut mede doen, voor anderen zijn die minder geschikt en geheel niet om gedrukt of publijk gemaakt te worden.'
4.1. 1781 (20 oktober) - 1822 (20 oktober).
4.2. Overzicht van zijn levensloop en overpeinzingen bij bepaalde mijlpalen in zijn leven, zoals verjaardagen, jaarwisselingen of de dood van familieleden, vooral bezien vanuit zijn relatie met God. Tevens informatie over zijn politieke positie onder meer over zijn aandeel in het ontstaan van een oproer in Enkhuizen in juli 1782 en zijn rol bij de omwenteling van 1787, de gevolgen van de regeringswisseling van 1795; verlies van ambten en de strijd voor niet uitbetaald loon. Ook brieven en drukwerken zijn opgenomen.

1.1. Stralen, Jan Mossel van.

1.2. 1777 (Enkhuizen, 23 oktober) - na 1826.
1.3. Zoon van Hendrik van Straalen (1751-1822) en Clasina Rijgerbos (1752-1784). Echtgenoot (1799) van Theodora Agneta van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling), collectie Van Stralen, 69.
2.2. 33 x 20,5; 8 p.
2.3. Korte levensschets van Mr. J.M.V.S.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1826 (februari).
4.1. 1777-1826.
4.2. In de derde persoon geschreven autobiografie over de familiegeschiedenis van de auteur, diens loopbaan en karakter.

1.1. Strootman, Johannes.

1.2. 1785 (Nieuwer-Amstel, 23 januari) - 1840 (Den Bosch, 1 februari).
1.3. Zoon van Gerrit Strootman (1751-1796), lutheraan afkomstig uit Westfalen, eigenaar van een katoendrukkerij bij Sloten, en Anna Muller (1758-1799). Echtgenoot (1823) van Maria Francisca Verkuylen (1803-1876). Ging naar een kostschool. Werkte vanaf 1799 op een handelskantoor. Werd in 1802 vrijwilliger in de Nationale Garde van Amsterdam, kreeg vervolgens een militaire opleiding in Utrecht. Was in Franse dienst, nam deel aan veldtochten in Spanje (1811) en in Duitsland (1813), vocht bij Leipzig. Raakte krijgsgevangen. Trad begin 1816 weer in Nederlandse dienst. Werd in 1811 vrijmetselaar.
2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 133 M 136.
2.2. Drie delen; 26 x 21; 344 p.
2.3. Journaal van Joh.s Strootman. 1e deel: Begonne te formeeren te Amsterdam 1817.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1839.
4.1. 1785 (23 januari) - 1839 (30 november).
4.2. Aantekeningen, hoofdzakelijk over het militaire leven van de auteur, garnizoensplaatsen, loopbaan, veldtochten, waarnemingen en belevenissen onderweg. Met ca. negentig stadsgezichten, plattegronden en dergelijke. In het tweede deel een register van steden, burchten en dorpen.

1.1. Stuffken, Jan Hendrik.

1.2. 1840 (Haaften, 14 september) - 1919 (Den Haag, 11 januari).
1.3. Zoon van Jan Hendrik Stuffken (1801-1881), predikant te Haaften en hoogleraar Filosofie te Leiden, en Clasina Jacoba Carlier (1807-1849). Echtgenoot (1869) van Catharina Charlotta van der Plas (1848-1937). Ritmeester bij de cavalerie van het KNIL.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Stuffken (271), 8.
2.2. 27 x 21; 200 p.
2.3. Dagboek Makassar
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1878 (1 oktober) - 1880 (12 november).
4.1. 1878 (1 oktober) - 1880 (12 november).
4.2. Dagboek met aantekeningen over de bouw en het onderhoud van een militaire stoeterij te Makassar in Nederlands-Indië. Geeft een zakelijk en precieze beschrijving van de werkzaamheden. Ook opmerkingen over het weer. '27 aug. 1879. De grondboring van den voorgaande dag voortgezet. Gevonden; dezelfde kleisoort van den voorgaande dag, die echter langzamerhand iets donkerder wordt.'

1.1. Sueur, P.L.C.

1.3. 'Controleur der afdeeling Semangka, reisidentie Lampongse Districten.'
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 1148.
2.2. Fotokopie; 27 x 18; 81 p.
2.3. Mijne wederwaardigheden als controleur der afdeeling Semangka, residentie Lampongse Districten, tijdens en na de vulcanische uitbarsting op het eiland Krakatau op den 26sten en 27sten Augustus 1883.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1883?
4.1. 1883.
4.2. Nauwkeurig ooggetuigenverslag van de gevolgen van de uitbarsting van de Krakatau in 1883. 'Bij de diepste duisternis welke er heerschte, volgde de eene felle bliksumslag op den anderen en ik dacht niet beter of de wereld liep ten einde. Hier en daar vernam men akelig gekreun der ongelukkigen.'
6. Het origineel berust bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam.

1.1. Swinderen, Theodorus van.

1.2. 1784 (Groningen, 13 september) ‑ 1851 (Groningen, 11 april).
1.3. Zoon van Wicher van Swinderen (1745-1821), gezworene der stad Groningen, en Johanna Margaretha van Beveren (1754-1828). Echtgenoot van Geertruid Anna Lucretia barones van de Merwede (1792-?).
Studeerde te Groningen wis‑ en natuurkunde, letteren en rechten. Was van 1807 tot 1851 schoolopziener. Werd in 1814 te Groningen hoogleraar in de  natuurlijke historie. Stichtte het Museum voor Natuurlijke Historie. Schreef tal van publicaties over het schoolwezen.
2.1. Groningen,  UB: collectie handschriften, 400.
2.2. 34 x 22; 86 f.
2.3. Aantekeningen betrekkelijk mijne lotgevallen en werkzaamheden.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. De auteur besluit 'om nu eens eenige oogenblikken te  besteden ter overdenking van mijne lotgevallen en werkzaamheden sedert het begin van mijn aanwezen' ten einde zijn dankbaarheid aan en vertrouwen in God te vermeerderen.
4.1. 1784 (14 september) ‑ 1816 (juni).
4.2. Verslag van de jeugd van de auteur, ouders, schoolopleiding, verdere studie, studentenleven en loopbaan.

1.1. Teenstra, Marten Douwes.

1.2. 1795 (Polder Ruigezand (Oldenhove), 17 september) ‑ 1864 (Ulrum, 29 oktober).
1.3. Echtgenoot (1818) van Gezina Debora van der Leij (1791‑1818). Boer. Vertrok in 1825 naar Oost-Indie. Na terugkeer in 1828 benoemd tot landbouwkundige in Suriname. Keerde na twee reizen naar West-Indië in 1834 weer naar Nederland terug.
2.1. Groningen, UB: collectie handschriften, Add. 210, 1‑4.
2.2. Vier delen; 13,5 x 21,5; 458 p.
2.3. Geschiedkundige beknopte aanteekeningen der familie Teenstra verzameld en bijeengebragt door M.D.Teenstra ten behoeve zijnder kinderen Job. 8 vs. 7 en 8. 1837; (deel 3, derde hoofdstuk) Marten Douwes Teenstra, van diens geboorte tot op deszelfs huwelijk.
2.4. NL.
3.1. Familiegeschiedenis; autobiografie.
3.3. 1837.
4.1. (1713-) 1795 (17 september) ‑ 1824 (24 november).
4.2. Aantekeningen betreffende de familie vanaf 1713; autobiografie, waarin verslag van het schoolleven te Muntjezijl, dood van de moeder van de auteur, vermelding van reisjes, onder meer naar Amsterdam, lidmaatschap van de vrijwillige cavalerie, huwelijk, ongelukkige landaankoop, het landbouwbedrijf te Baflo, vertrek naar Indië in 1824.

1.1. Teichmann, Betsy.

1.2. 1850 (voor) - na 1900.
1.3. Echtgenote van Alphonse Belpaire. De katholieke staatsman Schaepman kwam regelmatig bij de familie Belsaire logeren.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: verzameling Schaepman, 539.
2.2. Losbladig; 21 x 17; 20 p.
2.3. 21 aout 1873. Nous sommes de retour depuis dix jours.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1873-1900.
4.1. 1873-1900.
4.2. Vooral aantekeningen over de bezoeken van Schaepman. Geeft vooral een beeld van Schaepman. Aardig geschreven.

1.1. Teijlingen, Arnout Jacob (a); Teijlingen, Anthon P. (b) ; Teijlingen, Louise D. (c); Teijlingen-Du Buisson Becius, Johanna Adriana (d).

1.2. 1813 (Oeffelt, 24 maart) - 1857 (Oost-Souburg, 12 juni) (a); ? (b); 1845-? ( c); 1821 (Middelburg, 19 mei) - 1908 (Amsterdam, 12 juli 1908) (d).
1.3. Zoon van Jacob Jan van Teijlingen (1780-1822) en Anthonia Catharina de Bruijn. Luitenant ter zee, rentmeester Kroondomein en rijksontvanger te Oost-Souburg, lid Provinciale Staten van Zeeland, lid gemeenteraad Middelburg (a); zoon van (a) en jonkvrouw Henriette Johanna Cecilia van Doorn (b); dochter van (a) en (d), echtgenote van B. van Schelven, predikant te Oost- en West-Souburg (c); dochter van mr. Hendrik du Buisson Becius en Wilhelmina Louisa Henriette van Doorn (d).
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme: 470 (familie van Teijlingen), 1-8.
2.2. Acht cahiers; 20 x 6; 310 p.
2.3. Aantekeningen; Journaaltje.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1855-1878.
4.1. 1855-1878.
4.2. Dit is een soort familiedagboek, steeds voortgezet door een volgend familielid. Arnout Jacob schrijft de aantekeningen van 1855 tot maart 1857. Dan neemt zoon Anthon het over. Deze stopt in mei 1861, wegens vertrek naar Leiden voor studie. Louise vervolgt de aantekeningen tot juni 1876 en ten slotte schrijft haar moeder het laatste deel. De aantekeningen beginnen vlak voor het overlijden van zoontje Henrytje op 4 januari 1855. 'Omstreeks 4 ½ uur slaakte hij zijn laatste snik, schijnbaar zacht en kalm en ons Henrytje was bij God, bevrijdt van al het leed der aarde.' Hoewel de aantekeningen door verschillende personen voortgezet zijn, lijkt weinig verschil in stijl te zijn.. Er wordt per maand beschreven wat er gebeurd is, zodat er eerder sprake is van een 'maandboek' dan van een dagboek.

1.1. Telting, Isaac.

1.2. 1831 (Leeuwarden, 22 januari) - 1895 (Den Haag, 15 november).
1.3. Rechtshistoricus, advocaat te Leeuwarden.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 332-04 (FA Telting), 16.
2.2. 20 x 30; 171 p.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1831-1844.
4.2. Aantekeningen over zijn leven.

1.1. Thal Larsen, L.Th.

1.3. Echtgenote van ene Vossenaar.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 852.
2.2. 28 x 21; 27 p.
2.3. Herinneringen en mijmeringen over herinneringen.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. Voor 1964.
4.1. Ca. 1906-1940.
4.2. Herinneringen aan haar jeugd in Indië in 'een klein plaatsje aan de Noordkust van Oost-Java'.  Veel beschrijvingen, onder meer over rondtrekkende artiesten zoals Willem Royaards en Pisuisse. De 'mijmeringen over de herinneringen' houden voornamelijk in dat herinneringen 'een kostbare schat in je leven betekenen!'

1.1. Thierry de Bye, Jan Carel.

1.2.  ?-1846 (Mozambique, 9 augustus).
1.3. Stuurman in de koopvaardij.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, I 123.
2.2. 32 x 20; 77 p.
2.3. Journaal eener reis van Jan Carel Thierry de Bye opperstuurman aan boord van de schoener kof Mercurius naar Mozambique in 1845 en 1846.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Voor zijn moeder.
3.3. 1845 (18 april) - 1846 (30 juli).
4.1. 1845 (18 april) - 1846 (30 juli).
4.2. Persoonlijk en onderhoudend geschreven dagboek van een bemanningslid van een koopvaardijschip gedurende een reis naar Mozambique en een maandenlang verblijf aldaar. Door toedoen van de Engelsen werd de Mercurius voor de kust van Mozambique enkele maanden aan de ketting gelegd. Thierry de Bye schrijft persoonlijk en amusant over de werkzaamheden aan boord, de verveling die voornamelijk verdreven werd met het schieten op (dode) vogels, slemppartijen en ruzies. De scheepshond gaf regelmatige aanleiding tot handgemeen en schietpartijen aan boord. In Mozambique beschrijft hij het land en de inwoners, de internationale (o.a. Arabische) kooplieden die hij ontmoette en de behandeling van slaven. Na enige tijd in Mozambique kreeg een groot deel van de bemanning de 'landziekte', zo ook Thierry de Bye.

1.1. Thorbecke, Herman Robert Joan Jacob

1.2. 1844 (Dieren, 1 augustus) - 1935 (Leiden, 10 december)
1.3. Zoon van Hendrik C.H.Thorbecke (1801-1844), arts, en Johanna W.A. van Hasselt. Kapitein ter zee.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 144.
2.2.20,5 x 16,5; 102 p (+ 10p.).
2.3. Eigen journaal van H.R.J.J. Thorbecke van 29 jan 1874 tot 23 juni 1876.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1874 (29 januari) - 1876 (23 juni).
4.1. 1874 (29 januari) - 1876 (23 juni).
4.2. Zeer beknopte en zakelijke aantekeningen bijgehouden in Oost-Indië. Gevolgd door 'Dagboek der mailreis van Batavia'(naar Marseille; 1869 (19 juli) - 1869 (28 augustus).
6. Afschriften en extracten door Thorbecke van officiële scheepsjournalen van door hem gemaakte reizen (Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 140 t/m 143; I 145. Van I 145 is niet duidelijk of dit een extractjournaal is).

1.1. Thorbecke, Herman Robert Joan Jacob.

2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek B II 81.
2.2. 20 x 16,5; 132 p.
2.3. Korte aantekeningen der reizen van H.R.J.J. Thorbecke.
2.4. NL.
3.1. Memoires/reisverslag.
3.3. Ca. 1874.
4.1. 1862 (1 oktober) - 1874 (28 januari).
4.2. Zeer beknopte en feitelijke aantekeningen over de door Thorbecke gemaakte reizen in dienst van de Nederlandse marine (o.m. naar Oost Indië, West Indië, Amerika, Japan) aan boord van verschillende schepen (Prins Maurits, Watergeus, Curaçao).

1.1. Tideman, Pieter.

1.2. 1871-1943.
1.3. Letterkundige. Op verzoek van Willem Kloos werd hij na het vertrek van Van der Goes, Van Eeden en Verwey in 1893 redacteur van De Nieuwe Gids.
2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: HS 134 A 2 (1, 3).
2.2. Twee delen ; 22 x 14,5 en 20,5 x 16; 56 p.
2.3. 'Zelfcritic'
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Hij wil hierin 'zichzelve zoeken'.
3.3. 1890-1891; 1893-1895.
4.1. 1890-1891; 1893-1895.
4.2. Zeer introspectief dagboek. '23 april 1890. Met geheel andere gewaarwordingen dan gewoonlijk schrijf ik mijn naam boven dit bandje. Geen citaten, geen georden, zal ik er neer schrijven, zal ik er in lezen, neen, wat daar binnen in omgaat moet in een kleed gestoken worden, dat niet vergaat. Ik moet mijzelve zoeken.' Hij is vermoedelijk op advies van Kloos met het dagboek begonnen. Veel over zijn gesprekken met Kloos (letterlijke weergave) en veel over Lodewijk van Deijssel. Verder veel over zijn goede voornemens (waaraan hij zich niet altijd houdt), reflecties naar aanleiding van artikelen, o.a. van Allard Pierson. Vanaf de zomer van 1898 gaat de dagelijkse zelfkritiek over in maandelijkse tamelijk vernietigende notities over zijn eigen epistels van de afgelopen maand. Dit leidt zelfs tot de notitie: 'Juli augustus [...]. Heilig voornemen niet meer te schrijven'.

1.1. Tierolff, Betsy J.A.M.

1.2. 1906  1998.
1.3. Geboren in Roosendaal, enige jaren na haar huwelijk met Jan Nagel verhuisd naar Nijmegen.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 188.
2.2. Typoscript, 81 p.
2.3. Nieuwjaar 1945. Een nieuw jaar is begonnen en we begroeten het met vreugde.
3.1. Herinneringen.
3.2. Onweerstaanbare schrijfdrang: 'In 1976 kreeg ik de eigenaardige behoefte allerlei dingen van vroeger op te schrijven, niet omdat die dingen ook mar in het minst belangrijk zijn; er zij echt onbenullige voorvalletjes bij. Ik schreef ze op omdat ik het leuk en prettig vond ze op te schrijven, maar waarom ik dat prettig vond, weet ik niet.'
3.3. 1976-1990.
4.1. 1913-1990.
4.2. Boekje met de uitgetypte tekst en foto's van een terugblik uit begin 1945 op het bombardement van Nijmegen in september 1944. Vervolgens allerlei met verve beschreven losse herinneringen: 'Kris-kras door elkaar, volgen allerlei herinneringen aan lang en kort geleden, maar vooral van lang geleden. Ik vind het niet nodig ze naar jaar te schikken. Zo'n allegaartje door elkaar leest misschien wel prettig?' Vertelt over haar jeugd, kostschoolleven, familie, oorlogsjaren, huwelijk, leven van haar kinderen en reflecteert op  oud zijn, de generatiekloof, ontwikkelingen van de moderne tijd. 'Hoe is het mogelijk dat mensen waaraan ik tientallen jaren niet meer gedacht heb, nu ineens voor me gaan leven. Ik zie ze weer helemaal voor me en met dat zien komt de behoefte ze te beschrijven.'

1.1. Tigler Wijbrandi, Cornelia Hendrika.

1.2. 1859-1942.
1.3. Dochter van Klaas Oosterbaan en Pietje Oosterbaan. Echtgenote van Pieter de Lange (1860-1936), eigenaar en directeur van zeepziederij 'De Ankers'. Onderwijzeres. Initiatiefneemster en voorzitster van de Alkmaarse afdeling van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkledij. Regentes burgerweeshuis. Medeoprichtster van de Vereeniging voor Gezinsverpleeging. Voorzitster Moederlijke Societeit te Alkmaar.
2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 212-228.
2.2. Zeventien delen; 13 x 9; ca. 1400 p.
2.3. Aantekenboekjes.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.3. 1897-1923.
4.1. 1897-1923.
4.2. Mengvorm tussen dagboek en huishoudelijke aantekeningen. Met opgeschreven toespraken, veel lijstjes en vrome citaten. Ook met enkele citaten uit de literatuur en de politiek. 'Het psychisch monisme, dat het eenig werkelijke van psychischen aard acht, en dat standpunt, hetwelk stoffelijke en geestelijke verschijnselen naast elkaar staan, maar in hoogere eenheid samenvallen.'
6. Het archief bevat ook reisverslagen van haar hand.

1.1. Tigler Wijbrandi, Cornelia Hendrika.

2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 230.
2.2. 12 x 5; 50 p.
2.3. 8 Januari 1898 heeft Nelly Pa naar de fabriek gebracht zonder mantel.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1898-1934.
4.1. 1898-1934.
4.2. Kort dagboek met aantekeningen over de dagelijkse gebeurtenissen in de familie. Met reisverslagen. 'Bij aankomst in Deventer was het slot van een van koffers verbogen en mistte er F.160,- aan Deens geld uit.'

1.1. Tilanus, Christiaan Bernard.

1.2. 1856 (Amsterdam, 13 september) - 1942 (Amsterdam, 25 mei).
1.3. Zoon van prof. dr. Jan Willem Reynier Tilanus en Johanna Liottard. Kleinzoon van prof. Christiaan Bernhard Tilanus (1796-1883), hoogleraar Heelkunde te Amsterdam. Echtgenoot (1888) van Amelia Eliza van Leeuwen. Arts, docent orthopedische chirurgie in Amsterdam.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): II E 80.
2.2. 21 x 17; 115 p.
2.3. [begin ontbreekt] verhoogde banken met voldoende gelegenheid voor de spectatore om wat aan de operaties te hebben.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 1882 - 1884 (13 september).
4.1. 1882 - 1884 (13 september).
4.2. Aan het einde van zijn studie maakte Tilanus academische reizen om zich verder te bekwamen in de geneeskunde. Hij bezocht in Nederland ziekenhuizen en artsen in Leiden, Den Haag, Utrecht en Rotterdam waar hij colleges en operaties bijwoonde. Na zijn promotie in 1883 vertrok hij met hetzelfde doel naar Parijs en Londen in welke steden hij steeds enkele maanden verbleef. Daar maakte hij kennis met de belangrijkste medici, volgde colleges en woonde opnieuw operaties bij. Behalve uitgebreide verslagen van geneeskundige belevenissen (vaak geïllustreerd met tekeningen van de ingrepen en de medische instrumenten), vertelt Tilanus veel over zijn andere liefde: de kunst (Panorma Mesdag: 'dat mijn tegenviel. De lucht was goed, maar de lucht leelijk en de teekeningen van de onderdeelen ook al niet onverbeterlijk, terwijl het ten slotte de indruk maakte haast met bezems geschilderd te zijn, zoo zag men de kwaststreeken'). In Londen bezocht hij enkele malen de schilder Alma Tadema. In Parijs stortte Tilanus zich met overgave in het mondaine leven ('wat geboulevardeerd.') en bezocht hij de opera, de theaters (Sarah Bernhardt: 'ze viel mij mee ook in magerte. Buitendien is ze zwanger, dunkt mij'), de veau de villes, restaurants en bordelen. Tijdens zijn verblijf in Londen overleed grootvader Tilanus. Naar inleiding hiervan beschrijft zijn kleinzoon in zijn dagboek diens leven en werken.

1.1. Timmermans, A.

2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 855.
2.2. Typoscript; 26 x 21; 212 p.
2.3. Op de plaats rust! Episodes uit het leven van officieren en manschappen van het voormalige KNIL rondom de eeuwwisseling.
2.4. NL.
3.1. Memoires/herinneringen.
3.3. Ca. 1963.
4.1. Ca. 1900.
4.2. Zeer uitvoerig en in de derde persoon geschreven verhaal over het garnizoen van Padang-Padang aan Sumatra's Westkust, waarin allerlei grotere en kleinere gebeurtenissen beschreven worden. Leest als een roman. 'Intussen is dan de nieuwe garnizoenscommandant, luitenant-kolonel Grootegast bij het plaatsbureau aangekomen, en treedt zijn bureau binnen, hangt zijn kepi aan een spijker in de biliken wand op, en neemt op zijn gemak op de draaibare bureaustoel, achter zijn schrijftafel plaats.'

1.1. Tinholt, Marrita Lamberta

1.2. 1862 (Haarlemmermeer)  1950 (Leiden).
1.3. Echtgenote (1886) van Francois Everard Boeschoten, onderwijzer. Werkte in 1885 als gouvernante bij het gezin van dokter W.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 58.
2.2. Fotokopie; 63 p.
2.3. Antwerpen 1 september. Vanmorgen half negen verlieten wij Utrecht. Wij hadden een beste reis en daar wij preceis met ons achten zijn, hadden wij nagenoeg de geheele reis niemand bij ons.
3.1. Dagboek.
3.3. 1885.
4.1. 1885.
4.2. Dagboek geschreven tijdens een reis met 'mijnheer', 'mevrouw' en de kinderen door België, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Beschrijft het landschap, bezienswaardigheden, musea, uitstapjes, de vermoeienissen van de reis: 'Te Wiesbaden, een mooie heldere stad met aangename omstreken, rustten wij een uur of wat uit bij eene zuster van mevrouw en eindelijk kwamen wij in den avond, tamelijk gaar gespoord, hier aan.'

1.1. Tjaarda, Ids Sippes.

1.2. 1784 (Oudega, 12 juli) - na 1855.
1.3. Zoon van Sippe Yedes Tjaarda (?-1826), schipper uit Joure, en Antje Idszes (1757-1788). Echtgenoot (1833) van Hinke Jans Steunebrink (1812-1856). Maakte met zijn vader overzeese vrachtreizen. Voer in 1802 naar de Middellandse Zee. Keerde in 1803 terug naar Nederland, nadat zijn schip door de Engelsen was buitgemaakt. Was in 1811-1813 in militaire dienst, verbleef op een oorlogsschip op de rede van Texel. Nam in 1815 als pontonnier deel aan de veldtocht tegen Napoleon. Woonde later te Joure en was toen visser of schipper.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, J 111.
2.2. 15,5 x 20; 226 p.
2.3. [omslag] Ontfang 1784; [p.1] Kunnen lezenswaarde zaken nu reeds uwen geest vermaken? Zit ge nu reeds met een boek graag eenzaam in een hoek?
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Opgedragen aan zijn kinderen: 'Dit boek behoort aan Sippes en Jan en Ids, ieder een halv jaar om te leezen'.
3.3. Na 1837.
4.1. 1784-1837.
4.2. Beschrijving van de loopbaan van de auteur tot 1816, bevat korte verslagen van vrachtreizen naar Noorwegen, Frankrijk en Ibiza. Verder levenslessen en stichtelijke vermaningen, gedichten, een versje over Erasmus, een lijst van gelezen boeken, historische bijzonderheden over Joure, afschriften van brieven, genealogische aantekeningen enz. Voorzien van een aantal gekleurde tekeningetjes, merendeels van schepen, ingeplakt en bijliggend een aantal afbeeldingen van huizen.

1.1. Tombe, François Jan Jacob des.

1.2. 1793 (Den Bosch, 1 maart) ‑ 1824 (Helvoirt, 14 februari).
1.3. Zoon van Arnoldus des Tombe (1730‑1804), kapitein in Suriname en luitenant‑kolonel der karabiniers, en Henriëtte Anna de Bons. Echtgenoot (1813) van Eva Maria Adriana de Jonge van Zwijnsbergen. Ontvanger der directe belastingen en adjudant houtvester.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 1452‑1453.
2.2. Twee delen; 21 x 10; 324 p.
2.3. 1 jan. N. jaarsdag: 's Morgens laat op. Mies zeer verkouden, ik veel minder.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1814-1815.
4.1. 1814‑1815.
4.2. Vrijwel dagelijkse aantekeningen die in telegramstijl zijn genoteerd in Koopmans‑kantoor‑ en huishoudelyk dagelyksch zakboek voor 1814 en 1815 (uitgever: H. Gartman te Amsterdam). Veel informatie over dagindeling en sociale contacten (o.a. met de familie Van Hogendorp en Van Meurs). Daarnaast veel beschrijvingen van jachtpartijen en een beschrijving van zijn bezoek aan de prins van Oranje.

1.1. Tombe, Jacob des.

1.2. 1819 (Vught) - 1893 (Arnhem).
1.3.Zoon van Daniel Gerard des Tombe en Cornelia Maria Verheye van Citters. Echtgenoot (1849) van Henrietta Johanna Martina Beeldsnijder. Hoofdagent Nederlandse maatschappij van brandverzekering te Tiel.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: FA Des Tombes (26), 127.
2.2. 21 x 17; 32 p.
2.3. Eindelijk was den dag aangebroken die zoolang ons boven het hoofd hing en die de oplossing zoude zijn van het vraagstuk omtrent het immer nog uitblijvende herstel mijner steeds lijdende vrouw.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.3. 1874.
4.1. 1874 (22 april) - 1874 (6 juni).
4.2. In een schriftje genoteerd verslag van de ziekte van zijn vrouw gedurende enkele maanden in 1874. Ook veel over het weer.
6. In de inventaris bevindt zich een korte familiekroniek (nr. 129) en veel brieven.

1.1. Tongerloo, Bernardus Matthijs van.

1.2. 1889 (Gouda, 27 november) - 1971 (Zeist, 16 augustus).
1.3. Zoon van Balthasar van Tongerloo (1855-1922) en Pietje Eerdmans (1861-1936). Echtgenoot van 1)  H.G.W.H. Appel en 2) Willy Charls. Nederlands Hervormd predikant, voor de oorlog in Indië, daarna in Nederland. Vanaf 1945 met emeritaat. In 1945 blind geworden door de inslag van een V1.
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme: 213 (inventaris van Tongerloo), 1-2.
2.2. 23 x 15; 48 p. (plus wat losse getypte vellen uit 1966/1967).
2.3. Mijn dagboek.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Laat daarom ook deze bezigheid voor mij een nieuwe prikkel zijn om met God's hulp ieder uur, ja elk ogenblik van mijn leven zo te besteden dat het de moeite waard is in mijn herinnering bewaard te blijven.'
3.3. 1911-1912.
4.1. 1911-1912.
4.2. Beschouwend dagboek van een adolescent, vol religieuze overpeinzingen en zwaarwegende, soms sombere gedachten. 'Door heel dit bundeltje overdenkingen ligt een sombere waas, een sombere wolk.'
Daarbij enkele getypte vellen (als typeoefening) met dagboekaantekeningen uit 1966/1967.

1.1. Toulon, Lodewijk van.

1.2. 1767 (Gouda, 17 augustus) - 1840 5 januari.
1.3. Zoon van Martinus van Toulon (1736-1818), baljuw van Gouda, en Adriana Maria van Eyck (1744-1802). Echtgenoot van Johanna van Nispen (1771-1854). Studeerde in Utrecht rechten. In 1807 secretaris generaal van de posterijen. In 1819 lid van de Tweede Kamer, in 1840 gouverneur van de provincie Utrecht.
2.1. Utrecht, Rijksarchief: FA Des Tombe, 642.
2.2. 32 x 20; 50 p.
2.3. [Omslag] Levensberigt van den heer mr. L. van Toulon; [p.1] Copie. Wanneer ik in den avond van mijn leven terug denk op den loop der gebeurtenissen, die dat leven hebben vergezeld en zulk eenen gewigtigen invloed daarop hebben uitgeoefend [...].
2.4. NL.
3.3. 1838.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1767-1838.
4.2. Verslag, geschreven begin 1838, van zijn opleiding, de invloed van de gebeurtenissen in 1787 en 1795 op zijn carrière en die van zijn vader en de ziekte van zijn zoon.

1.1. Toulon van der Koog, Lodewijk Johan.

1.2. 1822 (Gouda, 21 december) - 1901 (Utrecht, 20 juni).
1.3. Zoon van Maarten van der Koog en Johanna Paulina Jacoba van Toulon. Echtgenoot (1849) van Martha Kinnema Wijndels (1824-1870) . Ontvanger der Registratie op diverse standplaatsen.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling) : FA van Toulon (2.21.227) 72.
2.2. 23 x 14; 68 p.
2.3. 'Voor mijn zoon Jan, Dagboek.' Gedichten, citaten e.d. opgetekend door Lodewijk Johan van Toulon van de Koog.
2.4. FR, DU, NL.
3.1. Citatendagboek.
3.2. Voor zijn zoon Jan.
3.3. 1846-1877.
4.1. 1846-1877.
4.2. Dit dagboek bestaat vrijwel geheel uit citaten. Aan het einde, waar pagina's met eigen dagboekaantekeningen staan, zijn rond de 40 pagina's uitgescheurd.  'Gij sluit uw geld in IJzeren kisten,
En niemand heeft genot ervan. Tot dat de dood U komt verrassen, Wat zijt gij arm, gij rijke man,' .V. Beaumont.
Ook veel Franse schrijvers, Shakespeare in het Frans etc.

1.1. Toussaint, Anna Louisa Geertruida.

1.2. 1812 (Alkmaar, 16 september) - 1886 (Den Haag, 13 april).
1.3. Dochter van Hendrik Toussaint, apotheker, en Cornelia Magdalena Cornelia Rocquette. Echtgenote van Johannes Bosboom (1817-1891), schilder. Werd grotendeels opgevoed door haar grootmoeder. Werd gouvernante en onderwijzeres, maar het onderwijs beviel haar niet. Schrijfster. Debuteerde in 1837 met de novelle Almagro. Schreef historische romans, o.m. Het huis Lauernesse, en zedenromans. Belangrijk vertegenwoordigster van de Nederlandse romantiek.
2.1. Den Haag, Letterkundig Museum: T 393 H3 L.V.
2.2. Diverse formaten; 21 p.
2.3. Eenige mededelingen betreffende Mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint door haar zelven opgetekend [...].
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.3. 1881.
4.1. 1810-?
4.2. Zeer moeilijk leesbaar handschrift. Autobiografische aantekeningen gemaakt op ver zoek van dr. J. ten Brink.

1.1. Toutenhoofd, Pieter.

1.2. 1817 (Goes, 28 mei) - 1894 (Leiden, 18 november).
1.3. Zoon van Abraham Toutenhoofd en Maria de Warem. Echtgenoot van Louisa G.F. van den Bosch (1832-1925). Kapitein ter zee, maakte reizen naar o.m. Oost-Indië en Japan.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek mil 79-1.
2.2. Microfilm, ca. 121 p.
2.3. Particulier journaal en memoriaal gehouden aan boord Z.M. brik Panter onder bevel van den Kapitein luit. L.J. de Vries.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Voor familie en vrienden.
3.3. Na 1842.
4.1. Ca. 1838 (1 oktober) - 1842.
4.2. Na de reis geschreven dagboek op basis van dagboekaantekeningen van een reis naar Oost-Indië aan boord van de Panter. Toutenhoofd was adelborst 1e klasse en dit was één van zijn eerste reizen, i.i.g. zijn eerste echte storm 'voor my was deeze aangelegenheid niet onaangenaam'. Het verslag wordt ingeleid door een wat algemener deel, gevolgd door een gedeelte dat 'ik meer in de vorm van een journaal [zal] aanbieden, daar, de opelkander volgende gebeurtenissen toch achterelkander genoemd dienen te worden.' Toutenhoofd geeft veel beschouwingen over/ beschrijvingen van de natuur en de elementen en vertelt hoogdravend over de heroïek van het zeemansleven. Verder beschrijvingen van aangedane plaatsen, waaronder Spanje waar men aanlegt vanwege opgelopen averij.
6. Het origineel was in 1979 in bezit van antiquaar A. van Dam te Gorinchem. Gerelateerd document: Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek: Mi 79-80 (Raven, G.J.A. Inventaris van [...] stukken enz. van den kapitein ter zee Pieter Toutenhoofd, 1834-1876).

1.1. Tromp, Solko Walle.

1.2. 1811 (Leeuwarden, 23 augustus) - 1875 (Leeuwarden, 8 oktober).
1.3. Procureur te Leeuwarden.
2.1. Leeuwarden, Gemeentearchief: FA Tromp, 1.
2.2. 72 p.
2.3. Journaal van S.W. Tromp.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1830-1831.
4.1. 1830-1831.
4.2. Over zijn deelname aan de Tiendaagse Veldtocht als vrijwilliger.

1.1. Twent, Anthony Cornelis.

1.2. 1771 (Amsterdam, 28 september) - 1852 (Amsterdam, 3 januari).
1.3. Zoon van Abraham Catharinus van Gelé Twent, lid van de Gecommitteerde Raden voor Haarlem, en Jacoba Judith van Wezele. Monsterde in 1784 aan als adelborst, raakte in 1794 in Franse krijgsgevangenschap, maar wist te ontkomen. Bood zijn diensten aan aan de prins van Oranje, en week tegelijk met de stadhouder uit. Ging na de ontbinding van de vloot van de Republiek in Russische dienst. Keerde in 1808 terug in Nederlandse zeedienst. Werd in 1839 bevorderd tot vice-admiraal. Ging in 1846 met pensioen.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): aanwinsten 1894, 18.
2.2. 33 x 21; 180 p.
2.3. [omslag] Herinneringen aan mijne reizen en militaire loopbaan; [p.1] Korte en bondige herinnering aan de voornaamste dienstverrigtingen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1771 (28 september) - 1810.
4.2. Een overzicht van zijn loopbaan, verdeeld in vier perioden: 1784-1795 bij de Nederlandse zeemacht, 1799-1802 bij het Hollands eskader in Engeland, 1802-1808 bij de Russische zeemacht, 1808-1810 bij de Hollandse zeemacht tot de inlijving bij Frankrijk.
6. Een kopie van het tweede deel in het NA (eerste afdeling): collectie De Jong, 45.

1.1. Twiss, Henriette Amélie Jeanette (Amy).

1.2. 1860-1947.
1.3. Dochter van William Twiss en Malvina Eliza Suermondt. Echtgenote van Alexander Grothe. Van Engelse afkomst. Opgegroeid in Utrecht in een vermogend gezin.
2.1. Hilversum, Streekarchief Gooi en Vechtstreek: plaatsingslijst Grothe-Twiss, B1 1-2.
2.2. Twee delen; 21 x 17; ca. 800 p.
2.3. Ik heb een jonge vriendin, die haar prachtige levenskracht gebruikt, om haar vrienden en kennissen, oud en jong, een taak te stellen ter voorkoming van de levensvijandige houding die zij depressie noemt.
2.4. NL; EN.
3.1. Memoires.
3.2. Voor haar kleinzoon Otto Victor Vermaas. 'Mij persoonlijk heeft zij geboden mijn memoires te schrijven: 'Als men tachtig jaar oud is en niets te doen heeft, en men veel beleefd heeft moet men zijn memoires schrijven.'
3.3. 1942-1943.
4.1. 1860-1943.
4.2. Uitvoerige en veelzijdige memoires, geschreven voor haar kleinzoon Otto Victor Vermaas. Goed geschreven en met veel saillante details over het leven van een vrouw uit zeer gegoede kringen. De memoires zitten vol illustraties, foto's en kleine drukwerkjes. Beschrijft onder meer haar kindertijd in Utrecht aan de Kromme Nieuwe Gracht, haar ouders, de lessen aan huis en de Frans-Duitse oorlog van 1870, verblijf op een kostschool in Duitsland en een verblijf in Aken (waar zij o.a. Schopenhauer leest), haar huwelijk, de geboorte van haar dochter en over Henry Tindal (oprichter van het dagblad de Telegraaf) en zijn projecten. Amy reist veel. Ze is ook actief bij de krant en als schrijfster van amateurtoneel. Later krijgt zij financiële problemen en moet steeds kleiner gaan wonen.
6. Plaatsingslijst Grothe-Twiss, B1 10: Uitreksel voorzien van aantekeningen uit de memoires van Amy Grothe-Twiss door de heer H.E. Vermaas, 1994.6 p.

1.1. Tydeman, Hendrik Willem.

1.2. 1778 (Utrecht, 25 augustus) - 1863 (Leiden, 6 maart).
1.3. Zoon van prof. Meinard Tydeman (1741-1825) en Sophia Theodora de Beveren (1751-1769). Echtgenoot van 1) Marianne Mathilde Hoorn (1780-1850) en 2) Clasina Hendrika Lis.
Hoogleraar in de rechten te Leiden.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Tydeman (540), 150.
2.2. 24 x 20; 55 p.
2.3. H.W.F. Herinneringen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1860.
4.1. 1778-1860.
4.2. Herinneringen vanaf zijn vroegste jeugd tot 1860. Begint met een beschrijving van het ouderlijk gezin en zijn schoolleven te Utrecht. 'Op de school waren jongens en meisjes, het Fransch leeren was op die school nietig, er word eene taak opgegeven om van buiten te leren uit een Fransche Grammaire, waarvan wij geen woord verstonden.' Later worden het memoires over zijn opleiding en maatschappelijk en wetenschappelijke leven als hoogleraar. Door het kleine handschrift is het geheel uitvoeriger dan de 55 pagina's doen vermoeden. Geeft een goed inzicht in het leven van een maatschappelijk actieve hoogleraar te Leiden. Veel van de politieke beroeringen en zijn vele connecties (waaronder Bilderdijk en Jonas Daniel Meyer) komen aan de orde.
6. Zie ook inventarisnummer 151.

1.1. Tydeman, Hendrik Willem.

2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 128 G 24.
2.2. 16,5 x 20,5; 232 f (hierin 179 f.).
2.3. Fragmenten van herinneringen en opmerkingen.
2.4. NL.
3.1. Biografie en autobiografie.
3.3. 1859
4.1. Ca. 1790-1825.
4.2. Beschrijving van vooral het leven van de vader van de auteur, diens functies en woonplaatsen, huwelijk van vader met Hermanna Hugenholtz, verloving van de auteur, familiebetrekkingen.
6. Op f.1: 'Copie van hetgeen prof.H.W.Tydeman te Leiden in 1859 heeft geciteerd'.

1.1. Tydeman, Meinard.

1.2. 1741 (Zwolle, 20 maart) - 1825 (Leiden, 1 februari).
1.3. Zoon van Hendrik Willem Tydeman (1691-1769) en Johanna Onkruidt (1701-1790).Echtgenoot van 1) Barbara Maria Rossijn, 2) Sophia Theodora de Beveren en 3) Hermanna Hugenholtz. Hoogleraar te Harderwijk, Utrecht en Leiden. Orangist, medeoprichter van het letterkundig genootschap Dulces.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Tydeman (540), 52.
2.2. 22 x 18; ca. 210 p.
2.3. Eigen levensbeschrijving van M.T.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Ik vinde mij opgewekt op verzoek van mijnen oudsten zoon, kan het zijn, ter eere Gods, en ter gedachtenis mijner kinderen eenige hoofdbijzonderheden mijnes langen levensloop op te tekenen.
3.3. 1815.
4.1. 1741-1815.
4.2. Dit handschrift bestaat uit twee delen. De eigen levensbeschrijving van Meinard Tydeman zoals door hem gedicteerd in 1815 (28 p.) en een levensschets van Meinard Tydeman door zijn zoon Hendrik Willem Tydeman uit 1859, samengesteld uit mondelinge herinneringen van zijn vader, door hem opgetekend. (179). Het geheel is een gebonden afschrift uit 1879. In het eerste deel beschrijft Meinard zijn jeugd en loopbaan: 'De burgertwisten tusschen zich noemend Patriotten en Prinsgezinden klommen in Utrecht in het jaar 1787 tot die hoogte, dat mij 't verblijf aldaar onaangenaam werd.' Enigszins afstandelijke beschrijving van zijn leven. Het tweede deel kan ook gelezen worden als een egodocument van Hendrik Willem over zijn vader. Zeer informatief: 'De andere [boekhandel] veelzins met Abraham van Paddenburg constrasterende, doch ook ruim voorzien van oude en daarenboven van nieuwe, vooral ook Fransche en andere werken was Barth Wildt, die woonde waar thans Kemink bloeit'. Uitvoerig over loopbaan, betrekkingen, politieke verwikkelingen, correspondenties en dergelijke. Zeer veel details over personen. Rijk en interessant document, doch niet zeer persoonlijk. Compleet met index (met veel bekende namen).
6. Afschriften in Leiden (UB Ltk. 891),Gemeentearchief Leiden (FA Tydeman 7) en Den Haag (Koninklijke Bibliotheek: KB 128 G 24 en 128 D 21).

1.1. Uden, Lena Wijgergangs - Van

1.2. Ca. 1895 - na 1977.
1.3. Echtgenote (1920) van Helmus Wijgergangs.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 60.
2.2. Fotokopie; 55 p.
2.3. Herinneringen van mijn jeugdjaren. In 1893 trouwde Crist van Uden met Drika van Uden, ze gingen wonen op de boerderij Den Elzenburg.
3.1. Herinneringen.
3.2. Op verzoek van haar kinderen geschreven.
3.3. 1977.
4.1. 1893-1920.
4.2. Herinneringen geschreven te Berlicum, betreffende haar jeugd, schooltijd, sociale gebruiken, communie, het leven op de  boerderij, kennismaking en huwelijk met Wijgergangs. 'Vroeger waart ge overal blij mee en moest uw speelgoed dikwijls zelf maken.' Geïllustreerd door haar dochter. Van Uden schreef voor haar kinderen en kleinkinderen en liet voor elk van hen een kopie maken.

1.1. Uhlenbeck, Olke Arnoldus.

1.2. 1810 (Colombo (Ceylon), 18 maart) - 1888 (26 maart).
1.3. Zoon van Christianus Cornelius Uhlenbeck, ingenieur in Engelse dienst en later groothandelaar te Colombo, en Catharina Elizabeth van Andringa. Vice-admiraal (1869). Was cadet aan de artillerie- en genieschool te Delft, volgde daarna een opleiding aan het Instituut voor de Marine te Medemblik, adelborst 1e klasse (1829),  luitenant ter zee 2e klasse (1834). Bevelhebber zeemacht in Oost-Indië (1870-1874). Stond op goede voet met koning Willem III.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Uhlenbeck (1744-1978) 20.
2.2. 34 x 20; 64 p.
2.3. Ik heb een veelbewogen leven geleid, in de tijd waarin ik den lande heb gediend.
3.1. Autobiografie.
3.2. Op aanraden van zijn kennissenkring, vanwege de rijkdom van zijn herinneringen: 'om aan mijne herinneringen vorm te geven, waardoor gebeurtenissen in een tijdvak van zulk aanbelang in verband tot het zeewezen van Nederland niet geheel aan de geschiedenis zoude worden onttrokken.'
3.3. 1887.
4.1. 1810-1830.
4.2. Bevat uitvoerige herinneringen aan zijn jeugd waarbij hij begint met een beschrijving (uit overlevering) van het verloop van zijn geboorte. Onder andere over zijn vader, 'een zelf made-man', zijn bezigheden als kind, zijn band met zijn min en over zijn tante Johanna.
6. Het archief (inventarisnummer 56) bevat tevens een dagboek, bijgehouden tijdens zijn reis naar Oost-Indie en zijn verblijf aldaar, 1870 (15 november) - 1871 (10 oktober).

1.1. Uittenbogaard, Pieter.

1.2. 1801 (8 januari) - 1899 (22 juli).
1.3. Zoon van Dirk Uittenbogaard en Lena van Veen. Werkzaam in de graanhandel.
2.1. Dordrecht, GA Dordrecht: collectie handschriften 2227; transcriptie van grote gedeeltes van deze tekst: collectie handschriften 3106-3107.
2.2. 27 x 22; 479 p.
2.3. Allerlei.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1890-1899.
4.1. 1801-1899.
4.2. De titel van het document dekt de lading goed. Alleen de onderdelen 'Plaatselijke herinneringen' (transcriptie 3106 (2)) en 'Herinneringen uit mijn jeugd' (transcriptie 3106 (1)), zijn op te vatten als egodocumenten. 'Plaatselijke herinneringen' is een persoonlijk getinte geschiedschrijving van Dordrecht waarvoor met name uit eigen herinneringen wordt geput. Zijn jeugdherinneringen zijn evenmin erg persoonlijk maar vooral observerend. Zijn eerste herinneringen dateren van 1807: de tekst van een liedje over Schimmelpenninck, de ontploffing van het kruidschip in Leiden waarvan zelfs in Dordrecht de trillingen voelbaar zouden zijn geweest en de geur van lijken in kerken gedurende de hete zomer van datzelfde jaar. Veel aandacht voor plaatselijke gebeurtenissen en observaties van zijn stadgenoten. Ook beschouwingen over de werking van het geheugen.
6. Het archief bevat ook nog een ander getypt afschrift van dezelfde teksten, nr. 3107.

1.1. Valkema, D.

2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 899.
2.2. 21 x 17; 168 p.
2.3. Dagboek; 67 de Heer Goetzee overleden.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1867 (juli) - 1913.
4.1. 1867 (juli) - 1913.
4.2. Langlopend dagboek, bij vlagen uitvoerig. De auteur werkte onder meer bij de 'maatschappij voor uitvoer of commissiehandel' te Soerabaia.  Aanvankelijk zakelijk beschrijvend, later persoonlijk. 'Zachtkens glijdt het levensbootje voort, de wittebroodsweken gaan voorbij, droomen de jongheid maken plaats voor mannen-ideën en plannen, vrouwelijke zelfstandigheid heeft congé gegeven aan meisjesgrillen en meisjesdromen.' Later over de ziekte en het overlijden van zijn vrouw. Zeer informatief, veel namen en gebeurtenissen.

1.1. Valkensteyn, Augustinus van.

1.2. 1806 (Den Haag) - 1882 (Assen).
1.3. Zoon van Charles Augustinus van Valkensteyn en Pieternella van Bredo. Echtgenoot (1842) van Louisa d'Arancy (1809-1871). Militair. Officier van gezondheid. Woonde te Vredeveld bij Assen.
2.1. Assen, RA Drenthe: archief Van Valkensteyn (0588), 1.
2.2. Twee delen; 27 x 23 en 34 x 21; 56 p.
2.3. Rariteiten, Anecdoten en Schrandere Bedrijven van Sommige mannen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische Aantekeningen.
3.3. 1860-1871.
4.1. 1836; 1855.
4.2. Anecdoten met een sterke autobiografische inslag, soms flauw: 'Een zeker kolonel, die zich beroemde, 40 jaren Dienst te hebben, en een zeer slimme te zijn, vroeg eens aan eenen Geneeskundige, daar hij van een zeer geleerd geneeskundige een brief (Dienst) ontvangen had, de volgende vraag: Zeg eens Mijnheer, ik wist niet dat Professor Hoogleraar was.' Het tweede deel is een serieus verslag van zijn tijd te Assen en van allerlei zaken die daar speelden. Met veel dialogen en terugblikken. Vrij korte maar interessante herinneringen van een militair arts.

1.1. Vaynes van Brakell, Louise Christine Johanna Hester de.

1.2. ? - 1863 (3 april).
1.3. Dochter van jonkheer Willem de Vaynes van Brakell (1763-1843), kolonel, en Johanna Elisabeth Eytelwein. Echtgenote (1821) van Quirijn Maurits Rudolph Ver Huell (1787-1860), zeeofficier en schrijver. Moeder van Alexander Willem Maurits Rudolph Ver Huell (1822-1897).
2.1. Arnhem, Gelders Archief: FA Ver Huell (0490), 68-71.
2.2. 20 x 16,5; ca. 200 p.
2.3. Geen journal, doch dagelyksche aanteekeningen tot hulp van het geheugen.
2.4. NL; FR; DU; EN.
3.1. Dagboek.
3.2. 'tot hulp van het geheugen'. Volgens een aantekening in een ander handschrift 'op verzoek van mijn vader teekende mama dagelyks de weersgesteldheid op'.
3.3. 1847 (april) - 1850 (31 december).
4.1. 1847 (april) - 1850 (31 december).
4.2. Gedisciplineerd van dag tot dag bijgehouden dagboek met daarin voornamelijk beknopte notities over contacten en activiteiten (theaterbezoek, kerkbezoek, tochtjes etc.) en relartief weinig over de weersgesteldheid.

1.1. Veenstra, Tinus.

1.2. 1896 (Hemrik (Opsterland), 27 november) - na 1977.
1.3. Zoon van Klaas Veenstra en Aafke Bosscher. Echtgenoot van Sibbeltje Schipper. Timmermanaannemer. Friese anarchist. Voorzitter IAMV, afdeling Appelscha.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Veenstra, 1-3.
2.2. Twee schrijfblokken; 27 x 21 en 34 x 22; 270 p.
2.3. Leven en strijd. Hij zou voor het eerst naar school.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1969-1977.
4.1. 1900-1960.
4.2. Deze autobiografie, door Veenstra zelf memoires genoemd, bestaat uit een geschreven en een getypte versie. De getypte versie, hoewel in de derde persoon geschreven, is veel persoonlijker en verhaalt over zijn jaren op school, zijn eerste liefdes en 'later, veel later leerde hij begrijpen, dat wat steeds weer tussen hen kwam, van zijn kant niet begrepen sexualiteit genoemd kan worden.' Gaat door tot na de Tweede Wereldoorlog. De geschreven versie begint in 1918 en gaat vooral over zijn strijd als anarchist en socialist. Veel details en anekdotes.

1.1. Velde, Johannes Jurjens.

1.2. 1804 (Sumar, 2 juli) - 1872 (Drachten, 22 mei).
1.3. Koemelker.
2.1. Leeuwarden, Fryske Akademy.
2.2. 16 p.
2.4. Fries.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1804-1850.
4.1. 1804-1850.
4.2. Schrijft over zijn godsdienstige bevindingen.

1.1.Verbeek, Jacobus Henricus (a); Sande, Hermine Marie van der (b).

1.2. (a) 1831 (Amsterdam, 10 september) - 1876 (Semarang, 4 januari); (b) 1847 (Dodrecht, 10 mei) - ?
1.3. Echtelieden. Verbeek (zoon van Albert Jan Verbeek en Phoebe Hitzera Themme) was griffier te Macassar vanaf 1871, broer van P.H. Verbeek (advocaat Generaal te Paramaribo). Hermine was de dochter van de Dortse koopman en reder Hermanus van der Sande en Johanna Maria Verbeek. Na het overlijden van haar echtgenoot woonde ze samen met George Maurits Trip (1840-1897), ze noemde zich toen wed. Trip Verbeek van de Sande.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Dl 1 t/m 22.
2.2. Diverse formaten; ca. 375 p. (en bijlagen).
2.4. NL.
3.1. Begin der kermis. Smorgens bij Jacob, met Suze, Geeritje Ymena, advocaten borrel [...], frambozen limonade, gebakjes, cigaren, en een vrolyk discours.
3.1. Dagboek.
3.3. 1864 (10 september) - 1872 (22 december).
4.1. 1864 (10 september) - 1872 (22 december).
4.2. Dagboek van een mondain Amsterdams paar, voornamelijk door de man geschreven, maar ook door zijn vrouw. In de 'wij-vorm' geschreven. Het vangt aan in de verlovingstijd. Hermine en Jacob hadden een grote liefde voor uitgaan en vertier, met name het toneel kon op hun warme belangstelling rekenen. Het dagboek is vooral een weerslag van hun sociale leven als verloofd stel en gehuwden. Ze hielden nauwkeurig en gedetailleerd bij wat zij zagen en wat zij daar van vonden, hetzij in het dagboek (vaak op originele programma's), hetzij in aparte registers. Veel bijzondere details over het Amsterdamse uitgaansleven Verder gedetailleerde informatie over de mode van hun tijd (o.a. van de bruidskleding), prijzen en eten. Opgenomen zijn ook enkele reisverslagen, waaronder de huwelijksreis naar Spa. Van oktober 1871 - december 1872 verbleef het paar in Nederlands Indië. Ook het dagboek van deze periode bevat veel informatie over het sociale en uitgaansleven. Met veel toegevoegde memorabilia.

1.1. Verdam, Jakob

1.2. 1845 (22 januari) - 1919 (19 juli).
1.3.  Neerlandicus. Hoogleraar  in Leiden.
2.1. Leiden, UB: Hs. LTK 2150
2.2. Fotokopie; typoscript; 30 x 22; 17 p.
2.3. Autobiografische aantekeningen van J. Verdam.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.3. 1900.
4.1. 1845-1870.
4.2. Korte autobiografische schets, waarin uitvoerig wordt ingegaan op de achtergrond van het gezin waar de auteur uit voortkomt. Later over zijn jeugd en scholing, 'Thans mislukt bijna niemand, en kweekt de universiteit eene uitgelezen verzameling middelmatigheden en prullen.'

1.1. Verhoef, Henricus Theodorus.

1.2. 1790-1865.
1.3. Echtgenoot van Adriana Maria van Haasteren. Vanaf 1812 chirurgijn in het leger. Vanaf 1816 vroedmeester.
2.1. Schiedam, Gemeentearchief Schiedam: collectie Verhoef (1811-1897), 22.
2.2. 28 x 21; 308 p.
2.3. Aanteekeningen & Herinneringen Vooral van dat wat ik alzoo zag en deed in 1812, 1813 & 1814 op eene reize tot Archanchelskoij.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1856.
4.1. 1811-1814.
4.2. Chronologische beschrijving van zijn wederwaardigheden als conscrit in het leger van Napoleon tijdens de tocht naar en van Rusland. Het is een terugblik, mogelijk op basis van een eerder dagboek. Het verslag is antropologisch van aard. Het bevat geografische informatie, meteorologische waarnemingen en tekeningen van verschillende volkeren. Het bevat ook een negentiende-eeuwse foto, vermoedelijk een portret van de auteur.
6. Het archief bevat tevens een aantekenboekje over de reis naar Rusland uit 1815 (6), kladaantekeningen van deze reis (7), een dagboekje geschreven te Archangel in maart 1814 waarin tevens een aantal notities uit de secundaire literatuur over de bezochte streken (soort naslagwerkje voor onderweg) (5), een chronologisch puntsgewijs overzicht over de reis naar Rusland (24), een kaart van Rusland en van Europa met daarop aangetekend de reisroute door Rusland ca 1858 (28) en een aantal ingekomen brieven uit 1813, 1836-1858 waaronder een brief in het Russisch (14).

1.1. Verhoeff, Amalia Louisa Albertina.

1.2. 1886 (Gorinchem, 16 mei) - 1975 (7 januari).
1.3. Echtgenote (1912) van J.H.A. Ringeling (1875-1964). Behaalde een akte Frans. Presidente van de afdeling Amsterdam van de Nederlandsche Christen Vrouwenbond (NCVB) 1925-1929; in 1926 bestuurslid van de Kamerkring Amsterdam van de Christelijk Historische Unie (CHU); in 1929 bestuurslid van de NCVB en in 1930 presidente van de Algemene propagandacommissie van de NCVB; omstreeks 1927 lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland; zij had als enige vrouw zitting in de ministeriële commissie tot onderzoek van het cadeaustelsel ingesteld in 1928; lid van het Comité Christenvrouwen Volkenbonds-Vredes Actie (CVVA); richtte in 1931 de Zwachtelbond 'Groen van Prinsterer' op.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief A.L.A. Ringeling-Verhoeff, 16.
2.2. Fotokopie; drie delen; 336 p.
2.3. Herinneringen verteld voor mijn geliefde kinderen en kleinkinderen
3.1. Autobiografie, herinneringen.
3.2. Tot schrijven aangezet door haar moeder, 'zij vond mijn leven daartoe interessant genoeg'. Omdat ze met vele invloedrijke personen heeft gewerkt, kon het beschrijven volgens haar ook van 'cultuur-historisch belang' zijn.
3.3. 1959-1967.
4.1. 1886-1967.
4.2. Beschrijving van haar leven, met vooral veel aandacht voor de tijd van haar jeugd: schooljaren in Wijk bij Duurstede, spelen, de armoede in het dorp, sociale gebruiken, kleding etc. 'Ik vrees dat ik ook niet genoeg die rustige sfeer waar ik in ben opgegroeid, kan voortoveren (&) Het tempo was langzaam, maar oer-gezellig.' Over haar opleiding, werk als onderwijzers, haar huwelijk. Kort over de functies die zij bekleedde. Daarnaast apart beschreven herdenkingen van bijzondere gebeurtenissen, zoals huwelijk van Juliana of de Duitse inval. Tevens vele bladzijden met becommentarieerde foto's en documenten.
6. In het archief onder meer dagboeken uit 1923-1954, knipsels, stukken m.b.t. haar loopbaan en teksten van lezingen en radioredes.

1.1. Verhey, M.G.

1.2. 1882 (Middelburg, 24 november) 1951 (Den Haag, 14 september).
1.3. Grondlegger en directeur van de N.V. Lak en verffabriek Premier te Loosduinen.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: Bib. Zeel. 937 verh.
2.2. Typoscript; 33 x 21; 120 p.
2.3. Jeugdherinneringen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Op verzoek van zijn zoons en voor zijn eigen genoegen.
3.3. 1945 (maart-mei).
4.1. 1882 - ca. 1910.
4.2. Zeer gedetailleerde en vroege jeugdherinneringen met oog voor maatschappelijke veranderingen. Schrijft over het autobiografisch schrijven: 'Hoewel ik dus de fantazie mis, die zooveelen wel bezitten, ben ik wel in staat nauwkeurig, en op een wijze die mijzelf eenige voldoening schenkt, op papier te zetten, datgene wat ik mij herinner gezien of gehoord te hebben. Dit heeft natuurlijk ook zijn waarde, en juist het gebrek aan fantazie komt dan vaak ten goede aan de waarheid en juistheid der beschrijving. Het is me duidelijk, dat bij het schrijven van een boek, dat voor een aan den schrijver onbekende lezerskring wordt geschreven, andere woorden en zinswendingen zullen moeten worden gebruikt, als wanneer, zooals in mijn geval, de lezers slechts behooren tot de mij bekende familie en eventueel kennissenkring'.

1.1. Ver Huell, Alexander Maurice Charles Guillaume.

1.2. 1822 (Doesburg, 7 maart) - 1897 (26 mei).
1.3. Zoon van Quirijn Maurits Rudolph Ver Huell (1787-1860), zeeofficier en auteur,  en Louise Christine Johanna Hester de Vaynes van Brakell. Verlooft zich 1863 met Suzanna Maria Jacoba Elisabeth Claudine Annemaet en verbreekt het engagement drie dagen voor het huwelijk.
Bezocht van 1828 tot 1835 de Franse school van J. van Beek te Rotterdam, vervolgens het Paedagogium voor het Onderwijs in de Oude Talen van Jan Jacob de Gelder, een kostschool, in Leiden. Vanaf 1840 studeerde hij rechten in Leiden. Ontwikkelde zich tot karikaturist, humoristisch tekenaar en illustrator van o.a. Studenten-Typen van Jan Kneppelhout (Klikspaan), De Nederlandsche Spectator en De Tijdspiegel. Vanaf 1848 'vrij-kunstenaar' in Amsterdam.
2.1. Arnhem, Stadsbibliotheek : ms. 113.
2.2. 20,5 x 17; 32 p.
2.3. Journal d'Alexandre [...] agé de 13 ans.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1835.
4.1. 1835.
4.2. Regelmatig bijgehouden dagboek met daarin een beschrijving van dagelijkse activiteiten (wandelen, contacten, dagboekschrijven, bezoekjes).

1.1. Ver Huell, Carel Hendrik.

1.2. 1764 (Doetinchem, 4 februari) - 1845 (Parijs, 25 oktober).
1.3. Zoon van mr. Quirijn Maurits Ver Huell, burgemeester, en Judith Elsabee Anna baronesse van Rouwenoort. Op elfjarige leeftijd in militaire dienst. Militair, Zeeman, vice-admiraal. Beroemd Nederlands zeeofficier, in dienst van Napoleon.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Coll. Ver Huell (2.21.004.04) 284, 285.
2.2. Twee delen; 31 x 20; 494 p.
2.3. Dit werk is begonnen om aan de wens[?] van mijn dierbaren zoon Carel te voldoen, welke mij zo zeer zijne wens[?] te kennen gaf in het geheel bekend te worden met een levensloop met zo vele wisselvaligheden.
2.4. NL; FR.
3.1. Autobiografie/memoires.
3.2. Zie 2.3.
3.3. 1820 - ca. 1845.
4.1. (1764) 1781-1820.
4.2. Uitvoerig en gedetailleerd verslag van zijn leven en loopbaan bij de Nederlandse en Franse (Keizerlijke) marine en de vele campagnes die hij meemaakte. Meer over zijn wisselvallige carrière dan over zijn privé-leven. 'De tijd die mij vergunt was bij mijn freule te blijven vlood maar al te ras heen en ik moest mij weder naar Hoorn begeven om reispapieren van mijn schip te surveilleren. Mijn bruid vergezelde mij en logeerde enige dagen aan boord.'
6. Zie ook inventarisnummers 287 en 288: kladaantekeningen van Ver Huell, die gediend hebben als basis van zijn memoires. Inventarisnummer 290: 'Pensee passagere et secrette' ('geheime' opstellen over de inrichting van het land).

1.1. Ver Huell, Quirijn Maurits Rudolph.

1.2. 1787 (Zutphen, 11 september) - 1860 (Arnhem, 10 mei).
1.3. Zoon van Everhart Alexander VerHuell, burgemeester van Doesburg, en Anna Aleida Staring. Echtgenoot van jonkvrouwe Louise Christina Johanna Hester de Vaynes van Brakell. Trad als vijftienjarige in dienst bij de marine, en maakte tot zijn ontslag in 1813 carrière bij de Franse zeemacht. Ging in 1807-1808 als adjudant van de gouverneur-generaal naar Oost-Indië. Verbleef vanaf 1810 in Noord-Duitsland, standplaats Hamburg, onder zijn oom Carel Hendrik VerHuell. Werd in 1813 als kapitein bij de Nederlandse marine uitgezonden naar Oost-Indië, belast met wetenschappelijke waarnemingen en het tekenen en aanleggen van een natuurhistorische verzameling, over welke reis hij in 1835 publiceerde. Daarna equipagemeester bij de rijkswerf te Rotterdam. Publiceerde op het gebied van de letterkunde en de biologie.
2.1. Arnhem, Gelders Archief: FA Ver Huell, 58.
2.2. 34 x 20; 515 p.
2.3. Den 11 september 1787 zag ik het levenslicht ten huize van mijn grootouders, de burgemeester Staring te Zutphen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1787 (11 september) - 1839.
4.2. Beschrijving van het leven van de auteur vanaf zijn geboorte tot aan een bezoek aan zijn oom in Parijs: zijn jeugd - deels bij zijn grootouders - in Zutphen en Doesburg en op het buiten Het Enzerinck (bij Vorden), zijn dienst in de marine, waarbij hij in 1805 de slag bij Ambleteuse meemaakte, de periode in Oost-Indië bij de gouverneur-generaal Buyskes, de periode 1811-1812 bij zijn oom in Noord-Duitsland, en het verblijf en de strijd in Den Helder in 1813. Vertrek naar en verblijf in Oost-Indië, zijn verzameling, de vete Buyskes-Steenboom, en zijn eigen verhouding tot Buyskes, terugkeer, benoeming in Rotterdam, verliefdheden en huwelijk. Gevolgd door ca. veertig p. aantekeningen over bezoeken aan de werf door vooraanstaande personen.

1.1. Verhoeff, Amalia Louisa Albertina.

1.2. 1886 (Gorinchem, 16 mei) - 1975 (7 januari).
1.3. Echtgenote (1912) van J.H.A. Ringeling (1875-1964). Behaalde een akte Frans. Presidente van de afdeling Amsterdam van de Nederlandsche Christen Vrouwenbond (NCVB) 1925-1929; in 1926 bestuurslid van de Kamerkring Amsterdam van de Christelijk Historische Unie (CHU); in 1929 bestuurslid van de NCVB en in 1930 presidente van de Algemene propagandacommissie van de NCVB; omstreeks 1927 lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland; zij had als enige vrouw zitting in de ministeriële commissie tot onderzoek van het cadeaustelsel ingesteld in 1928; lid van het Comité Christenvrouwen Volkenbonds-Vredes Actie (CVVA); richtte in 1931 de Zwachtelbond 'Groen van Prinsterer' op.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief A.L.A. Ringeling-Verhoeff.
3.1. Autobiografie.
4.2. Verslag van eigen leven.
6. In het archief onder meer dagboeken uit 1923-1954.

1.1. Verhoeff, Johan Frederik George.

1.2. 1815 (Deventer, 21 februari) - 1906 (Arnhem, 31 mei).
1.3. Zoon van Johan Joseph Verhoeff en Johanna Gersina van Eeden. Tweede luitenant, later kapitein in het leger. O.a. betrokken bij de tweede Boni-expeditie en de tweede Boni-oorlog te Celebes.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling):, FA Verhoeff (2.21.205.82) 4.
2.2. 18 x 11; 122 p.
2.3. 19 mei. De stoomboot komt heden aan, hetwelk bijzonder laat is, veroorzaakt doordien de mail niet aangekomen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1853 (19 mei) - 1854 (26 november).
4.1. 1853 (19 mei) - 1854 (26 november).
4.2. Tamelijk intiem dagboek waarin veel informatie over de levensomstandigheden van Nederlanders op Sumatra en de onderlinge contacten aldaar (o.a. contact met luitenant Reinst). Beschrijving van de natuur en natuurrampen (aardbevingen). Uitvoerig verslag van het ziekteverloop van zijn zuster Sientje die de leiding heeft over een meisjesschool op Sumatra, 'zij gelijkt wel een schim en alle lust en leven is er uit'. Naar aanleiding van deze ziekte uitweidingen over de kwaliteit van de meisjesscholen ter plaatse en de tegenwerking die zijn zuster ondervindt met haar school.
6. Het betreft een fragment (gepagineerd 334-456). Van hem is tevens een reisverslag bewaard (inventarisnummer 5) en een lijst leefregels voor zijn zoon (inventarisnummer 3).

1.1. Verloren van Themaat, Gerard Johan.

1.2. 1809 (Utrecht, 12 februari) - 1890 (Utrecht, 22 november).
1.3. Zoon van Pieter Verloren (1779-1860) en Johanna Maria Nahuys (1780-1848). Echtgenoot van 1) Wilhelmina Margaretha van den Bosch (1807-1874) en 2) jonkvrouw Elisabeth Johanna Carolina de Pesters. (1842-1919). Studeerde rechten en letteren in Utrecht. Advocaat. Lid Gedeputeerde Staten Utrecht.
2.1. Hoorn, Archiefdienst West-Friese Gemeenten: collectie Verloren, 710.
2.2. 17 x 10; 135 p.
2.3. Aantekeningen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1830-1871.
4.1. (1809) 1826-1871.
4.2. Voordat het eigenlijk dagboek begint zijn er enkel pagina's met genealogische gegevens en een korte levensloop opgenomen. In het dagboek beschrijft de auteur familiegebeurtenissen, de uittocht van de Studentencompagnie en politieke gebeurtenissen in binnen- en buitenland. '24 Maart 1848. oproer te Amsterdam, zilver winkels geplunderd glazen ingeslagen. Door militairen, schutters en dragonders de rust hersteld; belhamels gearresteerd.' Na 1839 worden de aantekeningen korter.

1.1. Verloren van Themaat, Joan Philip.

1.2. 1840 (Dalfsen, 31 augustus) - 1890 (Warnsveld, 18 januari).
1.3. Zoon van Reep Verloren (1803-1893) en Elise Henriëtte Adelaide de la Fontaine Schluiter (1809-1847). Echtgenoot (1871) van Hester Geertruid Kronenberg (1848-1930). Advocaat en rechter te Deventer en Hoorn.
2.1. Hoorn, Archiefdienst West-Friese Gemeenten: collectie Verloren (aanvulling), 1171.
2.2. Twee delen; 20 x 16; 22 x 14; 46 p.
2.3. 3 july 1857 Deze dag wekt weer vele droevige herrinneringen op [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1857-1859.
4.1. 1857-1859.
4.2. Twee vrij korte dagboekdelen, vooral over zijn studentenjaren te Utrecht. Beschouwend en poëtisch van karakter: 'Sept. 1857 O God! Waarom hebt gij die schoonste gaven van den mensch, namelijk die des geestes zoo ongelijk verdeeld, dat de een een leven vol geluk heeft, geeerd, gezien bemind door iedereen en de ander slechts in de eenzaamheid sombeer klachten over zijn ongeluk kan vinden.'

1.1. Verloren van Themaat, Pieter.

1.2. 1779 (Hoorn, 6 september) - 1860 (Utrecht, 17 december).
1.3. Zoon van mr. Reep Verloren (1746-1813) en Helena Debora Avenhorn (1749-1810). Echtgenoot (1801) van Joanna Maria Nahuys. Advocaat, plaatsvervangend rechter, rentmeester generaal Ridderl. Duitse Orde Balije van Utrecht.
2.1. Hoorn, Archiefdienst Westfriese Gemeenten: collectie Verloren, 952.
2.2. 15,5 x 10; 35 p.
2.3. Aanteken-boekje van P. Verloren begonnen met Anno 1807-8.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1807 (12 januari) - 1808 (15 maart); 1819 (17 oktober).
4.1. 1807 (12 januari) - 1808 (15 maart); 1819 (17 oktober).
4.2. Verslag van de toestand in Leiden na de ontploffing van een kruitschip, familiegebeurtenissen, het bezoek van koning Lodewijk Napoleon aan Utrecht, een stormramp in Zeeland, godsdienstige beschouwingen.

1.1. Verloren van Themaat, Pieter.

2.1. Amsterdam, Bibliotheek Vrije Universiteit: handschriften XV.000124.
2.2. 25 x 20; 206 p.
2.3. Aantekeningen uit het leven en sterven van mijnen dierbaren Zoon. Mr.Joan Philip Verloren geboren den 28e Maart 1802. Overleden den 21e Maart  1835.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.2. 'Wanneer ons door de dood ontrukt worden hen die aan ons hart dierbaar zijn: waaraan wij door de naauwste banden des bloeds waren verbonden, hebben hunne laatste woorden en gesprekken voor ons eene onschatbare waarde.'
3.3. Na 1835.
4.1. 1802-1835.
4.2. Persoonlijke herinnering aan het leven en overlijden van zijn zoon Joan Verloren. 'Weder naar boven gegaan zijnde, kwam Gerard mij op de trap tegen en zeide mij langzaamaan, dat onze dierbare zacht was ontslapen.' Hier en daar aangrijpend verhaal, zeer godsvruchtig. Met enkele brieven als bijlage.

1.1. Vermaas, Jeanne Elizabeth C.

1.2. 1874 (Kralingen, 17 januari) - na 1962.
1.3. Dochter van Hendrik Vermaas, predikant, en Jeanne Agatha Nonhebel. Echtgenote van ? Muller. Haar ouders vestigden zich in 1877 in Yerseke. Lerares gymnastiek.
2.1. Goes, Gemeentearchief Goes: bibliotheek GB 18 D 10.
2.2. Typoscript; 30 x 21; 269 p.
2.3. Mijn herinneringen 1874-1963.
3.1. Autobiografie.
3.2. Op aandringen van anderen.
3.3. 1963.
4.1. 1874-1963.
4.2. Persoonlijk getinte autobiografie met veel aandacht voor jeugdherinneringen die teruggaan tot haar tweede of derde levensjaar 'toen ik luid brullend uit de school werd weggedragen op de arm van onze dienstmaagd.' Over spelletjes die ze als kind deed, straffen, angsten, religieuze vorming, gehoorde gesprekken, gelezen boeken en voorgelezen verhalen, gebruikte huishoudelijke apparatuur, opleiding, lokale bevolking van Ierseke, Sint Nicolaasviering, kermis, de Spaanse griep, intrede spiritisme in Goes, positie van vrouwen en huispersoneel etc. Ook over haar latere leven, eerst als huisonderwijzeres van een drietal onhandelbare kinderen ('deze drie kinderen kenden God noch gebod'), later als gymnastieklerares aan de HBS. Ook over Aletta Jacobs, Domela Nieuwenhuis en de opkomst van het socialisme.

1.1. Vermeer, Emma E.

1.1.1. Vrouw.
1.2.  Ca. 1898 - na 1949.
2.1. Amsterdam, Internationaal Instituut voor Vrouwengeschiedenis: collectie egodocumenten, 61.
2.2. Diverse formaten, ca. 700 delen; ca. 30.000 p.
2.3. Yesterday morning I felt as though vdL recieved my note
2.4. EN; NL; Steno.
3.1. Dagboek.
3.3. 1904; 1916-1949.
4.1. 1904; 1916-1949.
4.2. Dagboek geschreven, deels in steno, te Den Haag en Doorn, betreffende haar ouders en zusjes, een imaginaire echtgenoot, een gefingeerde correspondentie, concerten, theosofie, helderziendheid. Met brieven, gedichten, krantenknipsels en foto's. Ook vele citaten uit literatuur.

1.1. Vermet, D.M.

1.2. 1881 (30 november) - ?
1.3. Predikant in 's Heer Arendskerke.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 8058.
2.2. 16 x 21; 120 p.
2.3. Jeugdherinneringen.
2.4. NL
3.1. Autobiografie.
3.2. Op uitdrukkelijk verzoek van zijn jongste zoon, Willem K. Vermet, die enkele jaren eerder, op 23 oktober 1953, naar de Verenigde Staten is geëmigreerd.
3.3. 1958.
4.1. 1889 - ca. 1900.
4.2. 'Ter inleiding. Op uitdrukkelijk verzoek van onze jongsten zoon ben ik ertoe gekomen dit wel zeer eigenaardig geschrift op te stellen. Het handelt over onze hofstede 'de plaats waar mijn wieg eens stond' en doet ons in gedachte teruggaan tot de jaren 1889/'90, dus tot mijn circa 10-jarigen leeftijd of iets later, wat bij lezing zeker in aanmerking genomen moet worden, want daarna zijn er wel enige veranderingen ontstaan, hoewel leven en bedrijf aldaar in wezen ongeveer hetzelfde bleef.' Zeer uitgebreide beschrijving van de jeugdherinneringen van de auteur die worden opgehangen aan de hofstede in 's Heer Arendskerke waar hij is opgegroeid. De autobiografie bevat een reeks zeer gedetailleerde tekeningen en plattegronden van deze boerderij met letters en cijfers die verwijzen naar de tekst. In het verhaal wordt ingegaan op alle details. Het tweede gedeelte van deze jeugdherinneringen is opgebouwd uit een aantal namen van personen uit zijn jeugd die eveneens worden benut als prikkeling van het geheugen. Achterin de autobiografie is een knipsel uit een krant of tijdschrift ingeplakt waarin wordt ingegaan op het gemak waarmee mensen altijd beweren over hun ervaringen wel een boek te kunnen schrijven en de moeilijkheden die een schrijver ondervindt als hij een dergelijk voornemen daadwerkelijk uitvoert.

1.1. Verschuir, Gijsbert Fontein.

1.2. 1764 (Franeker, 13 oktober) - 1838 (Alkmaar, 2 januari).
1.3. Zoon van Jan Hendrik Verschuir, hoogleraar Oosterse talen, en Isabella Algra van Fontein. Echtgenoot (1797) van Cornelia Frederica de Dieu (1779-1851). Studeerde rechten in Franeker. Advocaat in Leeuwarden. Afgevaardigde in de Staten van Friesland. Orangist, in 1787 in de vroedschap van Alkmaar benoemd. Na de omwenteling van 1795 keerde hij naar Friesland terug. Was vanaf 1802 bestuurder van Alkmaar.
2.1. Alkmaar, Gemeentearchief: FA De Dieu - Fontein Verschuir, 290.
2.2. 33 x 21; 11 p.
2.3. G.F.V. was van zijne eerste kindheit af in de gevoelens van liefde van het Huis van Oranje opgebracht. Zijn vader had die liefde tot geestdrift toe aan zijne kinderen ingeboezemd.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.3. Ca. 1814.
4.1. 1785 - 1813.
4.2. Aantekeningen waarin de auteur zijn gevoelens ten opzichte van het Huis Oranje en zijn houding tijdens zijn politieke loopbaan verdedigt. Geschreven in de derde persoon.

1.1. Verspyck, Gustave Marie.

1.2. 1822 (Gent, 19 februari) - 1909 (Den Haag, 8 mei).
1.3. Zoon van Abraham Cloudius Joannes Verspyck en Desideria Pierson. Echtgenoot van Geertruida Wendelina Menu. Luitenant-generaal. Nam deel aan de expeditie naar Atjeh onder generaal Van Swieten. Later adjudant van Willem III en Wilhelmina.
2.1. Den Haag, Gemeentearchief Den Haag: FA Verspyck (FA 523), 34.
2.2. 14 x 9; 110 p.
2.3. de 14e Aug. 1869 's ochtends om 6 uren vertrok ik van Wiesbaden niet precies bekend met de nabijheid van het kamp [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1869.
4.1. 1869.
4.2. Dagboek van zijn verblijf in de militaire kampen 'De Chalon' (Frankrijk)  en 'Höchtst' (Duitsland). In het boekje zijn verscheidene tekeningen en situatieschetsen opgenomen. Vooral beschrijvende informatie over de militairen aldaar en de oefeningen en inrichting van de kampen en een verslag van zijn eigen belevenissen.
 6. In het archief bevinden zich tevens een aantal reisdagboeken en verslagen van Verspyck.

1.1. Verwey, Albert.

1.2. 1865 (Amsterdam, 15 mei) - 1937 (Noordwijk, 8 maart).
1.3. Echtgenoot van Kitty van Vloten. Nederlands dichter, criticus en essayist. Medeoprichter en redacteur van de tijdschriften De Nieuwe Gids, Het tweemaandelijks tijdschrift en De Beweging. In 1914 kreeg Verwey een eredoctaraat van de Universiteit Groningen. Van 1925-1935 was hij hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Leiden.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): A. Verwey, XLI A 1: 18.
2.2. 17 x 10; 11 p.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.3. Ca. 1880.
4.1. Ca. 1880.
4.2. Verslag van Verweys gesprek met de heer Pil en dr.. D. van Lankeren Matthes, directeur van de vijfjarige HBS voor jongens. Verwey had de driejarige HBS afgerond en wilde zijn opleiding vervolgen. De heren maakten hem dit voornemen tegen, maar vroegen uiteindelijk of hij bereid was toelatingsexamen te doen. Verwey antwoordde dat dat niet nodig was omdat de gemeenteraad verleden jaar besloten had dit examen af te schaffen, waarna hij morrend werd toegelaten. De aantekeningen zouden een kladbrief kunnen zijn.
6. Onder hetzelfde nummer bevindt zich een afschrift (door Verwey?).

1.1. Verwey, Albert.

2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): A. Verwey, XLI A 1: 56.
2.2. 25 x 15,5; ca. 70 p.
2.3. [...] In zijn eerste jeugd neemt men in zich op wat zijn natuur [...]: de natuur is gegeven, maar al wat men erin opneemt, is nieuw en verrassend.
2.4.NL.
3.1. Aantekeningen (literair, autobiografische e.a.).
3.3. ca. 1889.
4.1. Aantekeningen over auteurs (Perk, Homerus, Schiller, Göthe) en over de ontwikkeling die Verwey z.i. heeft doorgemaakt. Hij onderscheidt vier perioden die ieder mens moet doormaken alvorens in evenwicht te kunnen komen ('als hij zicht vrij voelt staan tusschen de wereld aan de eene en zijn werk aan de anderen kant'). Zelf verkeert hij in de vierde periode: 'ik vind het een genot tegenwoordig te zijn bij dat rustige geesteswerk dat, nu groot en geregeld, in me omgaat.' Hij illustreert de ontwikkeling met een grafiek van zijn persoonlijke ontwikkeling waartegen hij zijn werk afzet.
6. Zie ook UB (handschriftenafdeling): A. Verwy,  XLI A 1: 44, aantekeningen over gelezen boeken.

1.1. Verwijs, Gertje Woutera.

1.2. 1835 (Deventer, 17 juli) - 1919 (Deventer, 15 mei).
1.3. Huisvrouw, getrouwd met Adolf van Slooten, wethouder te Dokkum.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 348 (Coll. cop. elders) 6363; Fries Letterkundig Museum en Documentatiecentrum: 086.490.
2.2.  Typoscript; 47 p.
3.1. Dagboek.
3.3. 1877-1914.
4.1. 1877-1914.
4.2. Schrijft op onregelmatige tijden over het huishouden en de kinderen.

1.1. Vink, Willem Charles Albert

1.2. 1876 (Padang, 8 december) - 1964.
1.3. Schout-bij-nacht titulair.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 1169-1170.
2.2. Fotokopie; 30 x 21; 500 p.
2.3. Journaal. Ondergetekende, geboren 8 december 1876 [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1892-1923.
4.1. 1893-1923.
4.2. Zeer uitvoerig dagboek over zijn opleiding tot marineofficier en zijn loopbaan. Doet verslag van reizen, overplaatsingen, 'Tot mijn verrassing werd ik den 1e Aug. 1899 overgeplaatst HMS Sumatra. Hoe onaangenaam ik het in 't eerst vond, later begreep en zag ik in hoe goed de overplaatsing voor mij was & dank ik er de Hemel voor. Ik moest weer eens in een andere sfeer komen.' Niet alleen over marinezaken maar ook over zijn familie en de liefde. Veel belevenissen in Nederlands-Indië.
6. Het origineel berust bij de familie.

1.1. Vlis, Christian Jacobus van der.

1.3. Theoloog en taalkundige.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 341.
2.2. 30 x 20; 79 p.
2.3. Dagboek gehouden te Soerakarta.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1840 (26 april) - 1842 (29 juli).
4.1. 1840 (26 april) - 1842 (29 juli).
4.2. Beschrijvend dagboek over historische en etnologische zaken te Soerakarta en omgeving. 'Ook de meisjes bij de Javanen worden reeds op haar 8e of 9e jaar besneden, doch hoedanig dit geschiedt komt men niet te zien, [...] mannen daarbij nooit mogen tegenwoordig zijn.'

1.1.Voet, Anna Elisabeth Henriëtte Theodora.

1.2. 1819 (Delft, 6 december) - 1890 (Utrecht, 31 maart).
1.3. Dochter van Goswin Voet en Sebilla Cornelia Brinkman. Tweede echtgenote van prof. Willem Moll (1812-1879).
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): XX C 7/26.
2.2. 22 x 15; 150 p.
2.3. Agenda & Agenda ou Notes et Observations
2.4. FR ; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. Ongedateerd; 1834 (1 januari) - 1836 (17 augustus).
4.1. Ongedateerd; 1834 (1 januari) - 1836 (17 augustus).
4.2. Dagelijkse aantekeningen van een jong meisje. Veel over haar al dan niet goede gedrag. Bij emotionele gebeurtenissen, zoals bij de dood van een vriendin (waarover ze zich uiteraard verdrietig, maar ook schuldig voelt), voorziet het dagboek in de behoefte van zich af te schrijven.  Afwisselend in Frans en Nederlands geschreven, waarbij op o.a. emotionele momenten op Nederlands wordt overgestapt ('daarom wil ik om mijne gevoelens beter uit te drukken maar eens in het Hollands schrijven').
6. Zie ook Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): een dagindeling (XX C 7/27, anoniem, maar vermoedelijk van Anna Voet). Zie Moll.

1.1. Voet, Johan Heinrich.

1.2. 1758 (Duisburg, 22 februari) - 1832 (31 mei).
1.3. Loopbaan als artillerist. Directeur van diverse militaire artilleriescholen. Generaal-majoor. In 1814 directeur der Artillerie en Genieschool te Delft. Ook wetenschapper, lid van diverse genootschappen (Bataafs Genootschap, Hollandse Maatschappij en andere).
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Ackersdijk (2.21.009) 105.
2.2. 19 x 12; 54 p.
2.3. 28 mai 1777 bin ich zu Zutphen[?] gereisd. 7 juni bin ich in Breda arriviert.
2.4. FR; DU; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1777-1805.
4.1. 1777-1805.
4.2. Dagboek met korte aantekeningen, soms alleen vermelding van reizen en gebeurtenissen. In diverse talen geschreven. Ook korte verhandelingen en aforismen. 'Verstand, geleerdheid, wijsheid, deze woorden hoort men in de dagelijksche samenleving veelal met malkanderen verwarren [...] Then welcome Death! Thy dreaded herbingers, Age and Disaese.' Veel pagina's zijn uitgescheurd en andere zijn blanco.

1.1. Vollenhoven, Cornelius.

1.2. 1778 (Amsterdam, 3 februari) - 1849 (Den Haag, 14 november).
1.3. Zoon van Hendrik Vollenhoven (1753-1826) en Catharina Johanna van Beeck (1750-1813). Echtgenoot (1814) van Henriëtte van der Vliet (1781-1849). Studeerde rechten te Amsterdam en promoveerde in 1799 te Leiden. Werd advocaat in Amsterdam, en was lid van diverse commissies van het stadsbestuur. Werd in 1811 advocaat bij de Staatsraad in Parijs, maar keerde in 1813 naar Amsterdam terug. Deskundig op het gebied van de armenzorg. Vervolgde zijn carrière bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Raad van State.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling), FA Beeck Vollenhoven (2.21.118), 83.
2.2. 31,5 x 20; 9 p.
2.3. Nu en dan bekruipt mij de lust eine Selbstbiographie te schrijven, ofschoon ik eigenlijk niet weet waartoe dat dienen zal en nisi utile est quod facimus stulta est gloria.
3.1. Aanzet tot een autobiografie.
3.3. 1848.
4.1. 1778-1848.
4.2. Aantekeningen voor een levensbeschrijving vanaf zijn jeugd. Voorts lijsten met aanstellingen.

1.1. Vollenhoven, Cornelia van.

1.2. 1896‑1977.
1.3. Dochter van Johannes van Vollenhoven en Henriette Rochussen. Echtgenote van Willem Frederik Dutilh (1894‑1977).
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA Dutilh, 704.
2.2. Losse vellen; diverse formaten; 24 p.
2.3. Er zijn menschen, die ik bewonder voor hun knapheid of talenten, waarvan ik voel dat ze nu mijn meerdere zijn en van wie ik toch een zekere afkeer heb.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Mijn gedachten zijn slecht gerangschikt en om te overzien wat mijn hoofd bevat wil ik er orde in brengen.'
3.3. 1912‑1914.
4.1. 1912‑1914
4.2. Persoonlijk dagboek van Cornelia. 'Wat was hij koud! Hoe kan hij nu in die korte, moeilijk verkregen minuten van samenzijn over zoo onbeduidende dingen spreken. Moet dat nu werkelijk mijn man worden? 'Ja' zegt alles in me.'
6. In het archief bevinden zich ook fotoalbums en brieven van Cornelia. In het bijzonder een uitvoerige briefwisseling met haar aanstaande man (huwelijk werd voltrokken in 1918). Zie Dutilh.

1.1. Vollenhoven, Joost van.

1.2. 1877 (Rotterdam, 21 juli) ‑ 1918 (Noord‑Frankrijk, 18 juli).
1.3. Telg uit een bekend Rotterdams geslacht. Brengt zijn jeugd door in Algiers. Studeert daar en in Parijs rechten. Hoogleraar koloniale school te Parijs. Gouverneur-generaal van Frans West‑Afrika in 1917. Raakt in de Eerste Wereldoorlog gewond (1915) en sneuvelt in Noord‑Frankrijk in 1918. Onbekend in Nederland, maar een held in Frankrijk.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA van Vollenhoven, 65.
2.2. 30 x 20; ca. 831 p.
2.3. Je ne sais point ce qui m'empêcher d'écrire mes impressions [...].
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1895 (11 oktober) - 1908 (14 mei).
4.1. 1895 (11 oktober) ‑ 1908 (14 mei).
4.2. Uitvoerig dagboek met veel persoonlijke ervaringen en bespiegelingen. Veel koloniale informatie over Kabylie en Frans West-Afrika. Moeilijk leesbaar handschrift.
6. In het archief bevinden zich kranten en tijdschriftartikele,  reisbeschrijvingen (Noord‑Afrika 1893 en Europa, 1894) en brieven uit de periode 1895‑1902.

1.1. Vollenhoven, Pieter van.

1.2. 1789 (Rotterdam, 28 oktober) ‑ 1875 (Rotterdam, 23 december).
1.3. Zoon van François van Vollenhoven (1756‑1848), zeepzieder en olieslager (zeepziederij 'Den Olyphant') en Margaretha Cornelia Snellen (1757‑1848). Echtgenoot (1820) van Josina de Vos.  Advocaat. In 1813 maakte hij als garde d'honneur de krijgstocht naar Duitsland mee. Werd op latere leeftijd president van de Arrondissementsrechtbank in Rotterdam.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 1150.
2.2. 32 x 20; 232 p.
2.3. Metz 13 july 1813. Zoo bevinde ik mij dan sedert den 6den van deze maand ter plaatsen myner bestemming.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1813‑1815.
4.1. 1813‑1815.
4.2. Dagelijkse aantekeningen van een Garde‑d'Honneur in het leger van Napoleon. Uitgebreide en  zeer levendige beschrijving van de garnizoensplaatsen, het sociale leven aldaar, bezoek aan koffiehuizen, de oude bekenden waarmee hij optrekt, zijn krijgsgevangenschap. Van zijn aanvankelijke optimisme is dan niet zoveel meer over: 'Hoe zag ik op de reis herwaarts niet op tegen de aankomst in dat verschrikkelijke Metz! Hoe verbeelde ik mij dadelijk onderworpen te zullen worden aen al de gestrengheden, vernederingen, moeijelijkheden en ontberingen aan den krijgsstand en de pligten van den dienst eigen! [...] en, wat werd er nu van al die voorspelden kommer? ‑ Wat denkt Gij? ‑ Een leven van vrolijkheid, straatslijperij en goede sieren!'

1.1. Voorhoeve, Elly.

1.2. 1873 (Rotterdam, 22 november) - 1955 (Rotterdam, 10 mei).
1.3. Dochter van Johannes Marinus Voorhoeve (1844-1922) en Elsje Johanna Gerarda Petronella Tichelman (1847-1917).
2.1. Den Haag, Gemeentearchief Den Haag: Plaatsingslijst FA Voorhoeve (625), 59.
2.2. Twee cahiers; 21 x 16; 160 p.
2.3. Een dagboek! Wat is eigenlijk een dagboek?
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Ik beschouw het mijne [dagboek], waar ik nu eerst op mijn 18de jaar aan begin [...]als een trouwe vriend, wien ik al mijne geheimen kan toevertrouwen. Ieder mensch heeft min of meer behoefte om aan iemand zijn hart te luchten.'
3.3. 1892-1897.
4.1. 1892-1897.
4.2. Goed geschreven en intiem meisjesdagboek. 'Mijn dagboek wordt evenwel volstrekt geene aaneenschakeling van interessante feiten, o neen, 't is voor mijzelve alleen belangrijk en daarom juist is het zo goed, dat niemand die meisjesdroomen en onboezemingen leest. [...] Ik droomde vannacht dat iemand mij ten huwelijk vroeg. Ik moest er zelfs om lachen, toen ik wakker werd, want hij deed het zo koddig.' Hier en daar stukjes Engels. Veel natuurbeschrijvingen die met 'gloed' geschreven zijn.

1.1. Vrancken, Petrus Maria.

1.2. 1806 (Montenaken, 8 november) - 1879 (Hasselt, 17 augustus).
1.3. Aartsbisschop en apostolisch vicaris van Attalia en Batavia. Vanaf 1847 in Nederlands Indië.
2.1. Nijmegen: Katholiek Documentatie Centrum: archief Aartsbisdom Jakarta, 810 KDC 53, KDC 54.
2.2. Microfiches ; 21 x 15; 300 p.
2.3. Dagboek Mgr. Vrancken.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1855 (juni) - 1858 (mei).
4.1. 1855 (juni) - 1858 (mei).
4.2. Het dagboek is buitengewoon ontoegankelijk door het slecht leesbare tot onleesbare handschrift. Gaat vooral over zijn werkzaamheden in Jakarta en de bevordering van de missie. 'December, heeden een inlandsch christenmeisje Maria Crauchi[?] genaamd bij een braven familie geplaatst om het naaiwerk aan te leren.'

1.1. Vree, Josephus Johannes van.

1.2. ? (Middelburg?) - 1827 (Middelburg).
1.3. Zoon van Franciscus Jacobus van Vree (?-voor 1798), boterkoper, en Anna Maria Jacobs. Echtgenoot (1806) van Maria Catharina van Wijck. Hij was oorspronkelijk boterkoper, afkomstig uit Middelburg, waar hij ten slotte ook naar terugkeerde. Enige tijd rentmeester van het huis Rhenooy. Tot 1815 was hij kerkmeester van de rooms-katholieke kerk.
2.1. Utrecht, Rijksarchief Utrecht: collectie Rijsenburg, 673.
2.2. 20 x 16; 29 p.
2.3. Herhinneringen van bezondere voorvalle ten tijde dat ik tot Rhenooy woonachtig was.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
4.1. 1799 - na 1821.
4.2. Aantekeningen van problemen binnen de parochies van Rhenooy en Gellicum, benoeming van pastoors, en een beschrijving van de gevolgen van een stormvloed in 1809, waardoor velen hun toevlucht in Gorinchem moesten zoeken.

1.1. Vries, E. de.

1.3.  Scheepsarts?
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 261.
2.2. 20 x 16; 89 p.
2.3. Zaterdag 30 Sept. 1865 1e dag Gewichig keerpunt in mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Voor zijn vrouw en verdere familie.
3.3. 1865 (30 september) - 1866 (9 juli).
4.1. 1865 (30 september) - 1866 (9 juli).
4.2. Dagboek bijgehouden aan boord van het schip de Albaradan op weg naar Batavia en Samarang. In welke hoedanigheid De Vries aan boord verkeerde is niet duidelijk, wellicht als scheepsarts. Beknopte aantekeningen, voornamelijk over koers, weersomstandigheden etc. Het dagboek is door De Vries zwaar geredigeerd (doorhalingen, stilistische correcties). Waarschijnlijk kreeg de familie een gekuiste versie onder ogen.

1.1. Vries, Jeronimo Jeronimozn. de.

1.2. 1808 (Amsterdam, 18 februari) - 1880 (Amsterdam, 25 oktober).
1.3. Zoon van Jeronimo de Vries en Maria Gijsberta Verhoesen. Rechtsgeleerde. Publiceerde behalve over juridische onderwerpen over letteren, kunsten en vooral over penningkunde. Kantonrechter te Amsterdam van 1848-1877.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): II D 19.
2.2. 20 x 16 ; 92 p.
2.3. Commentarius Diurnus [...]. De eerste dag van de nieuwe cursus op den Latijnschen Zesde school (classis prima).
2.4. NL; LAT.
3.1. Dagboek.
3.2. 'De rector toonde ons in eenen aanspraak ook vooral het nut aan, dat wij zouden trekken uit  het houden van een Dagboek of het opteekenen van al datgene, dat er ter school behandeld en besproken werd, gelijk de Pythagoristen dit volgens de instelling van hunnen meester van alles goed en kwaad, dat zij gedaan, en van al het leerzame, dat zij gehoord hadden, bij het einde van elke dag deden.'
3.3. 1824 (7 oktober) - 1825 (24 maart).
4.1. 1824 (7 oktober) - 1825 (24 maart).
4.2. Regelmatig bijgehouden aantekeningen over de op de Latijnse school behandelde leerstof.

1.1. Vries, Sytze de.

1.2. 1895 (Hollum (Ameland), 28 maart) - 1990 (31 augustus).
1.3. Zoon van Eeuwe de Vries en Trijntje Nobel. Zeekapitein in de koopvaardij.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek Gr 96-316.
2.2. 30 x 21; ca. 200 p.
2.3. Herinneringen uit het zeemansleven van Sijtze de Vries.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1985.
4.1. Ca. 1900- 1956.
4.2. Deels door De Vries zelf geschreven, deels ingesproken en door zijn zoon Douwe uitgewerkt. Jeugdherinneringen aan Ameland waar zijn vader vuurtorenwachter was. Ging als vijfitenjarige naar zee als matroos in de koopvaardij. Uitgebreide beschrijvingen van zijn gemaakte reizen naar Engeland en Indië. Tijdens de Eerste Wereldoorlog volgt hij de zeevaartschool op Schiermonnikoog. Daarna eerst werkzaam in de binnenvaart, later treedt hij in dienst van Vinke en Co. en maakt reizen naar o.a. Rusland en Cuba. Vanaf 1948 kapitein op de 'Katwijk'. Noemt paranormale ervaring: hoort 's nachts een stem die zegt dat zijn schoonzus is overleden. Later blijkt dat ze op dat  moment inderdaad gestorven is. Veel illustraties en kopieën van (persoonlijke) documenten.

1.1. Vries van Doesburgh, Swanida Helena de.

1.2. 1890 (Dordrecht, 9 oktober) - 1912 (Amsterdam, 25 maart).
1.3. Dochter van Johan de Vries van Doesburgh (1863-1951) en Johanna Cornelia Maas Geesteranus (1867-1902). Studeert rechten te Leiden. Overlijdt op eenentwintigjarige leeftijd.
2.1. Haarlem, RA Noord-Holland: FA Semeijns de Vries van Doesburgh (142), 433.
2.2. 13 x 9; 200 p.
2.3. Dagboek van S.H. de Vries van Doesburgh.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1903-1912.
4.1. 1903-1912.
4.2. Bijgehouden in een gebonden boekje met daarop in goud gedrukt 'Dagboek' en met een slot en een sleuteltje. Begonnen als dertienjarig meisje en met onderbrekingen volgehouden tot haar dood. 'Vanmiddag kon ik mijn les niet zo goed, toen hield ik mijn potlood in mijn hand toen het niet mocht en 't eind was dat ik achteran werd gezet.' Merkwaardig verschillende handschriften. Het dagboek verhaalt vooral over school en familie en wordt met de jaren rijper. Het eindigt met 'overleden 25 maart 1912, Pater te goed voor deze wereld.'

1.1. Vrolik, Agnites Jacobus.

1.2. 1847-1873.
1.3. Zoon van Agnites Vrolik (1810-1894), minister van Financiën, en Anna Jacoba van Gennep. Bioloog, eredoctoraat te Jena.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Vrolik (2.21.172), 295.
2.2. 20 x 16; 28 p.
2.3. Vrijdag 9 sept. 1870. Vertrek uit 's Hage om 7u. 40m. Treurig afscheid.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1870.
4.1. 1870.
4.2. Dagboek van zijn werkzaamheden en verblijf te Versailles als vrijwillig verpleger. Een deel beslaat de bureaucratische moeilijkheden die de Nederlandse vrijwilligers ondervonden, maar ook andere zaken komen aan de orde: 'Zo er ooit een rijk onderwerp geweest is voor philosophische bespiegelingen dan is het zeker wel dit bezoek van den Koning van Pruissen aan de gekwetsten in het kasteel van Lodewijk XIV.'

1.1. Vrijthoff, L.B.A.

1.2. 1776-1861.
1.3. Jongste zoon van prof.dr. Johan Berard Vrijthoff (1722-1793), garnizoensarts was te Maastricht. Echtgenoot van Isabella Wilhelmina Hesselt van Dinter. Belastingontvanger, vervolgens hoofdinspecteur van de in- en uitgaande rechten in de provincie Oost-Vlaanderen. In die hoedanigheid maakte hij als burger de slag bij Waterloo mee. Na de Belgisch opstand werd hij in 1841 in de adelstand verheven.
2.1. Den Bosch, RA Limburg: FA Vrijthoff, (16.1143) 4.
2.2. 21 x 16; 139 p.
2.3. herinneringen van 1815
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. 'Een aantal kundige namen bekwame penvoerders, hebben hun vernuft en tijd besteed om Napoleons laatste wapenfeit te beschrijven en te beoordeelen. Veel is er van gezegd doch veel blijven nog over te behandelen als nu ieder hetgeen hij ervan weet aan het licht brengt dan zal men eindelijk een goed geheel bereiken. Het is dit dat mij als ooggetuigen en werkdadig lid doet besluiten, dat geen aan het nageslacht over te leveren, wat mijne herinneringen mij ingeven.'
3.3. 1861 (22 mei).
4.1. 1815.
4.2. Ooggetuigeverslag van de slag bij Waterloo.
6. Inventarisnummer 6 bevat een gedrukt exemplaar met toelichting door baron van Geusau.

1.1. Waal Malefijt, Jan Hendrik de.

1.2. 1852 (Overveen, 31 januari) - 1931 (Katwijk, 14 Maart).
1.3. Zoon van Johannes Jacobus de Waal Malefijt en Louisa Wilhelmina Retel. Anti-Revolutionair politicus, burgemeester van o.m. Achttienhoven/Westbroek en Katwijk, kamerlid en minister van koloniën. Directeur van de Vrije Universiteit en talloze andere functies.
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme: 249 (inventaris J.H. de Waal Malefijt), 1-6.
2.2. Zes delen; 20 x 16; 1100 p.
2.3. Dagboek van Jan Hendrik de Waal Malefijt begonnen den 1den Juni 1870.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Ik wil mij rekenschap geven van mijne daden en ze in mijn dagboek aantekenen indien zij mij ten minste daartoe geschikt voorkomen.'
3.3. 1870-1875; 1904-1924.
4.1. 1870-1875; 1904-1924.
4.2. Het dagboek beslaat twee perioden. De delen van 1876 tot 1904 ontbreken. Het deel vanaf 1870 begint zeer bevindelijk, maar gaat al snel over in een informatieve beschrijving van zijn doen en laten. Hier en daar met vrome verwijzingen: 'Van den Berg heeft zijne moeder verloren aan de kinderziekte. Zal deze ziekte zich verder vespreiden? God alleen weet het. Van Hem is onze hulpe en onz heil.' De delen vanaf 1904 zijn zakelijker en hebben meer het karakter van een nauwkeurig verslag van zijn ministerschap en zijn functioneren als burgemeester. De delen die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn geschreven, zijn zeer pro-Duits. Hij ziet president Wilson als de Antichrist.

1.1. Wacht, Jan.

1.2. 1885 (Wildervank) - 1967.
1.3. Propagandist voor de SDAP en metaalbewerkerbond in het noorden van het land. Lid gemeenteraad Rotterdam, 1930-1940.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Wacht.
2.2. 34 x 21; 37 p.
2.3. Levensloop van een oud-districtsbestuurder van de vakbeweging (metaal).
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1952.
3.1. 1885-1944.
4.2. Levendig geschreven memoires over zijn jeugd en zijn diverse betrekkingen. Later zeer uitvoerig over zijn werk in de vakbond. Schetst de werkomstandigheden in de metaal: 'Mijn afkomst uit een revolutionnair gezin en mijn jeugdervaringen gaven op zichzelf reeds een soort voorbestemming voor een links-politieke houding in  de S.D.A.P.' De memoires worden gevolgd door een 'Sociologische analyse' van een Leids student, die Wacht heeft geïnterviewd en de memoires uitgetypt.

1.1. Waller, Catharina Rutgera.

1.2. 1837 (Amsterdam, 27 mei) - 1913 (Amsterdam, 17 november).
1.3. Dochter van Francis Gerard Waller en Helena Albertina Beckman. Echtgenote van Nicolaas Gerard Pierson (1838-1905). Dit huwelijk bleef kinderloos.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 21: A. alg. 4.
2.2. 21 x 16; 84 p.
2.3. Herinneringen.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen aan haar huwelijksleven.
3.3. Ca. 1911.
4.1. 1862-1905.
4.2. Beschrijving (geordend per jaar) van het huwelijksleven van de schrijfster. Veel gegevens over het sociale leven (o.a. over Allard Pierson) en de carrière van haar echtgenoot (o.m. directeur van de Nederlandsche Bank en minister van Financiën). Uitgebreide beschrijving van de hechte band die zij en haar echtgenoot hadden en het verdriet dat de ongewilde kinderloosheid het echtpaar bezorgde 'alleen goedgemaakt als men elkaar innig liefheeft'. Het beschrijven van de dood van haar echtgenoot was blijkens een opmerking op de eerste pagina te veel voor Waller en haar herinneringen eindigen dan ook enkele jaren voor zijn overlijden. Het sterfbed beschrijft zij wel in het dagboek van haar echtgenoot. Blijkens enkele opmerkingen hield het echtpaar gezamenlijk reisdagboeken bij (verblijfplaats onbekend)
6. Zie elders in deze lijst de beschrijving van het dagboek van haar echtgenoot waarvan Waller de laatste delen heeft geschreven. Zie Pierson.

1.1. Wandel, Marinus

1.3. Soldaat.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 5999.
2.2. Fotokopie; 30 x 21; 471 p.
2.3. 1914-1918. Mobilisatiedagboek van Wandel Marinus Milicein soldaat bij het 14e Regiment Infanterie IIe Bat[aill]on 2 Comp[agn]ie van de lichting 1914 uit de gemeente Nieuwerkerk (Z) onder lotingsnummer.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1914 (16 januari) - 1917 (16 augustus).
4.1. 1914 (16 januari) - 1917 (16 augustus).
4.2. Zeer uitvoerig militair dagboek. Eerste regel: 'Nieuwerkerk 16 Januar 1914. Uit mijn diensttijd. 't Is morgen, 8 uur op den 16e januari 1914, dat ik aangekleed stond om ten eerste gelegenheid te vertrekken en dienst te nemen als milicien soldaat bij het 14e regiment.' Vermoedelijk een naderhand in het net uitgewerkt dagboek.

1.1. Warnderink Vinke, Gerrit.

1.2. 1868 (Amsterdam, 16 november) - ?
1.3. Zoon van Albertus Vinke. Directeur Vinke & co. Lid uitvoerend comité van het Nederlands Scheepvaartmuseum.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek K II 528.
2.2. Typoscript; 34 x 21; 33 p.
2.3. Herinneringen betreffende de firma Vinke & Co. van hare oprichting tot ongeveer 1915/20 van G. Warnderink Vinke.
2.4. NL.
3.1. Memoires/autobiografie.
3.2. Geschreven op verzoek van zijn zoon.
3.3. 1944 (maart).
4.1. 1860-1920.
4.2. Memoires van de zoon van de oprichter van het cargadoorsbedrijf Vinke & Co. Begint met een algemene beschrijving van het bedrijf dat door zijn vader werd opgericht (vanaf de oprichting) met veel aandacht voor de veranderingen door de jaren heen. Vanaf 1889 was Warnderink in dienst van het bedrijf. Hij moderniseert het bedrijf onmiddellijk  (introductie stoomschepen; kortere werktijden; pauzes 'om wat buitenlucht te kunnen genieten' en een telegramadres), breidt uit (1906 Rotterdams filiaal) en diversifieert. Naast de wat algemenere bedrijfsgeschiedenis, noteert Warnderink ook persoonlijke herinneringen, zoals 'alle vreemdelingen, die in het ouderlijk huis kwamen', 'eenige bijzonderheden die mij zoo nu en dan invallen', 'bijzonderheden die mijzelf betreffen' ((kost)schoolopleiding, herinneringen aan werknemers etc.).

1.1. Wassenaar, Johannes Cornelis.

1.2. 1787 (St. Anne, 23 maart) - 1854  (St. Anne, 30 oktober).
1.3. Herbergier.
2.1. Leeuwarden, Tresoar:  verzameling aanwinsten, 465.
2.2. Fotokopie; 80 p.
2.3. Den 12 maart 1830 gekogt te Leeuwarden voor 20 Cent.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1830-1831.
4.1. 1830-1831.
4.2. Schrijft over het kasteleinsbedrijf.

1.1. Weitzel, August Wilhelm Philip.

1.2. 1816 (Den Haag) - 1896 (Den Haag).
1.3.Generaal-majoor. 1873 minister van Oorlog.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Coll. A.W.P. Weizel (2.21.007.60) 1-23.
2.2. 33 x 20; 1124 p.
2.3. Sedert ik op zeer jeugdigen leeftijd het ouderlijk huis verliet, heb ik het de moeite waard geacht aantekening te houden van het merkwaardigste dat ik zag of ondervond.
2.4. NL.
3.1. Memoires gebaseerd op dagboekaantekeningen.
3.2. ' [...] bijdrage voor de kennis der geschiedenis van mijnen tijd.'
3.3. 1888-?
4.1. 1831-1887.
4.2. Uitvoerige memoires gebaseerd op zijn aantekeningen  'waarin gesproken werd van personen met wie ik in aanraking was gekomen, over gebeurtenissen en handelingen waarvan ik getuige was of waaraan ik deel had genomen. Die aantekeningen waren dus aanvankelijk het werk van een zeer jeugdige vrijwilliger en zij werden voortgezet in alle rangen die hij vervolgens doorliep. Zij droegen dan ook geheel en al het stempel zoowel van den leeftijd als van het maatschappelijk standpunt des schrijvers.'
6. De inv.nrs. 18-23 bevatten bijlagen.

1.1. Wentel, Abraham.

1.2. 1749 (Texel, 28 november) - 1829 (Alkmaar, 27 juni).
1.3. Zoon van Adriaan Wentel (1721-1777), notaris, en Catharina Coppens (1722-1800). Echtgenoot (1778) van Neeltje Schiere (1753-1824). Was tot de inlijving bij Frankrijk in 1811 notaris, procureur, ambtenaar bij de convooien en licenten en commies ter uitklaring te Oudeschild op Texel. Leefde tot 1813 ambteloos te Alkmaar en was van 1813 tot zijn pensionering in 1819 ontvanger der in- en uitgaande rechten op Texel. Woonde na pensionering in Alkmaar.
2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 431, 886.
2.2. Twee afschriften; diverse formaten; ca. 20 p.
2.3. 1809 door br. Hendrik voor ons op de boedel gekocht van juff. Hinlopen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1809-1826.
4.1. 1809-1826.
4.2. Beschrijvend, kroniekachtig dagboek. Voornamelijk over zakelijke en familiegebeurtenissen. '10 juli 1816 gekocht Gedenkboek der Nederlanden door Konijnenburg voor F.1.16 en Scheltema laatste veldtocht van Napoleon voor f.5.5.'

1.1. Wentel, Anna.

1.2. 1785 (Oudeschild, 5 januari) - 1858 (Alkmaar 13 november).
1.3. Tweede echtgenote van Adrianus Petrus de Lange (1775-1855), procureur en notaris te Alkmaar.
2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 459.
2.2. 32 x 20; 21 p.
2.3. 1840, 26 aug; aan Sjoerd geschreven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1840; 1848-1849.
4.1. 1840; 1848-1849.
4.2. Korte fragmentarische dagboekbladen. Veel aandacht voor gezondheidsperikelen: '25 juni Sjoerd was zeer in 't schik dat vader en moeder met zoo veel genoegen bij hun eenigen dagen hadden doorgebracht. Het doet hen zeer leed dat de gezondheid toestand van Irene nog zeer veel te wensen overlaat.'

1.1. Westendorp, Taeke.

1.2. 1860 (Exmorra, 2 oktober) - 1947 (Bolsward, 28 december).
1.3. Boer.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 318-41 (familie Westendorp), 10-11.
2.2. Twee delen.
2.3. 2e boek. Vervolg van 't eerste deel.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1898-1904.
4.1. 1898-1904.
4.2. Aantekeningen over het weer en het boerenbedrijf.

1.1. Westendorp, Taeke Jansz.

1.2. 1797 (7 juli) ‑ ?
1.3. Zoon van Jan Westendorp en Geertje Teekes (?‑1800). Was tweemaal gehuwd, in eerste huwelijk met Marijke Sibles van der Werf (?‑1828). Bracht een deel van zijn jeugd door bij zijn grootmoeder, Akke Wopkes. Volgde lager onderwijs en bezocht in 1812 gedurende drie maanden de Franse school te Bolsward. Werkte mee in het boerenbedrijf van zijn ooms. Ging een eigen bedrijf voeren bij Bolsward. Rooms‑katholiek.
2.1. Leeuwarden, Rijksarchief Friesland: FA Westendorp, 7.
2.2. 16 x 19; 64 p.
2.3. Hier heb ik mijn grootste lotgevallen en merkwaardigheden zoo wat aangetekend van mijn geboorte tot de tijd dat dit aanwijst.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. De auteur heeft zijn lotgevallen opgetekend in 'uuren van uitspanning en diversiment' met het devies 'de tijd leert alles; daarom ziet op de verleedene tijd opdat men de toekoomende tijd er uit leere kennen. God geefe dan dat elk die onwardeerlijke tijd betrachte wel te besteden en dikwijls te overweegen wat hij heeft gedaan en wat hij nog moet doen'.
3.3. Ca. 1836.
4.1. 1797 (7 juli) ‑ 1836.
4.2. Aantekeningen per jaar over de jeugd van de auteur, over familieleden, huisgenoten, personeel, boerenbedrijf, het weer. De aantekeningen betreffen grotendeels gevolgen van en ervaringen bij de doorbraak van de zeedijk bij Bolsward in 1825.
6.  De aantekeningen zijn gemaakt op de keerzijde van een door de auteur opgemaakt register getiteld 'Boek van ontvang en uitgaaf voor de curatoren van Tjalke Rientes, aangelegd in het jaar duisent agt hondert en negen'.

1.1.   Westerbeek, Martha Cornelia.

1.2. 1897 (Voorhout)  1985 (Sassenheim).
1.3. Dochter van Cornelis Westerbeek en Grietje Hoogstraten. In 1923 getrouwd met Jan Willem Roeloffs, landbouwkundig ingenieur. Kort na huwelijk vertrokken naar Indië, waar echtgenoot werkte als inspecteur van het boswezen. Tijdens de oorlog geïnterneerd, daarna teruggekeerd naar Nederland.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 91.
2.2. Fotokopie; 40 p.
2.3. Op een voorstel van Jane begin ik iets van mijn leven aan het papier toe te vertrouwen
3.1. Herinneringen.
3.2. Geschreven op verzoek van en samen met haar dochter.
3.3. 1973.
4.1. Ca. 1900-1970.
4.2. Korte beschrijving van jeugd en opleiding: 'Moeder was niet sterk en hoewel we een hulp hadden voor hele dagen, bleef de verzorging van de jongens etc voor mij, zodat er geen gelegenheid was voor m'n verdere ontwikkeling, wat ik jammer vond en ook als een gemis ben blijven voelen.' Over haar verloving en huwelijk, het leven op Java, geboorte kinderen. Beschrijving van verschillende standplaatsen, het verlof in Holland, dood van haar echtgenoot tijdens de oorlog. Aan kampjaren gaat ze bewust voorbij. 'Jane beloofde dit schrijven te corrigeren en wat mij betreft nog wat aan te vullen. Misschien wil Griete ook nog wat vertellen, zij heeft nml op gevaar af van straf een soort dagboek over het kampleven gemaakt.'

1.1. Westerdijk, Johanna.

1.2. 1883 (Nieuwer-Amstel, 4 januari) - 1961 (Baarn, 15 november).
1.3. Biologe. Werd in 1917 de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Studeerde aan de universiteiten te München en Zürich, promoveerde in 1906 in Zürich. In 1906 directrice van het fytopathologisch laboratorium 'Willy Commelin Scholten' (WCS) te Amsterdam. In 1913 vertrok zij naar Nederlands-Indië om ziekten van tropische cultuurgewassen te bestuderen en maakte zij studiereizen in China, Japan en de Verenigde Staten. In 1917 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de plantenziekten te Utrecht;  in 1930 kreeg zij daarnaast een leerstoel te Amsterdam; zij was een grote stimulans voor vrouwelijke studenten in de biologie.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief Johanna Westerdijk.
3.1. (Reis)dagboeken.
4.2. Beschrijvingen van observaties.
6. Verder in het archief: o.m.  schoolrapporten 1890-1895; onderscheidingen; stukken betreffende benoemingen; foto's en fotoalbums; dia's; feestliederen e.d.; stukken betreffende WCS en CBS 1895-1955.

1.1. Westerman, Franciscus Wilhelm.

1.2. 1872 (Amsterdam, 28 september) - 1940 (Shanghai).
1.3. Zoon van Johannes Casper Westerman (1845-1893) en Wilhelmine Georgine Adelbert (1847-1877). Officier in het Boerenleger, adjudant van Paul Kruger.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA Westerman (399), 418.
2.2. 22 x 14; 19 p.
2.3. Een maand was ik op kantoor werkzaam geweest en ik verlangde erg naar mijn eerste traktement.
2.4. NL.
3.1. Autobiografisch fragment.
3.3. 1890.
4.1. 1890.
4.2. Verslag van zijn weglopen na de verspilling van zijn traktement en omzwerving door Holland als kantoorklerk. 'Toen ik nu zoveel tegenspoed ondervond, liet ik de moed zakken en nam andermaal 't besluit om deze wereld te verlaten [...]. Met dat doel voor ogen huurde ik een klein kamertje in een logement 'Euphoria' genaamd.'

1.1. Westerman, William Marten.

1.2. 1835 (Amsterdam, 19 september) - 1872 (Amsterdam, 28 april).
1.3. Zoon van Franciscus Casparis Westerman (1812-1864) en Johanna Dorothea Blikman (1811-1892). Echtgenoot (1861) van Johanna Frederica Smaale (1829-1918). Letterkundige, uitgever en lid firma Blikman & Sartorius.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA Westerman (399), 225.
2.2. Twee delen; 20 x 13; 21 x 14; 180 p.
2.3. Wij zijn aan het einde van den dag, die het einde des jaars is.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Om de ontwikkeling van zijn kinderen bij te houden.
3.3. 1865 (31 december) - 1872 (10 januari).
4.1. 1865 (31 december) - 1872 (10 januari).
4.2. Dagboek dat vooral over de ontwikkeling van zijn kinderen gaat. 'Wat mij drijft om aantekening te houden van alles wat ik in Willem waarneem? Mogelijk nieuwsgierigheid, mogelijk liefde, maar stellig het verlangen den mensch ook in zijn vroegste jeugd gade te slaan.' Zeer nauwkeurige en uitvoerige aantekeningen, geeft een goed beeld van opvoeding en ontwikkeling van vooral zijn zoon Willem. (in het tweede deel Jan.) Daarbij beschrijft hij uitgebreid zijn eigen gevoelens over zijn kinderen. 'Onweerstaanbaar gevoel ik mij aangetrokken door dit dagboek. Ik heb zoveel goeds en heerlijks te getuigen dat het zwijgen mij onmogelijk is.'
6. Inventarisnummer 227 bevat enkele blaadjes met losse aantekeningen, kindertekeningetjes en kinderschrijfsels. Inv.nr. 259 bevat zeven pagina's dagboek van zijn vrouw Johanna Smaale dat werd bijgehouden na het overlijden van Willem Westerman op 28 april 1872.

1.1. Westervelt Sandberg, A.B. van.

1.2. 1870-1954.
1.3. Echtgenote van Van Voerst van Lynden.
2.1. Arnhem, Gelders Archief: FA Van Voerst van Lynden (0491), 35A.
2.2. 25 x 21; 100 p.
2.3. Dagboek 30 mei 1902 Ubbergen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1902-1930.
4.1. 1902-1930.
4.2. Eenregelige aantekeningen per dag, mogelijk overgeschreven uit oorspronkelijk dagboek, na circa 1920 soms nog maar enkele aantekeningen per jaar. Het weer, visites, familiegebeurtenissen en -berichten, bv.: 'Sam geslaagd candidaat in de rechten te Utrecht. [...] Sam raceauto 'Burgatti' gekregen. [...] Te Arnhem met Matthei gevlogen met Fokker-eendekker PH-AD2'.

1.1. Westrenen, Cornelia Anna van.

1.2. 1777-1839.
1.3. Dochter van Arnoud Jan van Westrenen en Antoinette Charlotte Godin. Echtgenote van Willem Hendrik de Beaufort (1775-1829), heer van Duivendijke, lid van het Provinciaal Utrechts
Genootschap en van de Provinciale Staten. Hij kocht in 1807 het landgoed Den Treek bij Leusden.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: (R 53), 426.
2.2. 30 x 20; 16 p. en losse fragmenten.
2.3. 24 april 1807. W.H. de Beaufort gaat zijn nieuwe aangekochte bezit Den Treek voor het eerst bezien.
2.4. NL.
3.1. Dagboek; persoonlijke aantekeningen.
3.3. 1805-1839.
4.1. 1805-1839.
4.2. Korte aantekeningen over gebeurtenissen op Den Treek. '6 oct. 1811 'op den Treek worden den kanonschoten gehoord die de aankomst van den keizer te Utrecht aankondigen. [...] 24 Nov. 1813 Kozakken te Nijkerk [...]11 sept 1835. J.F. de B. wordt gebeten door een hond die de vallende ziekte heeft [...] Zijn handen moeten 40 dagen opgehouden worden.'
6. In het archief ook een afschrift (twintigste eeuw) van gedeelten van het dagboek en een uitvoerige briefwisseling van Cornelia Anna van Westrenen. Zie De Beaufort.

1.1. Weijgers, E.M.

2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H842.
2.2. Typoscript; 28 x 22; 34 p.
2.3. Bellen die opstijgen uit een oude vijver. Modjokarta 1900-1910.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. Ca. 1964.
4.1. 1900-1910.
4.2.  Jeugdherinneringen van een vrouw aan het leven rond 1900 op Oost-Java. 'Wie Oost Java zegt, denkt aan suiker. En het centrum daarvan is de delta tussen de Mas en Porrong [...] Mijn vader was planter; niet van huis uit, hy kwam eigenlijk uit de marine.' Goede beschrijving van het leven aldaar in die tijd. Met een groot aantal tekeningetjes.

1.1. Wichers, Hendericus Octavus.

1.2. 1831 (Winschoten, 5 mei) - 1889 (23 januari).
1.3. Echtgenoot van Jacoba P.J. Fraser. Jonkheer. Zeeofficier: opleiding te Medemblik; 1861 luitenant ter zee 1e klasse; 1877 kapitein ter zee; 1877-1879 minister van marine; 1881-1884 lid Tweede Kamer; 1885 directeur van het Entrepotdok te Amsterdam.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, B II 108 A.
2.2. 20 x 16; 102 p.
2.3. Oorzaken der komst van een detachement van de Koninklijke Nederlandsche Marine in Japan.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen, voornamelijk bestaand uit dagboekcitaten.
3.3. 1860.
4.1. 1855-1860.
4.2. Herinneringen van Wichers aan zijn verblijf in Japan tot 1860 als instructeur van de Japanse Marine ('het doel der lessen was om de Japanners te leren met het [door Nederland] geschonken stoomschip om te gaan') onder luitenant W.J.C. Huyssen van Kattendyke. Het document is grotendeels een afschrift van een eerder dagboek. Wichers gaf ook Nederlandse en Engelse les aan zijn Japanse leerlingen. Gedetailleerde beschrijving van Japan (zover te bezichtigen, o.m. per boot en te paard op een houten zadel: 'mijne partes posteriores waren weldra in dezelfden toestand als goedgeklopte Beafsteak; na een uur was ik zo gelukkig een stroomat te kunnen meester worden') en het leven daar, de cultuurverschillen etc., de steeds vijandiger houding van Japanners t.o. westerlingen, brand op Decima, citaten uit brieven van zijn Japanse leerlingen.
6. Voorin een getekende kaart van Decima. In de collectie van het Nederlands Scheepvaartmuseum bevinden zich verder een portretfoto van Wichers en een brief aan Wichers door J.A. Roëll (1918).
Er zijn zeven afschriften bekend. Twee daarvan bevinden zich in het Nederlands Scheepvaartmuseum (B II 108 B), de andere vijf zijn ca. 1918 aan de schenker van dit document (jonkheer J.J. Wichers) gegeven. Zie  Huyssen van Kattendyke.

1.1. Wichers-Hoeth, A.W.

1.2. 1876-1957.
1.3. Echtgenoot (1910) van Henriette Maria Kuhn.
2.1. Groningen, Groninger Archieven:, FA Hoeth (894), 173.
2.2. Zeventien delen; 20 x 16,5; ca. 2500 p.
2.3. Begin en verloop van den Gelukstijd (niet altijd alles 'Geluk') van H.M. Kuhn en A.W. Wichers Hoeth. Nog beter titel: Lief en leed (want het leed zal ons in den loop der tijden ook niet bespaard blijven).
3.1. Dagboek; Memoires; Reisverslagen.
4.1. 1908-1956.
4.2. Vrijwel dagelijkse aantekeningen van zeer persoonlijke en diverse aard. Auteur schrijft van zich af, niet zozeer gebruikt als geheugensteun. Schrijft o.a. lange verhandelingen over gebeurtenissen die grote indruk op hem hebben gemaakt, bijvoorbeeld over zijn verliefdheid gedurende zijn verlovingstijd, de euforie wanneer zij haar jawoord geeft, zijn twijfels over het zich al dan niet in de zaak inkopen, het overlijden van zijn chef, de geboorte van zijn dochtertje Jetje, WO I - 'ruim anderhalve maand is de grootste Europeesche slachting aan de gang, en met welk resultaat tot nu toe?'. Veel aandacht voor muziek, de opvoeding van zijn dochter. Uit het dagboek blijkt dat zijn echtgenote voor Jetje een eigen dagboek aanlegt. Achter in het eerste deel vindt men een verslag van zijn huwelijksreis, waarin niet alleen hij maar ook zijn echtgenote de pen voert en waarin beiden humoristische commentaren leveren op elkaars verslag.

1.1. Wichmann, Clara Gertrud.

1.2. 1885 (Hamburg, 17 augustus) - 1922 (Den Haag, 15 februari).
1.3. Dochter van Carl Ernst Arthur Wichmann, hoogleraar geologie, en Johanna Therese Henriette Zeise. Echtgenote (1921) van Jonas Benjamin Meyer. Juriste en sociologe. Promoveerde in 1912 te Utrecht. Actief in de vrouwenbeweging en het antimilitarisme. 
2.1. Amsterdam, IISG: archief Wichmann, 1.
2.2. Fotokopie; 26 x 20; 170 p.
2.3. Tagebuch von Clara Gertrud Wichmann.
2.4. DU; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1898-1905.
4.1. 1898-1905.
4.2. Het dagboek is begonnen toen Wichmann als dertienjarig meisje Amsterdam bezocht. Vooral aantekeningen over haar middelbare schooltijd, met veel anekdotes en details. Later wordt ook haar maatschappelijke betrokkenheid zichtbaar: 'Wenn ich später der Menschheit nützlich bin, schadet es ja nichts, wenn ich im Herzen ehrgeizige bin, wenn ich doch nach dem Wohl der Allgemeinheit handelte. Basta!' In een naschrift uit 1905 bekritiseert zij haar eigen dagboek: 'Ik heb toen vreeselijk domme dingen geschreven en gedacht en ben ontzettend pedant geweest, en toch - 't Heeft geen nut meer te schrijven, ik heb volstrekt geen behoefte aan uiting ('k heb trouwens niets te uiten).'
6. In het archief is ook een getypte transcriptie aanwezig.

1.1. Wiegmink, Ab.

1.2. 1896-1969.
1.3. Timmerman. Actief in o.m. de Jongelieden Geheelonthouders Bond en de Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders. Correspondent voor de Tribune. Auteur van toneelstukken. Werkte samen met Kees Boeke.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Wiegmink, 1.
2.2. Scrhrijfblok; 27 x 21; 46 p.
2.3. Begin der memoires van een timmerman.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1968?
4.1. 1896-1918.
4.2. Sociaalbewogen herinneringen, aanvankelijk aan zijn vader, 'M'n vader, een vrije fries uit Kuinre, een onafhankelijke stad op de grens van Overijssel en Friesland aan de zuiderzeer, moest zijn geboortegrond ontvluchten wegens z'n socialistische aktiviteiten', en de politieke sfeer in zijn ouderlijk huis. Later over zijn eigen activiteiten in Weesp en het Gooi, in de JGOB en de timmerliedenbond.

1.1. Wijckerheld Bisdom, Rudolf Friederich Julius.

1.3. Generaal-majoor van de Militaire Geneeskundige Dienst.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 825.
2.2. Getypte kopie; 30 x 21; 15 p.
2.3. Loopbaan.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Geschreven op verzoek van de redactie van het Handboek voor den Officier van Gezondheid van het Koninklijk Nederlandsch-Indische leger.
3.3. 1915.
4.1. 1874-1910.
4.2. Vertelt vooral over de diverse medische opleidingen tot arts voor het KNIL. Met anekdotes: 'gedurende de operatie hoestte zij en het mes gleed in de cyste, waaruit met kracht, als de straal van een potvis, de inhoud tot aan het plafond opspoot.' Geeft een goed beeld van de medische voorzieningen in Indië en de voorkomende ziekten.

1.1. Wijffels, G.M. (Mies).

1.2. 1913 (voor) - na 1962.
1.3. Priorin de Vita et Pax-gemeenschap te Slotenhof.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: collectie Wijffels, 217.
2.2. 20 x 13; 100 p.
2.3. 1913 Aardrijkskunde  Mhr. Snellends. Reisje per water van Gouda naar Zwolle.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1913-1915.
4.1. 1913-1915.
4.2. Als meisje geschreven dagboek tijdens haar verblijf op kostschool. Begint met een beschrijving van de diverse lessen en hun docenten. 'Taal - Reesink - Lentemijmering- Goed begrepen? Jawel. Overal gemeend? Nee' Later meer een echt dagboek: ' 2 juli 1914. En daar ben ik nu thuis voor goed. Voorbij zijn m'n vrolijke blije kostschooljaren' Aardig geschreven dagboek van een goed katholiek meisje met tal van observaties over haar leven en de wereld: '4 augustus 1914. 't wordt al te bar. Daar stuurt nu Duitschland aan die arme Belgen een ultimatum.'

1.1. Wijnen, Antonie.

1.2. 1784 (Culemborg, 17 maart) - 1839 (Culemborg, 9 juni).
1.3. Zoon van Cornelis Wijnen (1745-1833) en Antonia Maria van Raveswaij (1746-1814). Echtgenoot (1817) van Maria Bieshaar (1789-1855). Kerkmeester van de R.K. kerkstatie te Culemborg; eerste luitenant van de burgerwacht. 2.1. Nijmegen, Archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten: Historische handschriftenverzameling, C 25 L I-II.
2.2. Twee delen;32 x 20 en 34 x 20; 448 p.
2.3. 1810. Bloeimaand. Dan door de soldaten herhaald werd. Nadat de revue was afgelopen steeg de keizer weder te paard en vervolgde onder een gestadige sterke regen het inspecteren der wallen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1810 (7 mei) - 1839 (1 februari).
4.1. 1810 (7 mei) - 1839 (1 februari).
4.2. Aantekeningen over dagelijkse bezigheden, activiteiten als kerkmeester, bijwoning van vergaderingen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, exercities van de burgerwacht, omgang met Cato v.L., reisjes naar de stad Utrecht, de omwenteling van 1813 te Culemborg.
6. De eerste elf pagina's van het eerste deel zijn uitgescheurd.

1.1. Wijngaarden, Jan van.

1.2. 1823 (Willemstad, 4 januari) - 1903 (Willemstad, 10 mei).
1.3. Zoon van Jan van Wijngaarden, gemeentesecretaris en notaris van Willemstad, en Aartje Broeren. Ongehuwd. Volgde een opleiding aan de Latijnse school in Dordrecht, studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht, was vanaf 1848 advocaat in Willemstad, vanaf 1852 tevens gemeentesecretaris, in 1858 burgemeester, in 1867 notaris en gemeenteraadslid, vanaf 1868 wethouder.
2.1. Zevenbergen, Regionaal Archief West-Brabant: PA Van Wijngaarden (590), 3.
2.2. Achtenzestig delen; 17 x 11; ca. 4000 p.
2.3. Tweede dagboek van J.V. Wijngaarden over het jaar 1837.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1837-1903.
4.1. 1837-1903.
4.2. Zeer regelmatig en consequent bijgehouden, weinig intiem dagboek. Geeft een goed beeld van dagelijkse activiteiten en contacten, vaak van uur tot uur gespecificeerd: 'Ik veertien jaar geworden. Des morgens naar de catechesatie, des middags niet naar Melber en des avonds naar de kerk geweest'. De auteur begon zijn dagboek op dertienjarige leeftijd in 1836, maar dit eerste deel ontbreekt. Elk deel bevat een later door de auteur vervaardigde samenvatting.

1.1. Wilkens, Hendrik Theodorus.

1.2. 1830-1903.
1.3. Zoon van Johannes Theodorus (1781-1864) en Cunera Cornelia Hubert. Echtgenoot (1852) van  Geertruy Cornelia van den Bandt (1831-1895), dochter van Johannes Anthony en Johanna Heylina van der Kaa. Heer van Bergambacht.  Wijnhandelaar en distillateur te Rotterdam. Directeur van de firma Van Dulken, Weiland & co.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Wilkens (374, doos 6), 143-145.
2.2. Drie delen; ca. 180 p.
2.3. 1 januarij: 1881 gewone dinee Keetje en [...] niet. Hendrik terug.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1869-1895.
4.1. 1869-1895.
4.2. Bijgehouden in memorandumboeken waarin maanden en data voorgedrukt staan. De gebeurtenissen zijn op dag en maand gerangschikt. Alle gebeurtenissen op willekeurig welke 1 januari staan dus bij elkaar. De aantekeningen zijn meestal in telegramstijl en betreffen weer, gezondheid, activiteiten, uitgaven en inkomsten, ontmoetingen en visites: '1 januari 1890 Telegram Vonc 10 uur. Jan ook komen feliciteeren. Heel prettig bij Kees en Dies gegeten [...] en Cata en Wientje. 100 jarig bestaan branderij knechts beeld gegeven'. De aantekeningen houden op in 1895 na het overlijden van zijn echtgenote. Een beschrijving van dit overlijden vindt men op een apart bijgeplakt briefje.

1.1. Wilkens, Johannes Theodorus.

1.2. 1781 (Dordrecht, 8 maart) - 1864 (Rotterdam, 25 juli).
1.3. Zoon van Johannes Theodorus Wilkens (1755-1816), koopman, en Johanna Agatha van Wageningen (1753‑1781). Echtgenoot van 1) (1807) Cunera Cornelia Hubert (1786-1825) en 2) (1829) Henriette Boonen (1801-1867). Werd in zijn eerste levensjaren opgevoed door zijn grootouders in Dordrecht en verhuisde daarna met zijn vader naar Rotterdam. Volgde gedeeltelijk een schoolopleiding in Leiden en ging vervolgens in de leer op diverse kantoren, onder meer in Hamburg. Werd lid van de firma's Van Baggen en co., Hubert en co., Cremer, Wilkens en co. te Rotterdam. Vervulde tevens verschillende openbare functies, onder meer lid van de Staten-Generaal.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Wilkens (374), 68-82.
2.2. Veertien delen; diverse formaten (losbladig, almanakken, agenda's).
3.1. Dagboeken, autobiografische schetsen en reisverslagen.
3.3. 1812-1853 (geen aaneengesloten periode).
4.1. 1812-1853 (geen aaneengesloten periode).
4.2. Diverse egodocumenten. Nr. 68: dagboek uit 1813 in agenda, telegramstijl; nr. 69: dagboek 1821-1824, uitgebreide en nogal intieme aantekeningen; nr. 70: reisverslag uit 1829 van een reis naar Parijs met zijn echtgenote; nr. 71: autobiografische aantekeningen op losse vellen; nr. 72-82: dagboekaantekeningen uit 1828-1853 op losse vellen, in almanakken en in het Jaarboekje der Hollandsche maatschappij van landbouw. De aantekekeningen varieren van zeer beknopt en zakelijk tot uitgebreid en persoonlijk. Thema's zijn onder andere: bezigheden, nieuwtjes, geruchten, ontmoetingen, gezondheid, krantenberichten, handelsaffaires maar ook zorgen en angsten.
6. Zie  Boonen.

1.1. Wilkens, Johannes Theodorus.

2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Wilkens, 84.
2.2. 20,5 x 16,5; 13 p.
2.3. 25 october 1850. Zeer zeldzaam ben ik in de gelegenheid geweest om de mijnen over mijn vroegere levensloop te onderhouden, allen zijn daarmede dus slechts zeer onvolledig bekend [...].
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Geschreven voor vrouw, kinderen en kleinkinderen.
3.3. 1850.
4.1. 17816 ‑ 1800.
4.2. Herinneringen aan zijn jeugd, zijn door de oorlog van 1794‑1795 afgebroken schoolopleiding in Leiden, zijn opleiding op kantoor en verblijf in Hamburg bij vrienden van zijn vader in 1799‑1800 om de dienst te ontlopen en de problemen die het faillisement van zijn vader hem daar veroorzaken.

1.1. Willigen, Adriaan van der.

1.2. 1766 (Rotterdam, 12 mei) ‑ 1841 (17 januari).
1.3. Zoon van Volkert van der Willigen (1737‑1807), koopman in koloniale waren, en Wilhelmina van Heereveen. Werd na het overlijden van zijn moeder opgevoed door zijn tante te Haarlem. Werkte bij een koopmanskantoor te Rotterdam. Ging in militaire dienst en nam in 1789 als vaandrig ontslag. Patriot. Vestigde zich te Oss, later te Tilburg. Bekleedde hier van 1795 tot 1801 het drostambt. Vervolgens ambteloos burger. Maakte reizen onder meer in Frankrijk van 1802 tot 1805. Publiceerde verschillende reisverslagen. Hield zich bezig met cultuur, en publiceerde over de schilderkunst. Woonde sinds 1805 te Haarlem. Was na 1813 schoolopziener.
2.1. Tilburg, Gemeentearchief: collectie L.de Wijs, Archief A.van der Willigen, I.
2.2. Drie delen; 21,5 x 17,5; 573 p.
2.3. Dagboek 1766‑1792.
3.1. Autobiografie; aantekeningen; reisjournaal.
4.1. 1789 (12 mei) ‑ 1830.
4.2. Verslag van zijn levensloop, vader, opleiding, bezigheden, belevenissen en ervaringen, belangstelling voor cultuur, gezondheidstoestand, reizen naar Aken, Keulen, Kassel, Kleef en andere plaatsen in Duitsland in 1793.

1.1. Wiltschut, Pieter.

1.3. Echtgenoot van Johanna Maria Benoudt. Kapitein in militaire dienst en ingenieur.
2.1. Vlissingen, Gemeentearchief Vlissingen: bibliotheek 2297.
2.2. 19 x 12; 141 p.
2.3. Aanteikeningen gehouden, waaruit weet waar dat ik 't zedert dat officier ben geworden, van tijd tot tijd ben geweest.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1728 (22 november) - 1738 (31 december).
4.1. 1728 (22 november) - 1738 (31 december).
4.2. Vrijwel dagelijks eenregelige of zelfs nog kortere aantekeningen over dagelijkse activiteiten m.b.t. beroepsuitoefening en waar of bij wie hij is geweest: 'Na Sluis bij Tromp ge-eeten, aan de grond blijven zitten, door de wigt van appels, 's nagts bij Boudewijn in Schuddebeurs gebleven'.
6. Het handschrift bevat tevens drieëntachtig  bladzijden met door de auteur geschreven gedichten en zesenzestig pagina's aantekeningen over waterwerken waarbij hij betrokken is geweest.

1.1. Wingerde, Cornelia van.

1.2. 1890 (Dubbeldam (Dordrecht), 18 maart) - 1971 (Utrecht, 16 maart).
1.3. Dochter van Rook van Wingerde, smid.
2.1. Dordrecht, GA Dordrecht: collectie handschriften 2647.
2.2. Fotokopie; 21 x 13, 20 p.
2.3. Ons zomerhuisje. Ons zomerhuisje, of zoals wij allen zeiden 'de keet', stond recht voor de hoefstal.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen
4.1. Ca. 1890-1910.
4.2. Jeugdherinneringen die per thema (o.a.zomerhuisje, oudejaarsavond, de smederij, bier en slachttijd, liedjes) gerangschikt zijn.

1.1. Winkel, Jan te.

1.2. 1847 (Niedorp, 16 november) - 1927 (Amsterdam, 31 mei).
1.3. .Zoon van Pierre Guillaume te Winkel, Nederlands-Hervormd predikant, en Catharina Maria Holmes. Echtgenoot (1878) van Johanna Cornelia Lodeesen. Literatuurhistoricus en taalkundige.
2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: HS 77 F 1 t/m 77 F 8 (8 mappen met ca 8 schriftjes per map)
2.2. Acht mappen met ieder ca. acht schriftjes; 21 x 16; ca. 6400 p.
2.3. Dagboek van Jan te Winkel I van I januarij 1859 tot 15 augustus 1859, wonende te Rotterdam Schiekade wijk 14 no 402.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1859-1864; 1870-1872.
4.1. 1859-1864; 1870-1872.
4.2. Op elfjarige leeftijd begonnen dagboek. Vaak zeer gedetailleerde beschrijving van zijn activiteiten, schoolleven, wandelingen, vergadering 'Nut', contacten, familieleven, bezigheden, boeken die hij leest, gebeurtenissen (oorlog met Frankrijk), kerkbezoek, korte inhoud preken, verliefdheden, studententijd. Schrijft ook over zijn emoties: 'De laatste tijd gevoel ik weder groote geneigdheid om tot mijne eerste liefde (die tot Johanna Lodeesen) terug te keeren, doch eigenlijk weet ik niet hoe ik het met mijzelven heb'
Met veel ingeplakte memorabilia, zoals programma's, tekeningen, een silhouet.

1.1. Winkel, Jan te.

2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: HS 77 F 9.
2.2. 21 x 16; 101 p.
2.3. Gedeelte eener Autobiographie van augustus 1864 - junij 1865.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Om de leemte in zijn dagboek van augustus 1864 tot juni 1865 op te vullen.
4.1. 1864-1865
4.2. Het in het dagboek ontbrekende jaar en in deze autobiografie beschreven jaar was 'een mijner treurigste levensjaren behoort nogtans tot de belangrijkste. Ik heb er veel verdriet in gehad'.
Bijgevoegd zijn allerlei lijsten die een soort boekhouding van zijn leven lijken te zijn ('Plaatsen door mij bezocht', 'Tijd van bezoek', bezochte toneelvoorstellingen, uitgaven)  met gegevens van zijn geboorte af tot ca. 1915, reisbeschrijvingen.

1.1. Winkel, Jan Derk te.
.

1.2. 1795 (Winterswijk, 13 juni) - 1856 (Winterswijk, 3 augustus).
1.3. Zoon van Hendrik te Winkel en Theusken Beusink. Echtgenoot (1822) van Hanna Bennink. Wever en boerenknecht, vanaf 1824 zelfstandig boer, dreef vanaf eind 1840 ook een steenbakkerij. Was van 1820 tot 1854 catechiseermeester in de omgeving van Winterswijk.
2.1. Doetinchem, Staring Instituut.
2.2. Fotokopie (afschrift); 21 x 26,5; 123 p.
2.3. Voorname lotgevallen van J.D.te Winkel, catech.m. geboren den 13 juny 1795 en den 21 gedoopt.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen, dagboek.
3.3. (1680-) 1795 (13 juni) - 1856 (juni).
4.1. (1680-) 1795 (13 juni) - 1856 (juni).
4.2. Genealogische aantekeningen, gevolgd door aantekeningen over de jeugd van de auteur, zijn geloof en levenswijze. Verder aantekeningen over zijn pogingen om een vrouw te vinden, het  boerenbedrijf, dienstpersoneel, loopbaan, gezondheidstoestand, dagelijkse bezigheden, het weer, politieke gebeurtenissen, commentaar op de Afscheiding en de emigratie naar Amerika en aandacht voor zelfmoorden. Ten slotte vermelding van enkele reizen, bijvoorbeeld een verslag van een reisje naar Apeldoorn en het Loo in mei 1826.

1.1. Winter, Anna Louisa Agatha van.

1.2. 1793 (Diemermeer, 6 juli) - 1877 (Amsterdam, 7 mei).
1.3. Echtgenote van jonkheer Willem van Loon.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 0011 t/m 0017.
2.2. Zeven delen; 19,5 x 16; ca. 660 p.
2.3. Journal 1808. J'ai lu pendant ma convalescence , Betsy Thougleef, Humphrey Clincken & Camilla or a picture of youth [&].
2.4. FR; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1808 (november) - 1818 (8 oktober).
4.1. 1808 (november) - 1818 (8 oktober).
4.2. Dagboek is begonnen op vijftienjarige leeftijd tijdens een periode van ziekte (reumatische klachten?) tot en met de beginjaren van het huwelijk. Van Winter schrijft in het begin vooral over haar leeservaringen (Lettres sur Emilie; The Gravelles and the deverted Villan de Golsmith, veel poëzie en toneel) en noteert lange citaten uit gelezen boeken. Naarmate ze zich beter voelt schrijft ze meer over haar sociale leven en dan vooral over dansavondjes (met wie ze gedanst heeft, naast wie ze heeft gezeten tijdens diners), bezoeken aan de schouwburg. Soms aandacht voor de politieke ontwikkelingen (met name 1810-1811).
6. Zie Van Loon.

1.1. Wit, J.H. de.

1.2. 1872 (Maastricht, 4 mei) - 1934.
1.3. Zoon van Johannes de Wit (1836-1898), lakenwever en fabrieksbewaker (o.a. bij Regout en co.),  en Catharine Spee (1841-1927), lakenborduurster. Echtgenoot van 1) Maria Schefman. en 2) Catharina Ravestijn. Smidbankwerker in de fabriek van Regout en co. Actief binnen de arbeidersbeweging. Later was hij ambtenaar bij de Raad van Arbeid.
2.1. Maastricht, Gemeentearchief Maastricht: HS 409.
2.2. Typoscript; 27 x 21; 207 p.
2.3. Kort-krachtig-goed. Herinneringen uit mijn vervlogen dagen.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Vanuit de behoefte 'om eens wat uit te rusten en eens terug te mogen blikken op den weg dien ik in die jaren heb afgelegd'. Ter lering voor het nageslacht (zijn kinderen en latere generaties): 'In het verleden ligt het heden. In het nu, wat het worden zal.'
3.3. 1934.
4.1. 1872-1934.
4.2. Memoires van een arbeider die terugblikt op zijn jeugd, zijn religieuze vorming en activiteiten binnen diverse christelijke zangverenigingen en vervolgens het merendeel van zijn memoires (ca. 150 p.) besteedt aan 'mijn sociaal leven', wat neerkomt op een vorm van sociale geschiedschrijving vanuit zijn persoonlijke standpunt: stakingen, treurige omstandigheden waaronder Limburgse fabrieksarbeiders leefden, levensstandaard, drankmisbruik etc. (met cijfers). Met inhoudsopgave, inleiding en nawoord door de auteur.

1.1. Wolfram, L.A.

1.3. Ziekenoppasser.
2.1. Den haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 810.
2.2. Fotokopie; 30 x 21; 24 p.
2.3. Memorie vroeger gediend op het Koninklijk Instituut voor de Marine [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1851-1862.
4.1. 1851-1862.
4.2. Beschrijving van zijn diverse taken, tochten en belevenissen. 'Kortom wij hadden 166 dagen rijs, waarvan wij 21 zeedagen gehad hebbe, ik zal hier bij eindigen.' Mede door de fotokopie is het handschrift niet goed leesbaar.
6. Het origineel bevindt zich in het Helders Marine Museum.

1.1. Wolterbeek, Constantijn Johannes.

1.2. 1766 (Steenderen, 5 april) - 1845 (Den Haag, 23 maart).
1.3. Echtgenoot van Johanna Engberts (1771-1855). Grootvader van D.G.E. Wolterbeek Muller. Zeeofficier, directeur-generaal van de Marine (1830), vice-admiraal (1831).
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, B II 307.
2.2. 33 x 20; 124 p. (en bijlagen).
2.3. Aanteekeningen gehouden door den Vice Admiraal C.J. Wolterbeek , over den ganschen loop zyner Zeedienst, en wel sedert het jaar 1782, by zyne aanstelling als adelborst tot het jaar 1840 by zyne aftreding als Directeur Generaal der Marine.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Om bezig te blijven, om na te gaan  'in hoeverre het is gelukt men [...] aan zijne verpligtingen heeft kunnen voldoen' en als voorbeeld voor familieleden die ook in zeedienst gaan.
3.3. 1841 (1 juli).
4.1. 1782 (12 maart) - 1840 (10 augustus).
4.2. Schematisch in 6 afdelingen genoteerde memoires:  'de 1e loopende over de eerste indiensstreeding [...] tot het begin der revolutie en de terugkomst uit Engeland in 1796.  [...] de 6e Over de dienst in sedentaire betrekkingen van Directeur en Kommandant der marine in het hoofd departement van de Zuider Zee in 1829 en Directeur Generaal der Marine van 1830 tot 1840, 10 augustus de dag der aftreding.'
Per afdeling zijn de gegevens als volgt gerangschikt: 'Tydvak; Rang; Dienstbestemming; Byzonderheden'. In de laatste rubriek zijn de persoonlijke ervaringen van Wolterbeek genoteerd, waaronder militaire acties, jacht op ontsnapte slaven, blikseminslag ('wel vier dagen behield ik eene onaangename zwavellucht bij mij').
6. Bijlagen: o.m. brieven; kranten; vlaggetje; ambtelijke stukken.

1.1. Wolterbeek Muller, Diederik Gerhard Engelbert (Dirk).

1.2. 1836 (Den Haag, 24 november) - 1916 (Den Haag, 2 november).
1.3. Zoon van Dirk Gerhardus Muller en Isabella Paulina Wolterbeek. Echtgenoot (1868) van Johanna Jacoba Sarah Stam (1845-1886). Zeeofficier. Op veertienjarige leeftijd adelborst; in 1883 kapitein ter zee. Maakte reizen naar Oost-Indië, China, Japan.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, B II 304.
2.2. 33 x 20; ca. 75 p. en bijlagen.
2.3. Na 30 jaren. Marine herinneringen uit Japan.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Geschreven met de bedoeling deze herinneringen uit te geven ter gelegenheid van het dertigjarig jubileum van de 'openstelling van Japan' in 1893 en te verspreiden onder zijn 'oudkrijgskameraden'. Maar, zoals Wolterbeek Muller meerdere keren vermeldt, dit ging niet door vanwege de hoge kosten die daaraan verbonden waren. Op de omslag: 'Voor mijne kinderen'.
3.3. Ca. 1893.
4.1. 1863-1865.
4.2. Gedetailleerde beschrijving van de zogenaamde 'openstelling van Japan' in 1863-1865 die werd afgedwongen door een geallieerde vloot in de Japanse wateren. Wolterbeek Muller diende als luitenant 2de klasse onder kapitein Casembroot op het oorlogsschip Medusa. Met de Medusa werd de doorgang van de 'Straat  van Simonschi' afgedwongen. Wolterbeek Muller baseert zich behalve op zijn eigen herinneringen en aantekeningen op allerlei bronnen en mededelingen van betrokkenen (zie ook 6.).
6. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: B II 304 II. Map 'A. Japan en mijn verblijf aldaar 1863 en 1864 door D.G.E. Wolterbeek Muller. Dit heeft gediend tot grondslag van mijne (niet gedrukte) herinneringen na 30 jaar.' Het betreft afschriften van verschillende bronnen, met diverse bijlagen, zoals foto's en brieven.

1.1. Zinderen Bakker, Rindert van.

1.2. 1845 (Kortezwaag, 8 mei) - 1927 (Heerenveen, 20 januari).
1.3. Zoon van Klaas Tjeerds Bakker, inlands kramer, en Fokjen Rinderts van Zinderen, naaister. Fries socialistisch politicus. Timmerman en aannemer. Onder meer wethouder van Opsterland.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Zinderen Bakker.
2.2. 34 x 21; 124 p.
2.3. Aantekeningen uit mijn levensloop.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1913?
4.1. 1845-1913.
4.2. Uitvoerige herinneringen aan zijn jeugd en zijn leven als timmermanaannemer. Met veel details beschreven, maar niet heel intiem. Verder over zijn diverse politieke functies en activiteiten. Geeft ook beschrijvingen van de sociale situatie in Friesland in de tweede helft van de negentiende eeuw. 'Met de ruige muts op het hoofd, beklom ik een geimproviseerde katheder en sprak de menigte toe over het onderwerp 'Christendom en Socialisme' en werd daverend toegejuicht.'
6. In het archief bevindt zich een getypte kopie van het manuscript en een plakboek.

1.1. Zoelen, Otto Paulus Groeninx van.

1.2. 1767 (Rotterdam, 15 januari) - 1848 (Den Haag, 23 juni).
1.3. Zoon van Cornelis Groeninx van Zoelen (1740-1791), lid vroedschap van Rotterdam, en Elisabeth Cornets de Groot. Echtgenoot (1788) van Catharina Maria Theodora van Staveren. Studeerde rechten te Leiden. Stadssecretaris van Rotterdam (1788-1795).
2.1. GA Rotterdam, HA Huis ten Donck 87.
2.2. Twee delen; 19,5 x 19,5 en 20,5 x 33; 14 f.
2.3. Na de revolutie van 1795 ten gevolge van dewelke ik het secretariaat der stad Rotterdam ben kwijtgeraakt [...].
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1846.
4.1. 1795-1846.
4.2. Verslag van de loopbaan van de auteur tegen de achtergrond van de internationale politiek, familiegebeurtenissen, en een reis naar België in 1831.

1.1. Zuylen, Gustaaf Eugenius Victor van.

1.2. 1837-1905.
1.3. Echtgenoot van 1) Anne Goldie (1839-1893) en  2) Geertruida Adriana Tromp (1863-1951).
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA van Zuylen (00389), 15.
2.2. 33 x 21; 20 p.
2.3. Journal Parti; 30 aug. 's Avonds ten half tien. Na eenige woelige uren aan boord te hebben doorgebracht&
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1857 (30 augustus) - 1859 (26 januari).
4.1. 1857 (30 augustus) - 1859 (26 januari).
4.2. Kort dagboek van een verblijf aan boord van een zeilschip op reis naar Nederlands Indië. Met een naschrift uit 1859. Met allerlei verhalen en bijzonderheden. Voorin is een brievenboek opgenomen (1865-1866).

1.1. Zuylen van Nyevelt, Hugo van.

1.2. 1781 (Rotterdam, 7 juli) - 1853 (Den Haag, 18 maart).
1.3. Zoon van Jacob van Zuylen van Nyevelt (1739-1805), secretaris van Rotterdam en wethouder, en Adriana Maria Cornets de Groot. Echtgenoot (1823) van Cornelia Adriana Boreel (?-1875). Promoveerde in de rechten te Utrecht, werd daarna advocaat bij het Hof van Gelderland. Van 1805 tot 1811 in diplomatieke dienst, eerst in Parijs, daarna in Madrid. Vanaf 1811 tot 1814 lid van het stadsbestuur van Rotterdam, daarna keerde hij terug in de diplomatieke dienst.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Van Zuylen van Nyevelt (2.21.179), 2, 3.
2.2. 33 x 20; ca. 20 p.
2.3. Iste Epoque. Ten tijde van de Republiek bestonden geene eigenlijk gezegde Secretarissen van Legatie.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
4.1. 1805-1834.
4.2. Korte beschrijving van de levensloop van de auteur, verdeeld in tien 'époques'. Ieder 'epoque' heeft een eigen map, waarin papieren die betrekking hebben op zijn ambtelijke loopbaan, genummerd a tot en met n.

1.1. Zuylen van Nyevelt, Julius Philip Jacob Adriaan van.

1.2. 1819-1894.
1.3. Echtgenoot van Catharine Nixon. Jurist.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling):, collectie V.J.P.A. van Zuylen van Nyevelt (2.21.180) 53.;
2.2. 21 x 16,5; 280 p.
2.3. Herinneringen uit mijn leven. Opgedragen aan mijne beminde kinderen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1819-1883.
4.1. 1819-1883.
4.2. Gedetailleerde, tamelijk intieme autobiografie waarin uitgebreid wordt ingegaan op zijn jeugd, het opgroeien bij zijn oom en tante na het overlijden van zijn ouders (gevoelens van eenzaamheid), zijn kostschooltijd, studententijd en zijn parlementaire loopbaan.
6. Inv.nrs. 54-81 bevatten bijlagen tot de autobiografie (1787-1883) waarin ook veel brieven zijn opgenomen.

1.1. Zwijndrecht, Leonardus van.

1.2. 1753 (Rotterdam, 18 oktober) - 1832 (Rotterdam, 20 juli).
1.3. Zoon van Pieter van Zwijndregt (1711-1790), scheepsbouwer, en Neeltje de Raadt. Echtgenoot (1787) van Maria van der Pot (1767-1833). Kreeg niet de door hem verlangde opleiding in de scheepsbouw, die was voorbehouden aan zijn oudere broer Paulus Jacob. Werd makelaar. Patriot. Luitenant van een schutterscompagnie. Ontvluchtte drie maal Rotterdam om politieke redenen. Vervulde na 1795 enkele openbare functies, maar hield zich vooral bezig met zaken, zoals het drijven van een fabriek van snuiftabak.
2.1. Rotterdam, Gemeentearchief: FA Van Zwijdregt, 19.
2.2. 32 x 20,5; 67 f.
2.3. Mijn vader Pieter van Zwyndregt Pz (wiens vader en grootvader scheepsbouwmeesters van de Admiraliteyd op de Maze geweest zijn) is gebooren den 26 september 1711.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Bedoeld voor nakomelingen. Van de auteur mag het geschrift ook in druk verschijnen.
4.1. (1711-); 1753 (18 oktober) - 1829 (19 oktober).
4.2. Aantekeningen over de familie van de auteur, zijn opleiding, makelaarschap, wederwaardigheden als schutter, politieke zaken, natuurverschijnselen.
6. FA Van Zwijndregt inv.nr. 24: autobiografische aantekeningen uit 1798-1799: `Door een ongelukkige val waarbij de duym van mijn regtehand geheel onbruykbaar is geworden ben ik genoodzaakt met de linkehand te schrijven'.